Ergens aan de rand van de Grote Oceaan, nog dichter bij Taiwan dan bij het vasteland van de Filipijnen. Tien eilanden liggen hier, waarvan er 3 bewoond zijn. Contributor Grietje neemt je mee.
Batanes
Dit is het thuis van de Ivatan en hun tyfoon proof woningen. Want ja, zo eenzaam op zee wordt je nog wel eens getroffen door een storm of wat.
Om er te komen vlieg je eerst van Amsterdam naar Manila, al dan niet met tussenstop, pak je een hotelletje en vlieg je ‘s morgens vroeg door naar Batan. Voor de andere eilanden moet je de boot op, het liefst twee en een half uur, over ruige zee. Dat moet je niet doen als je reis al bijna ten einde is, want met een beetje straffe wind zit je hier zo een paar dagen vast.
En dan lijkt alles ook nog zo on-Filipijns als maar kan. Vergeet de witte stranden, koralen en walvishaaien maar denk aan uitgestrekte Heidi heuvels met eenzaam grazende koeien, en hoge rotsformaties in de klotsende golven.
Mooi, dat zeker, maar dat hebben ze in Schotland toch ook? Een stuk dichter bij huis en een stuk makkelijker te bereiken.
Een stuk goedkoper ook, want voor een vliegticket naar Batanes betaal je zo 400 euro. Vanaf Manila welteverstaan. Het is een van de duurdere– zo niet de duurste – inlandse vlucht die het land te bieden heeft. Filipino’s onderling fluisteren elkaar toe dat je nog beter naar Hong Kong kan vliegen, als geld belangrijk voor je is.
ZIE OOK: 5 tips voor een geslaagde reis naar Gambia
Je snapt waarom Batanes door de meeste westerse toeristen weer snel van tafel wordt geveegd.
Waarom is het voor vele Filipino’s dan toch een droombestemming?
En waarom ging ik hier zelf eigenlijk heen?!
Batanes, vroeger en nu
Batanes is pas sinds 2014 in ontwikkeling als toeristisch gebied.
Door haar ligging midden op zee is het een afgelegen stukje aarde. De ouderen van dagen herinneren zich nog een tijd waarin met roeiboten van eiland naar eiland werd gevaren. En wilde men naar Manila? Dan ging er 1 keer per week een vliegtuig, zo schreeuwend duur dat jan met de pet het niet kon betalen. De beste optie was de grote banka, die er enkele dagen tot een week over deed om in Manila te geraken. Als je überhaupt al arriveerde…. Menig eilandbewoner kent wel iemand die voor altijd in de golven is verdwenen. Zelfs de motorfietsen die je door heel Azië ziet, zijn hier pas enkele jaren prominent aanwezig.
Maagdelijk, worden de eilanden genoemd. Weg van de hoge gebouwen en vervuiling van Manila, weg van de alledaagse zorgen. Hoewel je vandaag de dag ook hier met een motortje van A naar B gaat, en je je armspieren kan laten rusten tijdens het eilandhoppen, gaat het leven hier traag en rustig voorbij.
Hier zijn geen zwervers, geen straatrovers, er is geen criminaliteit. Er zijn agenten, maar die weten zelf ook niet zo goed wat ze hier eigenlijk doen. Ja, eens per jaar een dronken toerist van de straat plukken en terug naar z’n hotel brengen, maar daar is het dan ook wel zo’n beetje mee gezegd. Je laat je tas hier gewoon in een open tuktuk staan en zet tijdens het slapen gerust de deuren open voor een frisse bries zeewind. Het is een kleine community waar iedereen elkaar kent.
Veiligheid of geborgenheid?
Die extreme veiligheid vind je niet zomaar overal in de Filipijnen, of zelfs maar op de wereld. Het was voor mij als vrouwelijke soloreiziger zeker een trigger om naar hier te gaan. Je kan ‘s nachts bij de vuurtoren de melkweg fotograferen en daarna met een gerust hart terug naar je guesthouse lopen.
Is het alleen veiligheid? Het lijkt meer dan dat. Ik voelde me in de 8 dagen dat ik hier verbleef echt geborgen. In de jeepney wilde men de rit voor me betalen en werd ik uitgenodigd in zomerhuisjes voor een volgend verblijf. In het guesthouse wilden de andere gasten voor me koken en me mee op tour nemen. Iedereen was nieuwsgierig naar wat zo’n meisje als ik hier nu alleen deed. Iedereen wilde me graag opnemen in z’n groepje, voor me zorgen, zonder daarbij opdringerig te zijn. Ik voelde me heel warm verwelkomd.
