Wat de Betuwe is voor Nederland is de Haspengouw voor Vlaanderen. Net als de Betuwe staat ook de Haspengouw in het voorjaar in bloei, maar de Haspengouw heeft heuveltjes met unieke vergezichten over de bloesem. Het stadje Sint-Truiden is een ideaal uitgangspunt voor een prachtig fietsrondje.
Het is markt deze zaterdagmorgen op de Grote Markt in Sint-Truiden. Het publiek dromt al zeer vroeg tussen de kramen op koopjesjacht, maar ook diverse cafés zijn aardig gevuld en het bier stroomt gestaag uit de tap.
Dwars over het terrein van de voormalige veemarkt zitten we al snel in het groen van de statige oprijlaan naar het vroegere kasteel. Alleen de hoeve ‘t Speelhuis staat er nog. Deze was vele jaren in het bezit van de Abdij van Sint-Truiden. Het gerucht gaat dat de naam ‘t Speelhuis is ontstaan, doordat de abten even buiten de abdijmuren traden voor wat “speelse activiteiten” die in een klooster niet waren toegestaan.
Het is niet alleen groen om ons heen, maar ook veel wit. Op de bloesem glimt een laagje ijs. Onze gids Jan legt het uit:
“Nachtvorst kan fataal zijn. De vrucht van de bloesem is het begin van een appel of peer. De vorst kan het prille vruchtje doden. Het klinkt vreemd, maar een laagje ijs biedt bescherming tegen de vorst. Het is een soort iglo-effect: in de hut van ijs is het warm. Vannacht was er nachtvorst en de telers hebben gezorgd voor beregening.”
Weer wat geleerd laten we onze wielen verder rollen door het Limburgse landschap. Rond Sint-Truiden kabbelen diverse nietige beekjes. Aan het einde van de ijstijd waren het woeste stromen die de dalen hebben uitgesleten in de hoogvlaktes. Het gevolg is dat we langs de beek uitkijken over de met een zee aan bloesem bedekte hellingen.

Opmerkelijk is de grote hoeveelheid torenspitsen die boven de bloesem uit priemen: niet alleen van de kerken, maar ook van de kloosters. Het rustieke landschap leek op maat voor een leven vol devotie. Dit gold ook voor de bogaarden: mannelijke begijntjes die ver van de verleidingen van de stad in kuisheid leefden in het klooster van Zepperen. Het religieuze bouwwerk uit 1425 is in de loop der eeuwen wel enige malen verbouwd en heeft ook dienst gedaan als internaat. Tot zo’n 40 jaar geleden gingen bijna alle Belgische kinderen uit gezinnen van ook maar een beetje stand naar een internaat.
De bogaarden leefden van de landhouw. De monumentale Maaslandse hoeve bij het klooster is nu een fruitbedrijf. Overigens zijn veel hoeves in het golvende landschap robuust en omvangrijk. Jan legt uit:
“Deze forten boden beter bescherming tegen roversbenden, die in vroegere jaren deze streek wel eens onveilig maakten.”
Dwars over het kerkhof
De fietsknooppunten in Zepperen sturen ons dwars over het kerkhof. Tijd om onze fietsen te parkeren voor een bezoek aan de dorpskerk uit de 12e eeuw met de ingang dwars door de toren. De levendige wandschilderingen vormen een soort beeldverhaal van de heiligen Catharina en Genoveva van Parijs. Het is voor het eerst dat we kennis maken met deze vrome dames.
Onze ogen knijpen samen door het felle zonlicht als we de duisternis van de kerk verlaten.
De tong hangt uit onze mond op de klim naar de Romeinse Kassei. Deze kaarsrechte Romeinse Heirbaan liep tijdens het begin van onze jaartelling naar Keulen: destijds Colonia. Het landschap op het plateau is ineens totaal anders dan in het dal: droog, zanderig en kaal. Van ons balkon kijken we nu uit over de dalen met bloesem. Met een beetje fantasie lijkt het net sneeuw.
