“Doei Anto – veel plezier in Oostenrijk!” Dat krijg ik te horen wanneer ik de deur van kantoor achter me dicht trek. Even twijfel ik, zal ik nogmaals een poging wagen mijn collega’s aan het verstand te peuteren dat Zuid-Tirol in Italië ligt, of zal ik het zo laten?
Ik kies voor de laatste optie, zodra ik terug ben zal ik ze verbluffen met mijn verhalen en foto’s over… Italië!
Zuid-Tirol ligt in het uiterste noorden van Italië, tegen de grens met Oostenrijk aan. Tot het begin van de twintigste eeuw hoorde het gebied bij Oostenrijk maar na de eerste Wereldoorlog werden nieuwe afspraken opgesteld in het Verdrag van Saint-Germain. Hierin werd besloten dat Zuid-Tirol bij Italië gevoegd werd, tot woede van vele bewoners. Zuid-Tirol is nog altijd tweetalig en de kwestie is nog steeds een gevoelig punt van discussie, vooral bij oudere generatie. Velen zijn tweetalig en alle dorpen hebben twee namen: een Duitse en een Italiaanse. Zo wordt Zuid-Tirol in het Duits Süd Tirol en in het Italiaans Alto Adige genoemd. Voor de toerist maakt het weinig uit, in Zuid-Tirol vind je namelijk bergen nog mooier als die in Oostenrijk gecombineerd met de voortreffelijke Italiaanse keuken, oftewel the best of both worlds.
Ciao Italia!
Het is nog vroeg wanneer de piloot de landing naar de luchthaven van Venetië in zet. We zijn net de Alpen over gevlogen en hangen boven de Povlakte. De Transavia kist maakt een laatste bocht voor de final approach en voor we het weten hangen we boven Venetië. Door mijn raampje zie ik het eiland liggen, geflankeerd door twee immense cruiseschepen. Echter brengt mijn reis me vandaag niet naar deze stad maar naar de Dolomieten, de zuidelijke Alpen.
Na ongeveer anderhalf uur door het authentieke Italiaanse landschap gereden te hebben, doemen de bergen zomaar uit het niets op. Binnen no-time bevinden we ons op een netwerk van haarspeldbochten en bergpassen en ben ik blij dat ik op de luchthaven nog snel even een Primatourtje heb genomen. Inmiddels bevinden we ons in een diep dal en worden we omringd door rotsige pieken met her en der nog een plukje sneeuw. Terwijl de auto voort raast voel ik de kriebels opkomen: het is altijd fijn om weer in de bergen te zijn.
Na aankomst in Sesto/Sexten nemen we onze intrek in Family Resort Rainer, een prachtig gelegen hotel van alle gemakken voorzien. Gastvrouw Verena verwelkomt ons op hartelijke wijze én in traditionele kledij. We krijgen een glaasje verse appelsap aangeboden, kenmerkend voor Zuid-Tirol. Wist je dat het grootste deel van de appels die je eet, hier vandaan komt? Juist, ik ook niet.
Die middag worden we overspoeld met Italiaanse lekkernijen. We bakken brood, drinken vlierbessensap, happen rauwe ham, nippen van een lokaal wijntje en dineren uitgebreid in het fijne restaurant van het hotel. Al snel wordt duidelijk: hier geen Wiener Schnitzel mit Pommes maar een Italiaanse maaltijd zoals deze behoort te zijn: origineel, smaakvol en veel. Héél veel.
Via Ferrata/Klettersteig
De volgende ochtend moeten we weer vroeg in de benen. Om 07.30 staat Joe, de man van Verena, voor ons klaar, hij neemt ons mee de bergen in. Nu ben ik op zich wel wat gewend en hou ik van het maken van urenlange bergtochten, maar de avond van tevoren hebben we klimgordels en een helm gekregen. Het beloofd een spannende dag te worden.
Na ongeveer een uur rijden komen we aan bij de Auronzo Hütte, gelegen op 2.320 meter aan de voet van Der Drei Zinnen, oftewel de drie gevels. Deze karakteristieke rotsformatie is de bekendste in de regio en trekt dagelijks honderden toeristen. Wanneer Joe de bus behendig tussen de vele auto’s parkeert, wordt al snel duidelijk waarom we vroeg op moesten. Het is nog geen 9 uur en de parkeerplaats staat al bomvol. Hallo toeristen!
Na ongeveer een half uurtje lopen over een goed begaanbaar pad, wijst Joe de verte in.