Tours en natuur
Buiten de rust en lieve mensen kom je hier voor de natuur. De voornaamste ‘attracties’ zijn tourtjes over het eiland, achter op de motor of in de tuktuk. Als je vroeg ‘s morgens gaat zijn er nog geen anderen, en heb je de prachtige heuvels helemaal voor jezelf.
Zoals gezegd doet het erg on-Filipijns aan. De foto’s die ik van tevoren op internet zag gaven mij het ‘dit ken ik al wel’ gevoel. En toch…. als je er bent is het anders. De hele entourage eromheen, daar lopen met je Filipijnse gids, helemaal alleen bovenop die berg zitten en in de nog koele vroege ochtend over de heuvels staren. Het deed meer met me dan ik had gedacht.
Vooral de Marlboro Hills op Batan zijn indrukwekkend. En ik kan je zeker ook Itbayat aanraden! De sunrise tour brengt je naar een landschap waar Game of Thrones jaloers op zou zijn.
Ivatan
De originele bewoners van dit gebied zijn de Ivatan. Hun cultuur is sterk beïnvloed door hun omgeving. De huizen die je hier vindt bijvoorbeeld hebben van oudsher extreem dikke muren vanwege de geregeld langsrazende tyfoons. Er werden flinke keien gestapeld, vastgezet met een soort voegsel dat werd gemaakt door stenen tot poeder te vermalen. De huizen overleven storm na storm, sommigen staan er al meer dan 100 jaar. Zeer indrukwekkend!
Met moderne bouwmethoden zijn de muren dunner geworden. Gelukkig is de ouderwetse bouwstijl nog op veel plekken te zien. Vooral op Sabtang kan je de huizen nog veelvuldig bewonderen.
Naast hun bouwkwaliteiten staan de Ivatan bekend om de Vakul. Een hoofddeksel dat bescherming biedt tegen zon en regen. Hij wordt gemaakt van speciale palmbladeren en heeft meer weg heeft van een pruik dan van een hoed. Hoewel de Vakul ook nu nog gebruikt worden, heb ik er helaas niemand mee zien lopen. Bij de toeristenstalletjes zijn ze wel te zien en te leen. Een vakul-selfie is zo gemaakt!
Drie eilanden
Van de 10 eilanden zijn er dus 3 permanent bewoond: Batan, Sabtang en Itbayat.
Elk met zijn eigen charme! Laat me voor alle drie een klein tipje van de sluier oplichten.
Batan
Bij een bezoek aan Batanes zal Batan je eerste kennismaking zijn. Per vliegtuig arriveer je in Basco, hoofdstad van Batan en van de provincie. Nuja, stel je zeker geen grote stad voor. Het is een klein, vrij overzichtelijk dorp met voldoende keus in guesthouses en restaurants om iedereen tevreden te stellen. De twee voornaamste tours zijn de Noord Tour en de Zuid Tour. Beiden tonen je verschillende viewpoints met uitzichten over kliffen en heuvels. Ook bezoek je de vuurtorens en bijvoorbeeld Honesty Coffeeshop. Hier staat niemand in de winkel, men gaat ervan uit dat je zo eerlijk bent te betalen in de donatiepot als je je koffie met koek hebt genuttigd. In de Noord Tour wordt Fundacion Pacita meegepikt. Een nature lodge bovenop de heuvel.
Mooi om te zien, nog leuker om hier ook te verblijven! Een prachtig uitzicht en een fantastische kamer staan je te wachten. Eten kan aan de overkant bij Cafe du Tukon. Wat overigens ook een aanrader is als je een hotel of guesthouse elders hebt geregeld. De meeste Filipijnse toeristen gaan op hun laatste avond hier dineren. Zorg er wel voor dat je reserveert. Bij je hotel hebben ze ongetwijfeld de contactgegevens.
Een aanrader voor een (budget) guesthouse in Basco is Nanay Cita’s. Goede bedden, een zachte prijs en een hartelijk ontvangst. Er is geen website, maar contact via facebook is mogelijk voor een reservering.
Buiten de twee bekende tours, kan je je hier makkelijk nog een aantal dagen vermaken.
Huur een (motor)fiets en trek er zelf op uit, of bedwing Mr Iraya bijvoorbeeld! Het hoogste punt van het eiland, en een stevige klim. Je kan ook een bezoekje brengen aan de spring of youth.
Verder schijnen er ook veel bijzondere vogelsoorten voor te komen, voor de liefhebber!