Tjenne , de heks van Mettekoven
De kassei is nu een fietspad en voert ons langs een lange geschiedenis. Duidelijk tekenen de contouren van de Tjenneboom zich af. Op deze plek werd in 1667 onder een Lindeboom het doodvonnis uitgesproken van kruidenvrouwtje Anna Machiels, bijgenaamd Tjenne, de heks van Mettekoven. Dit wereldvreemde vrouwtje leefde vrij eenzaam en had maar een doel: het helpen van mensen met kwalen. Helaas werd dat in die tijd verward met hekserij. Na haar vonnis werd zij hier ter plekke levend verbrand. De laatste blik die Anna vanaf de brandstapel meenam naar de eeuwigheid was alleszins de moeite waard. De 92 meter hoge Tjenneberg is het hoogste punt van Midden-Haspengouw. We kijken uit de historische stad Borgloon en maar liefst 15 kerktorens van dorpen en buurtschappen.
De huidige boom is de derde Tjenneboom. Alle bomen werden getroffen door onheil. Met name het vuur sloeg toe. Boze tongen beweerden dat de geest van Tjenne nog rondzwierf en wraak nam.
Langs de kassei werden ook boeven en andere gespuisachtige types opgeknoopt. Ver van de bewoonde wereld om het kwaad uit de steden en dorpen te houden. De geesten van de opgeknoopten zouden immers kunnen gaan rondzwerven. De eikenhouten galg langs de Kassei staat er overigens pas sinds 1982 als herinnering.
Altijd stappen er fietsers af voor de kapel
Veel vredelievender oogt de Maria Kapel van Helshoven. Vele eeuwen stond naast het kapelletje een kluis: het nietige en sobere onderkomen van kluizenaars die rust zochten en contact vermeden. Als de kluizenaar voedsel nodig had luidde hij de bel, zodat mensen uit de omringende dorpen etenswaren voor de ingang konden plaatsen. De laatste kluizenaar was een Nederlander. Anton Gielen stierf in 1908 na een verblijf van 52 jaar in de kluis.
Helaas is de kluis afgebroken. De kapel is rijkelijk voorzien van kunstwerken en wordt prachtig onderhouden. Het kleine godshuis trekt bezoekers uit de wijde omgeving. Altijd stappen er wel fietsers even af voor een bezoek aan de kapel. Al sinds jaar en dag zorgt de aan de overkant van de kapel geboren broeder Arsène dat de kapel en de tuinen er keurig bij liggen. Tijdens het bezoek van 1985 van Paus Johannes Paulus II aan België regelde de broeder dat de Paus het Mariabeeld in de kapel zegende.
Château de la Motte
Tussen Mettekoven en Engelmanshoven voelen we duidelijk het meest heuvelachtige deel van onze route, maar we kunnen wel genieten van een rustpauze in de tuin van Château de la Motte. Oorspronkelijk was dit een verdedigingswerk uit de 14e eeuw. In die tijd was Limburg een lappendeken van heerlijkheden, die elkaar ook nog wel eens bestreden. In 1690 werd de toenmalige burcht grotendeels door brand vernield werd.
Alleen de vierkante toren met ophaalbrug bleef bewaard. Nadien is er herhaalde malen aan gebouwd en bijgebouwd maar zijn huidig uitzicht kreeg het kasteel pas in 1865 toen de toenmalige bewoners, de familie Ulens het kasteel grondig verbouwde. Het kasteel kreeg een neogotisch aangezicht. Op de vier hoeken werden torentjes en kantelen gebouwd die enkel een sierfunctie hebben. Om het geheel één te laten lijken werd het gehele gebouw opgesmukt met horizontale banden: de zogeheten speklagen. De huidige bewoners voorzien in hun onderhoud door een deel van het kasteel te exploiteren als horecabedrijf.
Bij Brustem onderbreekt de voormalige luchtmachtbasis de Romeinse Kassei. Een van de startbanen volgt ongeveer de kassei. In 1996 sloot de basis en nu 20 jaar later is de toekomst nog altijd onzeker. Een groep investeerders tracht al jaren Limburg Regional Airport van de grond te krijgen. Er is vliegschool en er staan wat zakenvliegtuigjes gestationeerd, maar voor de rest is het vooral hobby. Of er ook werkelijk kansen zijn voor een echte regionale luchthaven wordt sterk in twijfel getrokken. Daarvoor zijn er teveel andere luchthavens in de omgeving. Zo blijft Maastricht Aachen Airport alleen maar op de been dankzij steun van de provinciale overheid.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitse bezetters op het terrein een verblijf voor de Duitse militairen. Deze huisvesting wordt nu gebruikt voor de opvang van vluchtelingen.
