Uniek en onwijs Gaaf! Madagaskar – het op drie na grootste eiland van de wereld. Het eiland dat bekend staat om zijn rijke flora en fauna. De prachtige ongerepte regenwouden en het neefje van de aap – de lemuur. Of misschien beter bekend als de app King Julian uit de film Madagaskar waarvan er alleen op dit eiland zo’n 30 verschillende soorten vrij in de natuur leven. Een must voor echte avonturiers en ‘ontdekkingsreizigers’ onder ons!

De vlucht naar Madagaskar

Met de meeste vluchten vanuit Nederland, via Parijs, land je laat in de avond op Antananarivo, de hoofdstad van Madagaskar en ook wel Tana genoemd. Het eiland zelf wordt ook wel het ‘rode eiland’ genoemd, vanwege de rode aarde. Iets wat je bij aankomst meteen ontdekt, je rijdt voornamelijk over onverharde ‘rode’ hobbelige wegen.

Onze eerste overnachting is in Meva Guesthouse, de eigenaresse is Nederlandse en getrouwd met een Madagassiër. Een prima start, je kunt nog even genieten van een warme douche, voorlopig de laatste, en een lekker Frans ontbijt.

De Babakoto in Mitsinjo Park.

De volgende ochtend vertrekken we gelijk richting Andasibe en overnachten in hotel Les Orchidées. Dit hotel bevindt zich in de hoofdstraat van het dorp. In het begin een beetje spannend, de meeste toeristen laten zich afzetten bij omliggende ‘luxe’ resorts, wij daarin tegen gaan het ‘echte Madagassische leven’ ontdekken. De bevolking is alleraardigst en we hebben ons geen moment onveilig gevoeld, dat geldt trouwens voor heel Madagaskar.

In Andasibe brengen we een bezoek aan Mitsinjo, niet het nationale park, maar een wat kleiner park dat wordt onderhouden door een Non Governmental Organization. De entree die je betaalt gaat naar het behoud van de natuur, zodat de lokale gemeenschap zoveel mogelijk gebruik kan maken van natuurlijke bronnen. Ook zetten ze zich in voor de gezondheid voor honderden huishoudens in de omgeving, door het uitdelen van voorbehoedsmiddelen, klamboes en waterzuiveringstabletten. Er zijn verschillende ‘trails’ te boeken, zelfs een tocht op het ‘bladerdak van het oerwoud’. Wij hebben een fantastische dag- en nachtwandeling gemaakt en o.a. sifaka’s (bekend als de dansende lemuur), kameleons, gecko’s en de mooie zwart- wit lemuur gespot.

Richting Manambato

We zetten ons avontuur verder richting Manambato. Dit dorp ligt aan het Canal des Pangalanes, een 650 kilometer lang kanaal uit de koloniale tijd. Vanaf hier varen we met een traditionele boot (piroque), gids en schipper richting Andranokoditra. Deze boottocht is een echte aanrader, je ontdekt de prachtige flora en fauna, vaart langs vele dorpjes – met lieve zwaaiende kindjes aan de waterkant. We verblijven de komende twee dagen bij ‘mister Eduard’, een geweldige man, een echte Madagassiër, die in Andranokoditra een aantal eco- bungalows heeft gebouwd – voor verdwaalde toeristen. De meeste toeristen verblijven aan de overkant van het kanaal, daar bevindt zich het Palmarium – een toeristisch park waar alle lemuur soorten leven. We hebben een zeezicht bungalow en kijken uit over de ruige Indische Oceaan. Andranokoditra ligt als een eilandje gelegen tussen het kanaal en de zee. Tijdens het diner – klaargemaakt door de dochter van mister Eduard, heerlijke verse vis – worden we getrakteerd op een muziek en dans voorstelling van de vrouwen associatie A’ditra.

Dansvoorstelling van vrouwen associatie A’ditra.

Zorg voor voldoende water

De reis gaat verder richting Toamasina, het is de 22 stad en tevens de belangrijkste haven van Madagaskar. Ik smachten inmiddels naar een koude cola, want de afgelopen dagen was het vooral ‘lauw’ water. Wees goed voorbereid en zorg voor voldoende waterflessen. In Toamasina overnachten we in het Lambahoany Eco Centre. Vanaf hier vertrekken verschillende trekkings naar het ongerepte regenwoud van Fetrahomby. Tip: ga de avond voor de trekking lekker eten bij Ocean 501. Bestel de heilige Zebu, een echte delicatessen, en geniet van het uitzicht op zee.