Die top gaan we beklimmen!
Mijn maag zakt 10 centimer in mijn lichaam en mijn hart begint te kloppen. Ik ben bang maar toch opgewonden, zou ik daadwerkelijk me zo meteen vasthoudend aan slechts een kabel de berg op gaan? We trekken onze Klettersteigset aan en krijgen uitleg hoe deze te gebruiken. De officiële naam voor Klettersteig is Via Ferrata, oftewel de ijzeren weg. Deze term ontstond in de Dolomieten toen Italiaanse gidsen richels en kloven veiliger maakten voor hun klanten door hier ijzeren kabels te spannen. Overal ter wereld is merkbaar dat Klettersteigen steeds populairder wordt. Niet alleen nemen de routes toe maar hiermee ook het aantal ongelukken. Een Ferrata bewandelen is geen Sunday stroll in the park, zorg ervoor dat je goed uitgerust op pad gaat en dat je ten allen tijde gefocust blijft. Eén verkeerde stap kan fataal zijn…
We beginnen de Ferrata met een wandeling door een gangenstelsel, dat in de oorlog gebruikt werd door de soldaten. Al snel komen we aan de andere kant van de berg en staan we daadwerkelijk op een richel. We binden onze karabiners vast en schuifelen richting de afgrond. Inderdaad, hier kan een val niks anders dan dodelijk zijn. Gelukkig zitten we goed vast en hoeven we nergens écht enge dingen te doen. Het is immers een Klettersteig voor beginners.
Na ongeveer een uur aan de kabel komen we bij het laatste stuk aan, het alpiene werk. Hier is geen kabel maar moeten we ons met behulp van handen en voeten door een spleet naar boven zien te duwen. Gezien mijn korte benen is dit niet altijd een gemakkelijke opgave maar gelukkig biedt de schouder van een van mijn reisgenoten soms net dat extra stukje ondergrond dat ik nodig heb. Hoe ik hier straks weer naar beneden ga, wil ik niet weten. De laatste honderd meter lopen we over een steenslag pad naar het kruis dat inmiddels in zicht is gekomen. Eenmaal hier aangekomen begroeten we elkaar: “BERGHEIL!” We hebben de top gehaald.
Het uitzicht vanaf top van de 2.744 meter hoge Paternkofel is fenomenaal: de Drei Zinnen rijzen statig op uit de diepte en een 360 graden panorama omsluit ons. We krijgen een kwartiertje de tijd om foto’s te maken, uit te rusten en wat te eten en beginnen dan snel aan de afdaling. Het gezegde in de Alpen gaat dat, indien je voor 12.00 uur de top niet bereikt hebt, het beter is om te keren…
Het afdalen door de spleet gaat eigenlijk best goed. Gewoon niet naar beneden kijken en aftasten waar je je voeten kunt plaatsen. Eenmaal bij de kam aangekomen blijkt het échte werk te beginnen, over een ijshelling moeten we naar beneden. Ik slik, de route én de afrond zijn echt heel steil. Voorzichting zet ik mijn eerste stappen op het ijs, bind mezelf opnieuw vast aan de kabel en glijd langzaam maar zeker de berg af. Tijd om in de diepte te kijken is er niet want op dit moment van de dag loert het gevaar van steenslag. Net als we het sneeuwveld uit zijn hoor ik van bovenaf “stein!” en in een flits realiseer ik met wat ik geleerd heb: nooit omhoog kijken maar gewoon doorgaan waarmee je bezig bent. Een flinke rots van zo’n 15 centimeter doorsnee raakt mijn schouder. Dat bedoelde Joe dus met dat het soms beter is om te keren…
Na een intensieve afdaling waarbij de adrenaline door mijn lichaam giert komen we bij de Drei Zinnen Hütte. Ook vanaf hier hebben we weer een panoramisch uitzicht over de formatie. De wandelaars hangen hier met de benen naar buiten, zo druk is het. Gelukkig wordt er snel een tafel vrij gemaakt voor onze groep en als een stel uitgehongerde wolven vallen we op het eten aan. Pasta smaakte zelden zo goed. Even later voegt de huttenwaard zich bij ons, een man die me doet denken aan een volwassen versie van David de Kabouter: een bolle buik, brilletje en pretogen. Of we al Apfelstrüdel al geproefd hebben? En Kaiserschmarren? Een kop kruidenthee erbij doet wonderen en we sluiten af met een Limoncello. Moet kunnen, we hoeven immers alleen nog maar terug naar de bus…
Op pad met de bikemobil Card
De volgende dag is het moeilijk opstaan, de beklimming van gisteren was heftig en de afdaling zo mogelijk nog zwaarder. De benen doen pijn, heel veel pijn. Bij het ontbijt besluiten de dames van onze groep voor de activiteit van vandaag een E-Bike te nemen, iets wat ik normaal gesproken uit principe zou weigeren maar met een flinke portie spierpijn klinkt een E-Bike als een geschenk uit de hemel.
