Wanneer de regen wegtrekt, schijnt het grijze zachte licht op de daken en gevels van de stad. De terrasjes worden opgebouwd, de mensen wagen zich weer naar buiten en langzaam vullen de straten zich met het typische geroezemoes van toeristen.
Met iedere lichtstraal die door de wolken breekt keert de gemoedelijke gezelligheid die de stad zo kenmerkt, weer terug. Net over de Franse grens voelt de stad vriendelijk en toegankelijk aan, alsof je in Vlaanderen bent. Maar dan wel met een Franse flair. Lille heeft niet het ‘wow’ effect van een wereldstad als Parijs, het is geen drukke metropool, maar toch doen de woorden ‘gezellig en bourgondisch’ de stad tekort. Want pas als je je ogen echt opent en voorbij de vele terrasjes en sfeervolle pleintjes kijkt, zie je de echte pracht van Lille.
Bij het binnenrijden van de stad doet Lille heel modern aan. Veel flatgebouwen, veel beton en glas. Maar eenmaal van de grote wegen af waan ik me in een klein Middeleeuws paradijs. De toren van de kathedraal steekt boven de daken uit. Smalle straten met hieraan hoge, smalle huizen kronkelen door de stad. Slenterend door het hart van Vieux Lille komen we uit bij het charmante Musée de l’Hospice Comtesse. Eens een hospitaal dat in 1237 werd gesticht door gravin Jeanne van Vlaanderen, is het nu een museum waar je de voormalige ziekenzaal, kapel en andere ruimtes van het hospitaal kan bezoeken. In de zalen wordt allerlei kunstnijverheid getoond. Houtsnijwerk, schilderijen, meubels, wandtapijten. Wanneer we de geplaveide binnenplaats oversteken om de kleine medicinale tuin te bekijken, valt ons weer op hoe Vlaams niet alleen het stadje zelf is, maar ook de gebouwen.

Dit is niet het enige verrassende element aan Lille. De kleine, charmante stad huist namelijk een van de belangrijkste musea van Frankrijk, na voornaamste na het Louvre; het Palais des Beaux-Arts de Lille. Het monumentale eind 19de eeuwse gebouw heeft een indrukwekkende 22.000 m² tentoonstellingsruimte, waar plaats is voor topstukken uit de Europese schilderkunst; Rubens, Van Dyck, Goya, Delacroix, David, Rodin. In feite bleek het museum zo groot, dat ik er in plaats van een dag, wel een week had kunnen rondlopen; ik blijk uit tijdgebrek het tekeningenkabinet, met 40 tekeningen van Rafaël, zelfs gemist te hebben! Deze kwaliteit en vooraanstaande collectie had ik niet verwacht in een kleine stad aan de Franse grens!

Spectaculaire stilte, zo kan je Lille misschien best omschrijven. Achter de gevels van de gebouwen gaan omvangrijke kunstcollecties prijs, in de vele kleine cafétjes drink je een wijntje, of natuurlijk een Vlaams speciaalbier. Het mooie is, dat je de stad kan ontdekken tijdens het wandelen. Alles ligt zo dicht bij elkaar dat je het openbaar vervoer niet nodig hebt. Maar ook buiten het centrum is er voldoende te zien en te doen. Je kan een trip maken naar Roubaix, dat bij mij meteen associaties oproept met kasseienstroken en Flandriens, maar in het voormalige art-decozwembad ook het Musée d’Art et d’Industrie herbergt. Of het LaM, buiten het centrum van Lille, met een vermaarde collectie hedendaagse kunst.
De zondag bezoeken we musea, slenteren door de stille straten, nu de meeste winkels gesloten zijn. Wandelend door de kleine dierentuin in het park rondom de Citadel, valt de regen weer met bakken uit de hemel. Het regent vaak in Lille. Maar we weten inmiddels; wanneer de regen wegtrekt, schijnt het grijze zachte licht op de daken en gevels van de stad. De terrasjes worden opgebouwd, de mensen wagen zich weer naar buiten en in deze rust en stilte laat Lille ons haar eigen gezicht zien.
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.