De trekking

In alle vroegte worden we wakker gemaakt door de nachtwaker, om 06:00 uur staat namelijk onze pousse-velo, driewielige fiets, te wachten die ons brengt naar de taxi- brousse, een lokale taxi bus. Deze dag is te omschrijven als één van mijn meest bijzondere ervaring ooit. We gaan vandaag met een traditionele boot onze route verder afleggen. alleen is de boot dit keer niet privé. We zitten samen met een kleine 1000 kilo rijst, ongeveer 15 kippen en 25 locals op één (bijna) zinkende boot. Verbaas je niet als onderweg nog meer mensen aan boord komen en dat we ongeveer zeven keer zijn vastgelopen. Maar na zes uur opgevouwen te hebben gezeten, een ervaring rijker, komen we aan land. Vanaf hier wandelen we twaalf kilometer landinwaarts.

Oun mijndorpje

Onze tocht heeft als eindbestemming een oud mijndorpje. Sinds de mijn is stilgelegd, een aantal jaren geleden is het dorpje erg arm geworden. Doordat George, de eigenaar van Lambahoany Eco Centre o.a. deze trekking organiseert, komt er weer geld binnen door kleinschalig toerisme. Als toerist is het een bijzondere ervaring en mag je overnachten bij de burgemeester van het dorp. In de avond wordt er een diner geserveerd door de burgemeestersvrouw en zijn dochters, een heerlijke kip. Klein detail, het is pikdonker in de eetkamer, op één kaars na, het is dus een beetje spannend wat je uiteindelijk eet. 

Verder is er geen stromend water en toilet in het regenwoud, gewoon een gat in de grond en wassen bij een riviertje in de buurt, hou hier dus rekening mee. Schrik niet als je de volgende ochtend een brandalarm hoort afgaan in het regenwoud, een verschrikkelijk kabaal. Het is de Babakoto die ontwaakt, de malagassische naam voor de Indri, de grootste lemurensoort, die sprekend lijkt op een zwart-wit knuffelbeertje.

Het dochtertje van de burgermeester in het regenwoud van Fetrahomby.

Ill Aux Nattes

Wij sluiten (bijna) ons avontuur af op het idyllische eilandje Ill Aux Nattes. Het is een hele dag reizen, vanaf Centre Lambahoany met de pousse-velo richting de taxi brousse en na een autorit van vier uur met de boot naar Saint Marie, om vanaf daar met de traditionele boot – zonder motor, maar dit keer gepeddeld door een sterke man – richting het eilandje Ill Aux Nattes te varen. We overnachting in Baboo Village. Witte zandstranden, helder blauw water, romantische bungalows en bijna geen toeristen. Na vele kilometers, nieuwe indrukken, is dit een perfecte ontspannende afsluiter voor een bijzonder rondreis. Even lekker twee dagen genieten van zon, zee en de kookkunsten van een lokale kok, die in de middag de ‘catch of the day’ al aan je toont.

Na twee dagen vertrekken we met een binnenlandse vlucht vanaf Saint Marie Island terug naar Antananarivo. We hebben nog twee nachten in Meva Guesthouse voordat onze vlucht richting Nederland vertrekt. Een echte ‘must do’ is een stadstour met privé gids – onze gids is een leuke jongen, ergens in de twintig, die perfect Engels spreekt. Hij rijdt ons door de hoofdstad – een stad die gebouwd is op twaalf historische heuvels. Ondanks dat de stad meer dan twee miljoen inwoners telt heeft Tana nog een vrij dorpse uitstraling, met een wirwar van smalle steegjes, intieme pleintjes, brede trappen en bruggen die de heuvels met elkaar verbinden. Onze gids neemt ons o.a. mee naar een lokale markt en de ruïne van het ‘ooit’ imposante paleis van de koning – vanaf hier heb je ook een prachtig uitzicht over de stad. Antananarivo was ooit een Franse kolonie en er rijden dan ook nog veel Franse oldtimers. Het is ontzettend leuk om een dag door de hoofdstad te wandelen.

De lelijke eend in Antananarivo.

Op onze allerlaatste dag vertrekt onze vlucht laat in de avond. We eindige met een picknick op het platteland, zo’n half uur rijden vanaf het Guesthouse.
Madagaskar is een onbeschrijfelijk avontuur! De oostkust van Madagaskar is het ‘echte Madagassische leven’!