Valt er nog wat te lachen in Den Haag? Ernst kenmerkt nog altijd de landsbestuurders in regeringscentrum Den Haag. Toch is er ook een ander geluid. Al sinds de middeleeuwen nemen satirici de politiek op de hak. De tentoonstelling Haagse Humor – Spotten met de politiek in het Haags Historisch Museum toont aan de hand van spotprenten en tal van tv-fragmenten een inkijkje in de rijke geschiedenis van de politieke satire in Nederland. Veel aandacht is er voor humor van Haagse bodem, zoals Wim Kan, Van Kooten en de Bie en hun Tegenpartij, en Haagse Harry. De tentoonstelling is een feest der herkenning en laat zien dat spotten met de politiek van alle tijden is.
Terugkerende thema’s in de Nederlandse politiek
De tentoonstelling belicht verschillende terugkerende thema’s in de Nederlandse politiek door de ogen van satirici. Verkiezingen, kabinetsformaties, kabinetscrises en de val van een kabinet zijn gebeurtenissen die steeds uitnodigen tot spot. Ook is er aandacht voor de satire op de gemeentepolitiek. Om met die thema’s de spot te kunnen drijven, beschikt de satiricus over een interessante gereedschapskist. Uitvergroting was al gebruikelijk in 19de- eeuwse karikaturen van Haagse politici, maar ook bij de legendarische Kopspijker-typetjes zien we dit terug. De vergelijking van politici met bijvoorbeeld dieren is zo’n andere techniek. Ook werkt de satiricus met omkering: hij beweert precies het tegenovergestelde van wat hij bedoelt. Een bekend voorbeeld, en uitgebreid op de tentoonstelling belicht, is de Tegenpartij van Jacobse & van Es (door Van Kooten en De Bie). Na een seizoen vol oplichtingspraktijken richtten Jacobse en Van Es, twee Haagse ‘vrije jongens’ in 1980 hun ‘Tegenpartij’ op, ‘voor iedereen die niet meer tegen Nederland ken’. Met leuzen als ‘Stemp de tegenpartij’ en ‘Geen gezeik, iedereen rijk’ stelden zij op meesterlijke wijze de opkomst van populisme en extreemrechtse ideeën aan de kaak.
Rijke verzameling
De tentoonstelling toont een rijke verzameling politieke prenten van onder meer Albert Hahn, L.J. Jordaan, Opland, Fritz Behrendt en Peter van Straaten. Daarnaast zijn tal van tv-fragmenten te zien, van ‘Zo is ’t toevallig ook nog eens een keer’ en ‘Farce Majeure’ tot Freek de Jonge, Van Kooten en De Bie en Kopspijkers. De tentoonstelling komt tot stand in nauwe samenwerking met het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Nederland.
In Museum de Gevangenpoort is tegelijkertijd aandacht voor de verboden humor. Nog tot ver in de 20ste eeuw konden humoristen in de problemen komen door te spotten met de Oranjes. Begrijpen we tegenwoordig nog waarom bepaalde zaken tot veel ophef of zelfs gevangenisstraffen hebben geleid? Met het combiticket (€ 10) bezoekt u beide tentoonstellingen.