IJs likken op de Chassée de l’Amour
In Brustem zelf is het oppassen geblazen met ineens een haakse bocht door een nauw muizengaatje. Uiteindelijk komen we met een paar slingers op het fietspad langs de Luikersteenweg. Langs deze uitvalsweg zijn tal van cafés met roze verrichte ramen. De etablissementen zijn duidelijk gericht op niet alleen maar drinken van een pint, maar ook voor horizontaal vermaak. Ooit zochten militairen van de basis hier vertier. De advertenties op de ramen on demande serveuses duiden erop dat men graag Fransprekende dames zoekt om de bezoekers uit het Franstalige Luik op hun wensen te bedienen. We zitten immers niet ver van de taalgrens. In de omgeving noemt men de Luikersteenweg dan ook Chaussée de l’Amour. Ook op fietsers heeft deze weg aanzuigende werking, maar dan wel door het hoeve-ijs van Maëstro Ice. Fietsers rijden er graag voor om voor de keuze uit meer dan 50 smaken. Voor € 1,50 krijg je al een hoorn met grote bollen.
Opnieuw op de Romeinse Kassei naderen we Wilderen. Dit dorp stond vroeger bekend als jeneverstokers dorp. Sinds 2011 is er weer een stokerij/brouwerij actief: Brouwerij Wilderen.
Wet-Vandervelde nekte de stokerij
De alcoholstokerij werd gebouwd in 1905 in opdracht van Emile Nicolaï. Deze burgemeester van Wilderen begon in 1907 met stoken.
De stokerij kreeg vanaf 1919 tegenslag door de Wet-Vandervelde. In dat jaar verbood minister Emile Vandervelde het schenken van sterke drank in alle Belgische cafés. Alleen bier en wijn was toegestaan. Voor de winkelverkoop waren alleen maar flessen van minstens 2 liter gepermitteerd. De minister ging er vanuit dat de arbeiders in die tijd met hun schamel weekloontje, of zelfs ook nog wel een dagloontje, die grote flessen nooit zouden kunnen betalen. Het drankgebruik van de arbeiders moest aan banden gelegd worden, want de arbeiders waren nodig voor de opbouw van België na de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog. De Wet-Vandervelde werd pas in 1983 opgeheven, omdat zij niet effectief meer was. Praktisch ieder café bij onze zuiderburen verkocht wel sterke drank onder de toonbank.
Emile Vandervelde is waarschijnlijk verantwoordelijk voor de Belgisch biercultuur met zware bieren. In plaats van sterke drank zochten de Belgen het vooral in sterkere bieren.
Stokerij Wilderen moest na een aantal zeer magere jaren de productie in 1930 staken. In 1948 is een herstart geprobeerd. Echter zonder succes.
De huidige brouwerij is klein, maar de installatie is hypermodern. We maken een rondleiding door de brouwerij en de stokerij. Opmerkelijk is de kelder. Daar werd achter een verborgen deur nog een stokerij ontdekt. Vermoedelijk om de accijns te ontduiken.
Vrolijke carillongeluiden begeleiden ons bij de terugkeer op de Grote Markt. In een zalig voorjaarszonnetje zitten we op onze terrasstoeltjes voor een zware keuze: nog een streekbiertje van Wilderen of een Bink van de andere streekbrouwerij Kerkom. Jan geeft een doorslaggevend advies:
“Na onze bloesemtocht een Bloesem Bink!”
Routeinformatie
Fietsroute: de Haspengouw in Bloei
Land: België
Provincie: Belgisch-Limburg
Lengte: 48 km
Beginpunt: Grote Markt Sint-Truiden
Eindpunt: Grote Markt Sint-Truiden
OPSTARTPUNTINFORMATIE
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
Routebeschrijving
Voor het stadhuis op de Grote Markt naar 135, 189, 147, 172, 180, 171, 170, 169, 161, 163, 164, 167, 168, 134, 185, 186, 358, 187, 188 (voor brouwerij Wilderen even van de knooppunten af. Ga hiervoor na 150 meter na het verlaten van de bebouwde kom linksaf het smalle weggetje op. Na wederom 150 meter linksaf fietspad langs drukke weg: de Zoutleeuwse Steenweg. Voorbij de tennisbanen is links brouwerij Wilderen. Keer weer terug naar het punt, waar je van de knooppuntenroute bent af gegaan. Richting 135 tot aan de Grote Markt van Sint-Truiden.
