Ook in Drenthe is de herfst ingestreden. De groene provincie kleurt langzaam rood, bruin, geel en oranje. Een ideaal moment voor een fietstocht door de veranderende natuur in het gebied waarnaar ik, na tien jaar afwezigheid, onlangs ben teruggekeerd.
Ik hou van de herfst. De frisse wind in mijn gezicht, wegkruipen in mijn gebreide sjaal en in een warm huis thee drinken na een lange boswandeling. Op een bewolkte donderdagmiddag roept de buitenlucht mij en vind ik het tijd om op verkenning te gaan in het ‘Drenthe van vroeger’. Niet alleen de plekken waar de geschiedenis van Drenthe te herkennen is, ook de plekken waar ik als klein meisje kwam. De inmiddels gesloten speeltuin De Vluchtheuvel in Norg, de landschappen die ik tijdens de Drentse fietsvierdaagse zag, de café’s waar ik appeltaart of frietjes at en de rustplekken waar ik tijdens een pauze witte bolletjes met hagelslag at aan een picknicktafel naast een ANWB-paddestoel. Met mijn versnellingloze Kronan fiets ik dertig kilometer door de dorpen en weilanden, om met een leeg hoofd, zere benen en een volle SD-kaart weer terug te komen.
Start: Ter Aardsebrug, Assen
Ik vertrek in Assen, op de Ter Aardsebrug. Dit is de brug tussen de wijken Peelo en Pittelo, die Assen over de A28 verbindt met het dorpje Ter Aard. De grens tussen stad en platteland, waar ik de hectiek achter me kan laten en me kan focussen op de natuuur. Telefoon uit en rustig over de Drentse fietspaden fietsen, langs weilanden met koeien, terwijl ik ondertussen word ingehaald door traktoren. Heerlijk. En als de wind een vleugje koeienvlaaigeur meeneemt, voel ik me nog meer thuis. En er zijn hier nogal wat koeienvlaaien en dus koeien langs de weilanden in de weg!
Het Zeijerwiekie
Het is ongeveer drie kilometer naar het Zeijerwiekie. De officiele naam: Zeijerwiek. En in ABN: Zijerwijk, maar er is niemand die het zo noemt. Het Zeijerwiekie is een oud verbindingskanaal. Het werd gegraven in de jaren dertig van de twintisgte eeuw en maakte Zeijen bereikbaar per schip. Nadat de wiek door de opkomst van vrachtwagens haar functie verloor, werd hij deels gestort met puin, terwijl een ander deel verlandde. Jaren later, in 1983, werd de wiek met hulp van subsidie gebaggerd en werd overmatige begroeiing verwijderd om het Zeijerwiekie te herstellen. Om het water in de wiek op peil te houden, werd een grondwaterpomp geslagen. Deze activiteit leidde ertoe dat een groep vrijwilligers zich in ging zetten voor de wiek. Hieruit is in 2001 stichting Zeijerwiek e.o. ontstaan. Vaarwegen werden vrij gemaakt van bomen en wandelpaden werden hersteld. Bekijk deze video voor een uitgebreider kijkje in de geschiedenis van het Zeijerwiekie:
Het is nu in elk geval een prachtige plek om te wandelen. Ik loop om het smalle, lange wiekie heen en de enige die ik tegenkom, is een vrouw die haar beagle uitlaat. Heerlijk, wat een rust! Tussen de bomen door heb ik een geweldig uitzicht over de velden en zie ik op veel kleinere afstand een verdwaalde rode paddestoel. Vlak naast het wandelpad staan ook nog eens bramenstruiken. Helaas ben ik te vroeg om al van de bramen te kunnen smullen. Of misschien ben ik was te laat en hebben andere wandelaars (of vogels natuurlijk) ze al opgegeten?
