Het toeristisch jaar 2017 stond in het teken van de kunststroming De Stijl. Het was namelijk exact 100 jaar geleden dat verschillende belangrijke Nederlandse kunstschilders zich hierin verenigden. Dit jubileumjaar werd gevierd met een groot aantal exposities in toonaangevende musea in liefst vijftien Nederlandse steden.

In Gelderland participeerden musea in Apeldoorn, Arnhem, Otterlo, Harderwijk en Winterswijk. Omdat NBTC Holland Marketing met name in het buitenland aandacht voor de tentoonstellingen vroeg, was dit ook terug te zien in de herkomst van de bezoekers. NIPO/NBTC constateerde in het vandaag gepubliceerde onderzoek dat er landelijk gezien, liefst 600.000 bezoekers kwamen naar alle exposities, waarvan 20% afkomstig was uit het buitenland. Zij besteedden circa € 100 miljoen. Voor Gelderland betekende het een toevloed van ruim 55.000 extra bezoekers, die hier € 13 miljoen uitgaven. Bijna de helft van deze bezoekers was afkomstig uit het buitenland.

De Stijl

In 2017 was het honderd jaar geleden dat de Nederlandse kunststroming De Stijl werd opgericht in Leiden door Theo van Doesburg. Piet Mondriaan was een van de beroemde schilders binnen deze kunststroming. De laatste 25 jaar onderscheidt Nederland zich internationaal ook sterk op gebied van moderne industriële vormgeving, bekend geworden als Dutch Design. De Stijl is zonder twijfel de belangrijkste bijdrage van Nederland aan de cultuur van de 20ste eeuw. Wat begon als de naam van een tijdschrift werd uiteindelijk een icoon van moderniteit over de hele wereld. Nederland is in 2017 dan ook aan buitenlandse bezoekers gepresenteerd als bestemming waar creatievelingen al honderd jaar vernieuwing brengen in architectuur en design. En dat gebeurde met een serie van bijzondere tentoonstellingen in belangrijke musea. De Gelderse Regionale Bureaus voor Toerisme zorgden voor de publiciteit in de regio.

Gelderse musea

Het Stadsmuseum Harderwijk wijdde een tentoonstelling aan de Hongaarse beeldend kunstenaar Vilmos Huszár (loopt nog tot 7 januari). Museum Arnhem zoomde in op het werk van Peter Alma. En in Villa Mondriaan in Winterswijk werd zichtbaar gemaakt waar Piet Mondriaan zijn inspiratie voor zijn schilderijen vandaan haalde. CODA Apeldoorn stelde het speelgoed van ADO tentoon, ontworpen in jaren 1925 – 1955.

In het nieuwe entreegebouw van het Nederlands Openluchtmuseum wordt sinds eind september de Canon van Nederland gepresenteerd – kunststroming De Stijl maakt daar onderdeel van uit. Het Kröller-Müller Museum tot slot, presenteerde zelfs twee exposities. De laatste, ‘De mecenas en de verversbaas’, over de relatie van Helene Kröller Müller en kunstenaar Bart van der Leck, loopt nog tot 2 april 2018.

Jubileumjaar leidt tot meer samenwerking

Het themajaar is perfect opgepakt door toonaangevende internationale media. Zo publiceerden New York Times, Le Monde en De Morgen grote artikelen. Dankzij de gezamenlijke marketing­inspanningen hebben ook de deelnemende musea en het toeristisch bedrijfsleven elkaar beter weten te vinden. Herre Dijkema, directeur Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen (RBT KAN): ”De exposities in de musea gaven toeristische bedrijven en lokale middenstand inspiratie om het thema in de stad zichtbaar te maken. Wie Harderwijk, Arnhem of Winterswijk binnen kwam, werd op tal van plekken met het themajaar geconfronteerd. Banieren, etalages, vlaggen maar ook menukaarten in restaurants voerden het beeldmerk van het themajaar. Lokale partijen hebben elkaar weten te vinden, ook voor toekomstige samenwerking”.

Lees ook dit nieuws

Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen lanceert opnieuw een drukteradar Wordt kasteel Rosendael het mooiste kasteel van Nederland? Bij het Oude Ambachten & Speelgoed museum valt deze zomer veel te beleven