In de route zitten een paar klimmetjes. Deze zijn echter vrij kort.
Er naar toe
Sint-Truiden ligt op 215 autokilometers van Utrecht. Aan de achterzijde van het station is ruime parkeergelegenheid.
Bij het station zijn goede fietsen te huur: ook e-bikes. In de drukke bloesemtijd is vooraf reserveren is wel van belang.
Via de Internationale Intercity van Amsterdam naar Brussel is Sint-Truiden ook goed bereikbaar met de trein vanuit Nederland. Je stapt over op station Brussel-Noord. De reistijd van Amsterdam is ongeveer 4 1/2 uur. Neem je joe eigen fiets mee, dan kun je beter overstappen op Brussel-Zuid, want daar zijn liften aan de uiteinden van de perrons. Je reistijd is dan wel langer. Voor de fiets mee heb je een internationaal fietskaartje nodig. Dit kun je net als het internationale treinkaartje betrekken uit de gele kaartjesautomaten op de Nederlandse stations.
Diverse kortingen zijn mogelijk. Kijk op het menu van de automaat welke kortingen voor jou kunnen gelden.
In België moet de treinbegeleider (conducteur) de deur naar de fietsenberging openen. Schiet de treinbegeleider aan op het perron. Geef aan waar je uitstapt, zodat de begeleider dan de deur weer voor je kan openen.
Je kunt natuurlijk ook op de fiets naar Sint-Truiden. De bewegwijzerde Vlaanderen fietsroute komt door de stad. Verder is het fietsknooppunten netwerk van Belgisch-Limburg gekoppeld aan de Nederlandse knooppunten. Je kunt dus ook een route uitstippelen via de knooppunten.
Leuke etablissementen onderweg
‘t Speelhof
Afspanning ‘t Speelhof vind je vrij aan het begin van de route tussen de knooppunten 135 en 189. De oude hoeve heeft een sfeervol terras. Dagelijks open.
‘t Speelhof is een voormalig kasteeldomein dat sinds 1585 is ingericht door de abten van de abdij. De abten konden hier in alle rust verpozen om bij te komen van een vermoeidheid. Er is nog wel een kasteelpark en het belevingspark Leven in de Boomgaard.
Martenshof
Taverne Martenshof in Mettekoven ligt tussen de knooppunten 161 en 163. Een prachtige gerestaureerde Haspengouwse vierkanthoeve met een aantrekkelijk terras op en schilderachtige locatie. Op de dinsdagen en de woensdagen gesloten, maar tijdens de bloesemperiode is Taverne Martenshof de gehele dag open.
Château de la Motte
Dit kasteel in Groot-Gelmen ligt er schitterend bij tussen knooppunten 161 en 163. Het tuinterras ligt uniek tussen het kasteel en de slotgracht. Door de Belgische krant de Standaard uit geroepen als het beste terras. De prijzen voor de lunchgerechten vallen ontzettend mee voor deze ambiance. Bij slecht weer is er de Oud-Vlaemse brasserie.
Brouwerij en stokerij Wilderen
Het tuinterras voor het monumentale pand zit op zonnige dagen vol met fietsers die hier genieten van streekbiertjes. Een populair biertje is de Tripel Kanunnik. Je kunt ook de eigen Wilderen hopkaas bestellen. Je vindt de brouwerij tussen knooppunten 188 en 135. Open van april t/m september van dinsdag t/m zondag. Vanaf 13 uur. In de winter alleen op vrijdag vanaf 19 uur en zaterdag en zondag vanaf 13 uur.
Haspengouw
De Haspengouw is een van de grootste fruitteeltgebieden van West-Europa. Het golvende heuvelland leent zich uitstekend voor de teelt van appelen, peren, aardbeien en kersen.
Al de Romeinen hadden dit ontdekt. Ze droogden het fruit en maakten er wijn van. Na het vertrek van de Romeinen kwam de klad in de fruitteelt.
Pas na de middeleeuwen bloeide de fruitteelt weer op. Het waren vooral veehouders die telen van fruit erbij begonnen te doen. Hun vee graasde lustig onder de bomen met het fruit dat onbereikbaar boven de dieren hing.
