Tunesië staat weer op de kaart. Het reisadvies is versoepeld. En terecht. Harmke logeerde in het prettige Mövenpick Gammarth in de hoofdstad Tunis, een informeel maar tegelijk high-end spahotel aan de kust. Het blijkt de ideale uitvalsbasis te zijn voor een shortbreak Tunesië. Vanaf dit vijfsterrenhotel is het niet ver rijden naar het indrukwekkende Bardo Museum, de ruïnes van Carthago en het blauw-witte kunstenaarsstadje Sidi Bou Saïd.

Hotel Mövenpick Gammarth

Dit elegante vijfsterrenhotel ligt in een van de mooiste wijken van Tunis, La Marsa, met veel chique winkels en boetieks. Het intense rood van bougainville steekt er prachtig af tegen de witte huizen. De hal van het Mövenpick is zo hoog als het schip van een kerk. Een breed buitenterras met loungebanken geeft uitzicht op de zee en het strand: La Plage Gammarth. Katoenen doeken beschermen tegen de zon. Een pad langs een gazon met palmbomen leidt langs het zwembad naar de Kallisti Spa. Hier krijg ik een massage met arganolie. De sfeer bij het Mövenpick is sophisticated en ongedwongen. Het eten in de bijbehorende restaurants werkelijk fantastisch. Ik geniet van de authentieke Tunesische keuken, maar sla ook het Marokkaanse restaurant El Omnia niet over. Stylish ingericht, galante bediening en een menukaart met een oneindige keuze aan couscous en tajines. www.movenpick.com.

Bardo-museum

Het Bardo National Museum bevindt zich in een imposant paleis uit de negentiende eeuw, met Moorse en Italiaanse invloeden. Sinds 1885 is dit museum hier gevestigd. De collectie omvat archeologische vondsten uit de prehistorie tot aan de Romeinse tijd. Het Bardo bezit een grote hoeveelheid sculpturen en gebruiksvoorwerpen, maar is vooral bekend om zijn enorme verzameling Romeinse mozaïeken, de grootste collectie ter wereld. De mozaïeken zijn verdeeld over verschillende zalen en verdiepingen en zijn ingedeeld naar thema, vindplaats en periode. Er zijn immense taferelen van schepen en Griekse en Romeinse goden. Ik raakte vooral gefascineerd door de afbeeldingen van dieren. In één zaal is bijvoorbeeld een hele wand bedekt met een mozaïek van zeedieren. In een andere zaal zijn mozaïeken van vechtende beren te zien, daterend uit de vierde eeuw na Christus. Het Bardo bevindt zich in een voorstad van Tunis en staat op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. www.bardomuseum.tn.

Ruines van Carthagho

Carthago is, volgens mijn gids in Tunis, Thabet, de enige plek waar zowel erfgoed van de Phoeniciërs als de Romeinen is te zien. De stad op de Byrsa-heuvel werd volgens de legende gesticht door Dido (zoals Vergilius zo lyrisch beschrijft in zijn Dido en Aeneas). De grootste archeologische attractie hier zijn de termen van Anthoni: een Romeins badhuis uit de derde eeuw van extreme afmeting. Het badhuis is verdeeld in een mannen- en vrouwensectie, volkomen symmetrisch aan elkaar. Op een kaart is te zien welke ruimtes er ooit zoal waren: zwembad, frigidarium, caldarium, gymnasium, er staan nu nog slechts restanten van marmeren zuilen en ik stel me voor hoe groots dit complex geweest moet zijn. Het bijbehorende museum toont olielampjes van de Phoeniciërs en beelden van Romeinse keizers. In het museum hangen twee plattegronden, een van de Phoeniciërs en een van de Romeinen die de Phoeniciërs hebben verdreven tijdens de Punische oorlogen. De Romeinen hebben in Carthago onder meer een amfitheater en een 130 kilometer lang aquaduct gebouwd, een onvolprezen staaltje civiele techniek uit de oudheid.

Witte stadje Sidi Bou Saïd

Sidi Bou Saïd is een blauw-wit stadje aan de Golf van Tunis, op zo’n twintig minuten rijden van hotel Mövenpick Gammarth. De huizen zijn hagelwit, de deuren en kozijnen helblauw. Ook keramische tegeltjes sieren de huizen. Het is de stijl van de Moren uit Andalusië. Ik loop door de winkelstraatjes, waar het bruist van het leven. Trommelaars op straat trommelen een opzwepend ritme, anderen dansen erop. Studenten, zegt gids Thabet. Ik loop de winkels en ateliers binnen met kleurige borden en tajines. Avenue Taïeb El Mhiri leidt naar Café des Délizes met de beste koffie en het mooiste uitzicht. Op het gelaagde panoramaterras boven zee heerst een vrolijke en ontspannen sfeer. We zitten op de blauwe banken met kleurig gestreepte kleden en kussens. Er waait een koel briesje. Ook veel locals genieten hier van de koffie en het uitzicht, sommige met hoofddoek, andere westers gekleed. Ik drink hier niet alleen sterke koffie, maar proef ook de thee met pijnboompitten: thé aux pignons, een specialiteit uit Tunesië.

tip: restaurant Dar Zarrouk

Een alom geliefd lunchadres in Sidi Bou Saïd is Dar Zarrouk. Het chique panoramaterras (ook hier) van Dar Zarrouk stroomt al snel vol. Parasols beschermen tegen de zon. Hoogeplaatste gasten zijn er kind aan huis. Aan het tafeltje naast ons bijvoorbeeld zit de minister van landbouw met zijn gezin, fluistert de gids mij in. Het uitzicht is minstens zo prachtig als dat bij Café des Delizes. Beneden flonkert een azuurblauwe zee. De borden en servetten dragen het logo van Dar Zarrouk. We krijgen amuses van het huis geserveerd. Als voorafje bestel ik calamari, warm en krokant met citroen en een frisse dressing. Vervolgens kies ik voor risotto met paddenstoelen, we zijn hier ten slotte dicht bij Italië. Maar ook de couscous, dorade, zeebaars en fruits de mer die de bedrijvige obers uitserveren, ogen onweerstaanbaar. www.darzarrouk.tn.

Hoe kom je er?

Het is drie uur vliegen van Amsterdam naar Tunis met Tunis Air.
www.ontdektunesie.nl

Lees ook dit nieuws

Tunesie is weer open voor vakantiegangers