De bikemobil Card biedt de vakantieganger de mogelijkheid om het hele gebied per fiets te verkennen, zonder de auto te gebruiken. Op vele plekken in Zuid-Tirol kun je een fiets huren en deze op een andere locatie weer inleveren. Terug reis je vervolgens per trein of per bus. Ideaal omdat je van tevoren niet hoeft door te geven waar je de fiets weer inlevert (een indicatie is wel wenselijk) en je steeds weer een ander dal kunt verkennen. Wij maken een fietstocht door het Pustertal, van San Candido/Innichen naar Brunico/Bruneck.
Al snel wordt duidelijk dat men de zaken goed op orde heeft hier in Zuid-Tirol. Het fietspad dat we volgen is in prima staat en goed aangeduid. Andere landen kunnen hier een puntje aan zuigen. Na ongeveer een uur E-trappen komen we aan in Niederdorf/Villabassa waar we kennis maken met het Kneipp-park. Je koopt een ticket voor 3 euro en kunt hier op eigen gelegenheid met blote voeten over het parcours lopen. Van dennentakken tot boomschors en van stenen tot ijskoud water afkomstig uit de rivier … het schijnt een goede werking te hebben op alles in je lichaam.
Onze volgende stop is bij de fabriek van Alpe Pragas. Een fabriek mag het eigenlijk niet heten, want het complex is prachtig gelegen midden tussen de bossen en de koeien. Stefan Gruber begon hier in 1997 met het maken van vruchtenjam en is na enkele moeilijke jaren uitgegroeid tot een ambitieuze ondernemer die zijn bezoekers verwelkomt met heerlijke vruchtenjam en andere smeersels. Jam mogen we het eigenlijk niet noemen, maar een fatsoenlijke vertaling voor “Fruchtenaufstrich” is er niet. Na de rondleiding mogen we proeven en eerlijk is eerlijk: zo’n goede jam heb ik nog niet eerder geproefd. Jammer genoeg zijn de producten van Alpe Pragas nog niet in Nederland verkrijgbaar, wanneer dit wel het geval wordt, ben ik hun eerste klant!
Fietsen met een E-bike gaat niet vanzelf
Dan is het weer tijd voor wat gas op de pedalen, want ook met een E-bike gaat fietsen niet vanzelf. We lunchen in Valdaora/Olang en fietsen nog een dik uur verder naar Brunico/Bruneck. De zon is inmiddels weer gaan schijnen en we merken dat het fietspad drukker wordt. Eekhoorns schieten voor onze wielen langs en het pad wordt smaller. De route leidt ons door een kloof, langs stuwmeren en door verkoelende bossen. Uiteindelijk komt onze eindbestemming in zicht. Op het station leveren we de fietsen in en als afsluiter van de dag maken we nog een korte stadswandeling (au, die spierpijn!) door Brunico.. Dan is het tijd om de trein weer terug te nemen en ons op te maken voor Nederland – Costa Rica.
De bikemobil Card is te verkrijgen voor 1, 3 of 7 dagen en is inclusief fietshuur (e-bike, gewone fiets of mountainbike) en openbaar vervoer in de regio.
Arrivederci!
Die nacht besluit ik de gordijnen van mijn kamer niet dicht te doen, maar deze open te laten zodat ik nog één keer kan genieten van de mooie bergen die zo’n verpletterende indruk op mij gemaakt hebben de afgelopen dagen. Rond 06.00 uur stijgt de zon op en beginnen de bergen op te lichten. Ik kijk, maak foto’s en val uiteindelijk weer in slaap, de benen zijn moe, ik ben moe maar wel voldaan. Om 10.00 worden we opgehaald en terug gebracht naar de luchthaven van Venetië. Arrivederci Alto Adige, tot de volgende keer!
Meer informatie vind je bij de Verkeersbureau van Zuid Tirol pagina’s.
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.