Het leven van deze boeren was zwaar: vooral tijdens de kersenpluktijd. Om 3 uur ‘s nachts opstaan om de beesten te voeren en dan van 6 uur ‘s morgens tot 6 uur ‘s avonds ladder op en ladder af om kersen te plukken. Na 6 uur moesten nog andere werkzaamheden verricht worden.
Nieuwe technieken maakten het in de 18e eeuw mogelijk dat fruit langer bewaard kon blijven en beter worden bewerkt. Er ontstond een productie van stroop en vruchtensappen dat uitgroeide tot een levendige industrie.
De ontwikkelingen van de spoorlijnen maakten ook export mogelijk naar landen als Duitsland, Engeland en zelfs Rusland. Het aantal boomgaarden in de Haspengouw groeide fors. Nog altijd is de fruitteelt belangrijk. Door de boycot van Rusland is een afzetgebied weggevallen. Maar nieuwe markten worden ontdekt en er gaat ook fruit via een ander land naar Rusland.
In de Haspengouw kom je nog sporen tegen uit de Romeinse tijd, zoals de kaarsrechte Romeinse Kassei die als heirbaan is aangelegd voor de Romeinse legioenen. Op de Markt van Tongeren staat het standbeeld van Ambiorix die in het jaar 54 voor Christus de Romeinen wist te verslaan.
Limburg was jarenlang een lappendeken van Heerlijkheden met elk een eigen heer. Deze heren bouwden fraaie kastelen. Zo ligt min of meer verborgen tussen de heuvels en het bronsgroen eikenhout ligt het kasteel van Rullingen in de Maaslandse renaissancestijl met ook barokinvloeden. Dit is een geliefde locatie voor society-feesten
Hoogstam versus laagstam
Door de toename van de vraag naar het fruit uit de Haspengouw nam ook de roep om meer efficiënte teeltmethoden toe. Traditioneel groeide het fruit aan hoge bomen, maar met deze methode blijft de productie per hectare beperkt. Pukken is lastig en bovendien duurt het lang voordat de bomen volwassen zijn en vruchten gaan dragen.
Kunstmest maakte de laagstamteelt mogelijk. De telers zagen vooral de voordelen: de aangeplante bomen zijn sneller productieklaar, meer productie per hectare, en gemakkelijker plukken.
Eind jaren ’60 van de vorige eeuw brak de fruitteeltcrisis uit. Deze werd vooral veroorzaak door de overproductie van Golden Delicious. De Europese Gemeenschap voerde de rooipremie in. Dit had tot gevolg dat met deze subsidie honderden hectares hoogstambomen werden gekapt.
Inmiddels zijn ook steeds meer inzichten in de nadelen:
- Er kan geen vee meer grazen in de laagstamboomgaarden.
- De benodigde hoeveelheden kunstmest zijn schadelijk voor het milieu.
- Traditionele hoogwaardige rassen die veel smaakvoller zijn dreigden geheel te verdwijnen.
- De laagstamboompjes gaan slechts 12 -15 jaar mee in contrast tot de hoogstammers die meer dan 100 jaar oud kunnen worden en dan nog altijd vruchten dragen.
Sint-Truiden
De naam van deze stad komt van Trudo de Fankische edelman die hier een klooster bouwde. Sint-Truiden noemt zich een monumentenstad. En terecht, want met 196 monumenten is Sint-Truiden de belangrijkste monumentenstad van Belgisch-Limburg. De stad groeide uit tot een belangrijk religieus centrum met 12 kloosters.
Verreweg het belangrijkste gebouw was de Abdij. Het pronkjuweel van de binnenstad had een oppervlakte van 6 ha. De oudste delen stammen uit de 11e eeuw. Je kunt nog altijd een bezoek brengen aan de 18e eeuwse Keizerzaal die versierd is met muurschilderingen van de Itailaan Cardeli. Fier boven de restanten van de Abdij steekt de toren. Een klim naar boven over de 196 betekent een adembenemend panorama over de stad.
De Abdij bezorgde Sint-Truiden naam als centrum van onderwijs. Het was de stad der internaten. De jongens waren natuurlijk duidelijk gescheiden van de meisjes.
Sint-Truiden huisvest nog altijd veel onderwijsinstellingen. Helaas verwoestte op 7 december 1975 een zware brand een groot deel van het complex. Een bezoek is nog altijd zeker de moeite waard.
