De Tulp in Nederland en in de Keukenhof

De tulp is wereldwijd het beeldbepalende icoon van Nederland. Met Holland als thema kan het dan ook niet anders dan dat Keukenhof de tulp centraal stelt.

keukenhof

Keukenhof is met miljoenen bloeiende tulpen in het park en ruim honderdduizend tulpen in het Willem-Alexander paviljoen de plek om tulpen te zien. Met de vernieuwde historische tulpentuin en tentoonstellingen over de historie van de tulp, de tulpomanie in de 17de eeuw, de mythen rond de tulp en de hedendaagse tulpenteelt is Keukenhof ook de plek om alles over de tulp te weten te komen.

Lange reis

De tulp maakte een lange reis voordat hij in Nederland arriveerde. Oorspronkelijk komen tulpen voor in het berggebied tussen Turkije en China. De tulp werd een geliefde bloem in de Turkse cultuur, en is dat nog steeds. Sultans organiseerden elk voorjaar tulpenfeesten. En de meest bijzondere tulpen werden in prachtige boeken afgebeeld. Ook op tegels en andere gebruiksvoorwerpen werd de tulp afgebeeld.
Midden 16e eeuw nam de handel vanuit de Nederlanden met onder meer het toenmalige Constantinopel toe. De tulp was voor de Nederlanders nieuw. Plantkundigen als Clusius kregen tulpenbollen in handen. Clusius was erg in de tulp geïnteresseerd, schreef ook volop over de tulp, en onderhield via zijn netwerk in heel Europa een levendige ruilhandel in onder meer tulpen. Toen Carolus Clusius in 1593 hortus prefectus ofwel directeur van de Hortus Botanicus in Leiden werd, nam hij onder meer tulpen mee. Zo vestigde de tulp zich in Nederland.

 

 

Manie en mythe

De tulp was toen al een populaire bloem in de Nederlanden, en werd begin 17e eeuw alleen maar populairder. Vooral bloemen met een gevlamde tekening waren erg in trek. Tulpenbollen vermeerderen niet snel, de vraag ernaar echter wel. En zo kon een speculatie ontstaan, waarbij de ene koper weer een hoger bedrag betaalde dan de vorige. De eerste windhandel of tulpomanie was geboren. De manie had zijn hoogtepunt tussen 1634 en 1637. Voor sommige tulpen werd meer dan duizend gulden betaald. Zeker toen een astronomisch bedrag. In februari 1637 eindige de windhandel. De tulp bleef echter populair in Nederland en ging nooit meer weg.
Pas in 1931 werd de werkelijke oorzaak gevonden van de gevlamde tulp: het tulpenbrekingsvirus, dat wordt overgebracht door bladluizen zorgt er voor dat de egaal gekleurde bloem verandert in een
grillig ogend exemplaar.

In 1850 verscheen het boek De Zwarte Tulp van Alexander Dumas. Het verhaal gaat over een wedstrijd in Haarlem waarbij een hoog bedrag wordt uitgeloofd voor degene die een zwarte tulp kan ontwikkelen. Het verhaal speelt in 1672 en maakt op velen een onuitwisbare indruk. Nog steeds spreken het verhaal en de zwarte tulp tot de verbeelding.

De kleur zwart bestaat in de natuur niet. Het is intens rood of paars. Sinds eind 19e eeuw zijn er diverse cultivars geïntroduceerd die de kleur zwart benaderen. Daarvan wordt ‘Queen of Night’ nog steeds geteeld. Andere, modernere cultivars zijn ‘Ronaldo’ en ‘Blackjack’. In Keukenhof zijn deze tulpen te vinden. Veredelaars werken nu nog steeds aan donkere tulpen, maar de markt ervoor is beperkt.

Wereldspeler

Nederland is ’s werelds grootste producent van tulpenbollen. De oppervlakte beslaat 10.000 ha, die jaarlijks 4,2 miljard bollen opleveren. Ongeveer de helft daarvan wordt naar het buitenland geëxporteerd. De andere helft blijft in Nederland, voornamelijk om in de winter in bloei te brengen als snijbloem. Er worden bijna 2.000 verschillende cultivars op commerciële schaal geteeld. Jaarlijks komen er ongeveer 100 nieuwe cultivars bij.

Comments are closed.