Sabtang
Op een half uurtje varen van Batan ligt Sabtang. Vanaf vroeg in de ochtend vertrekken er veerponten vanuit de kleine haven van Ivana, zuid Batan. Omdat er tot vroeg in de middag nog boten terug gaan, kan je Sabtang in een halve dag bezoeken. Arriveer ‘s morgens, registreer je en betaal de toeristenbelasting en vertrek met een van de gidsen die in de haven staan te wachten. Omdat de meeste Filipijnse toeristen maar 3 dagen naar Batanes komen, is dit een goedlopende optie. Als je meer tijd hebt, blijf een nachtje! In de middag is het eiland zo goed als schoon van toeristen en heb je alles helemaal voor jezelf. Fantastisch om dan je tours te doen, niet gehinderd door enkele met selfiesticks springende toeristen.
Want ondanks dat Batanes geen veelbezochte bestemming is, is toerisme hier zeker wel aanwezig. Je merkt dat de eilanden erop ingesteld raken. Op Sabtang komt zelfs al een zipline – waar ze in de rest van de Filipijnen ook gek op zijn. Vertrek je ‘s morgens vroeg op tour of wacht je dus tot iedereen van het eiland is, dan heb je alle plekken makkelijk voor jezelf. Het toerisme valt dus zeker makkelijk te omzeilen.
Verblijven kan hier op verschillende plaatsen. Ik logeerde bij Margie – een dame op leeftijd waar ik door mijn gids naartoe werd gebracht. Het bed was simpel maar doeltreffend en Margie is een vrouw met een lieve lach. Houd in het achterhoofd dat elk hotel of homestay even veel kost, namelijk 300 pesos. Daarvoor kan je in het huisje bij de vuurtoren slapen, of zoals ik bij iemand in de woonkamer. Als je zeker wilt zijn van de plek die je in gedachten hebt, maak een reservering. Zeker in het hoogseizoen (maart tot en met mei) kan een bedje al bezet zijn. Ze zijn niet heel dik bezaaid op dit eiland.
Itbayat
En het toerisme omzeil je zeker als je naar Itbayat gaat. Dit eiland is te bereiken vanuit de haven van Basco. Itbayat ligt ten noorden van Batan op zo’n 2,5u varen. Zoals gezegd gaan de meeste lokale toeristen maar 3 dagen naar Batanes. Een bezoek aan Itbayat is dan te veel van het goede. Zeker omdat je niet dezelfde dag terug kan. De boot gaat ‘s morgens heen en vrijwel direct weer terug. Je moet hier wel een nachtje blijven wil je echt wat kunnen zien.
Het gevolg: slechts 2 guesthouses (Miss Cano’s en het guesthouse van de burgemeester) en bijna geen toeristen. Dit eiland maakte op mij het meeste indruk!
Het is het meest noordelijk bewoonde eiland van de Filipijnen, en van de drie bewoonde eilanden verreweg de ruigste als het gaat om landschappen. Je kan verschillende grotten bezichtigen en bewandelen. Maar ook de sunrise tour is er een om niet te vergeten. Vertrek om 3u ‘s morgens op een wandeling van zo’n 1,5u. Wat je aantreft aan het einde van de weg is een prachtige zonsopkomst en een landschap waar Game of Thrones jaloers op zou zijn. En dat alles helemaal voor jou alleen.
Itbayat laat je voelen hoe het is om ver van huis te zijn.
Dus, waarom gaan nu al die locals erheen?
Vanwege de prachtige natuur, het geborgen gevoel en het ‘weg van alle zorgen’ – ongetwijfeld! Al die factoren spelen zeker een rol. Maar vergeet ook niet dat dit een exclusief eiland is. Een retourticket van 400 euro kan niet iedereen betalen. Er is ook maar een beperkt aantal vliegtickets beschikbaar. Een bezoekje aan Batanes krijgt hierdoor een mythisch tintje. Die droomplek, maagdelijke eilanden, maar niet voor zomaar iedereen….
De hoge prijzen proberen een plek als deze ook verre te houden van wat Boracay en sommige Thaise eilanden ten deel valt. Het is duur, maar er valt ook wat voor te zeggen.
Zou ik je adviseren hier op vakantie te gaan?
Dat ligt eraan wat je zoekt. Wil je naar de Filipijnen voor stranden, koralen, walvishaaien of rijstvelden – dan zou ik een andere bestemming kiezen. Ook voor een budgetreis is Batanes geen beste keus.
Maar wil je een van de veiligste plekken op aarde zien, genieten van mooie natuur en je vooral omringen met lieve, zorgzame mensen – dan moet je zeker gaan! Je zal er geen spijt van krijgen.
Oh en mocht je je zorgen maken over de tyfoons – ga niet in het tyfoon seizoen. Een goede reistijd is in de locale zomer, tussen maart en mei. De kans op een tyfoon is dan het kleinst en aan zon geen gebrek!
Wil je meer weten over wat Batanes te bieden heeft?
Bekijk hier onze video over Batan:
En hier die van Itbayat en Sabtang:
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.