Koppend hart van de stad is de Grote Markt: het op een na grootste marktplein van België. Rijkelijk voorzien van aantrekkelijke terrassen.
Midden op de Grote Markt staat het stadhuis. Het bouwwerk verenigt drie gebrouwen: het stadhuis, de hallentoren en de stadshal. Enkele jaren terug is het complex gerestaureerd en in oorspronkelijk staat hersteld.
Helaas fungeert een groot deel van de Grote Markt als parkeerterrein. Er zijn wel plannen in de maak om het plein fraai vorm te geven en meer in te richten als aantrekkelijk verblijfsgebied.
In de tuin van het klooster naast de Minderbroederskerk tref je een deel van de Middeleeuwse stadsomwalling. Bezoek ook het museum van de Vlaamse Minderbroeders. Deze volgelingen van Franciscus van Assisi stonden onderaan in de hiërarchie van de kloosterorde. De Franciscanen bekommerden zich om de armen.
Opmerkelijk is het begijnhof, want dit legt net buiten de stad. De voormalige woonplaats van de begijntjes werd gesticht in 1258. Eveneens uit de 13e eeuw dateert de Begijnhofkerk. De 38 muurschilderingen vormen een van de belangrijkste collecties in België.
Sint-Tuiden is gebouwd op het riviertje Cicindria dat zich voor een deel verborgen in en gewelf onder des stad kronkelt.
Begijntjes
Kenmerkend voor Vlaanderen zijn de begijnhoven. Van de in totaal 33 begijnhoven in Nederland, Frankrijk en België bevinden zich er maar liefst 26 in het Vlaamse Gewest.
De begijnenbeweging ontstond in 12e eeuw als reactie op wantoestanden en zedelijk verval.
De begijntjes leden een sober leven en onthielden zich van genot.
Aanvankelijk leefden de vrome, ongehuwde, vrouwen verspreid door de stad, maar gaandeweg werden gemeenschappen gevormd in afzonderlijke hoven.
Een belangrijk verschil tussen begijnen en nonnen was dat begijnen niet de gelofte van armoede afleggen. Begijnen hoorden niet bij een kloosterorde, leefden ook niet in een klooster, maar in een huis op het begijnhof. Zij konden zelfs de gemeenschap verlaten, om bijvoorbeeld een huwelijk aan te gaan.
Op toe te mogen treden deden de vrouwen de gelofte van gehoorzaamheid en zuiverheid. Anders dan bij een kloosterorde, waarbij de moeder-overste van het klooster door hogerhand wordt benoemd, kozen begijntjes jaarlijks de grootjuffrouw als hoofd van hun gemeenschap. De begijntjes verdienden de kost met kant-, naai-, en borduurwerk. Daarnaast zetten de vrouwen zich in voor de armen en de zieken.
Het aantal begijnen in Vlaanderen is de laatste decennia snel teruggelopen van 600 in 1960 tot 5 in het jaar 2000. Op het Groot Elisabeth Begijnhof te Gent was tot 2003 nog een begijntjesgemeenschap, maar in dat jaar overleed grootjuffrouw Josepha Goethals. Op 2013 overleed de laatste begijn ter wereld: Marcella Pattyn.
Overige routes
Toerisme Sint-Truiden en Haspengouw heeft op het knooppuntennetwerk van Belgisch-Limburg 3 routes uitgezet vanuit Sint-Truiden met elk een eigen thema;
- de streekbieren lus
- de kastelen lus
- de fruitige lus
Appelszien
Dit is de naam van een speciale kaart van Toerisme Limburg met een aantal fietsroutes in de omgeving van Sint-Truiden. Op de kaart staan overnachtingsmogelijkheden, fietscafés en streekproductenwinkels. Verder vind je op deze kaart toeristische informatie.
Belgisch-Limburg is dé fietsprovincie van België met prachtige en goed verzorgde fietsroutes. De bekende fietsknooppunten zijn hier uitgevonden. “Dit noemen we loltrappen,” zeggen ze in Belgisch-Limburg.
Informatie
Toerisme Sint-Tuiden heeft in het stadhuis op de Grote Markt van Sint-Truiden een informatiecentrum. Hier tref je ook alle fietskaarten. Je kunt er ook streekproducten kopen. Ook op de zondagen geopend.
Voor meer informatie:
www.toerismelimburg.be
www.toerismevlaanderen.nl