Op de fiets naar Norg
Na mijn korte wandeltocht wijst een van de 1000 ANWB-paddestoelen die Drenthe rijk is me de weg naar Norg. Dit dorp groeide pas halverwege de vorige eeuw, dus na de tweede oorlog, uit tot het dorp dat het nu is. Geen van de destijds al bestaande gebouwen is getroffen door het geweld in de jaren veertig, maar de dichte bossen in de omgeving werden wel gebruikt om verzetsstrijders te executeren. De namen van deze strijders zijn nog te lezen op diverse monumenten en één van de excecuteurs in Norg was de lang gezochte en inmiddels overleden Klaas Carel Faber. De omgeving is nu juist rustgevend: onderweg niets dan velden, bomen, boerderijen, tracktoren en tjilpende vogels
Ik had mijn zinnen al gezet op een kop koffie bij het leukste café dat ik in Norg kan vinden, en nu moet ik kiezen uit de drie café’s die ik hier zie. Het wordt ‘t Wapen van Norg aan de Brink, tegenover de Sint-Margaretakerk. Deze kerk werd in de dertiende eeuw gebouwd, en had twee houten voorgangers, waarvan de eerste waarschijnlijk al in het jaar 1000 werd gebouwd. Zo goed als aan de voet van de kerk zit ik als enige op het terras, in de frisse maar niet koude buitenlucht, mijn jas over mijn schouders en extra verwarmd door een heater achter me. Op de kaart met speciale koffies staan vier bijzondere creaties. Mjn keuze viel, geheel tegen mijn principes van het niet eten van tarwe, suiker en zuivel in, op de CaféBrulee: een koffie met karamel en vanille onder een dak van slagroom met daarop hazelnootkrokantjes en kletskoppen. Heerlijk! Navraag leerde me dat deze koffie nog stamt uit de tijd dat het café van Douwe Egberts was. Het recept is behouden en ‘t Wapen van Norg heeft vaste klanten die speciaal voor een van deze vier koffies langskomen.
Deze middag is het rustig in Norg. Twee dames praten op straat met elkaar, twee grijze mannen lopen stapvoets naar een nabije winkel en af en toe rijdt er iemand langs op de fiets, in de auto of op de tracktor. Wie op zoek is naar Drentse rust, vindt het hier zeker weten.
Voormalig speeltuin De Vluchtheuvel
Als je net als ik vroeger regelmatig in speeltuin De Vluchtheuvel kwam, herinner je je vast nog wel onder andere de grote klimpiramide van touw, de lange kabelbaan en twee enorme wipwappen. Inmiddels is daar niks meer van over. In 2007 werd het park na ongeveer veertig jaar gesloten, attracties werden gestript en een jaar later werd het park gekraakt. De eigenaar gedoogde de krakers en ze wonen er nu nog steeds:
Via Donderen terug naar Assen
Op de weg van Norg via Donderen terug naar de Ter Aardsebrug kom je nog veel meer landerijen en natuurgebieden tegen. Wat zou ik graag thee drinken bij theehuis De Bosrand (wat er in het echt een stuk leuker uitziet dan op de site) en vanaf daar wandelen op het Noordsche Veld, een prachtig natuurgebied dat wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Het bestaat uit bos en hei en je vindt er grafheuvels uit de tijd dat de mensen hun doden nog niet begroeven, maar onder een laag aarde bedekten. Zo vertelt boswachter Aaldrik Pot, tevens auteur voor Noorderland magazine, in onderstaande video:
Helaas voor mij is het alweer tijd om naar huis te gaan, want in het donker fietsen over niet-verlichte bospaden in een gebied waar ik de weg niet weet, daar heb ik niet zoveel zin in. Het Noordenveld gaat nergens naartoe, dus dat bezoek ik een andere keer wel. Onderweg naar Assen is er bovendien nog genoeg moois te zien:
Ook vind je in verschillende natuurgebieden in de buurt van Zeijen Tjaskers. Een Tjasker is één van de kleinste windmolens die is ontwikkeld in Friesland en zijn functie was vroeger om in de zomermaanden veentjes droog te houden, zodat er wat turf kon worden gestoken. ‘s Winters werden de molens binnengezet, wat ook met deze Tjasker gebeurt. Het is een oude molen: voor 1940 stond deze in het Drentse dorpje Amen, in 1983 werd hij op deze plek gezet.
Natuurlijk hoef je voor veel van bovenstaande niet per sé op de fiets te stappen. Ook met de auto is alles te bereiken. Het fijne aan de fiets vind ik echter de wind die je om je heen voelt, de frisse lucht die je inademt en de veel lagere snelheid waarmee je het landschap aan je voorbij laat trekken. Dan pas ben je écht in Drenthe.
Hoe je dit stukje Drenthe ook gaat verkennen: genait ter van!
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.