Ook in de wintermaanden is er kans op zon in de Algarve. Het voordeel is dat deze regio in Zuid-Portugal in deze periode lang niet zo overvol is als in juli en augustus. Harmke bracht er de kerstdagen door. Ze bezocht kastelen en paleizen, wandelde in het naaldwoud, dronk wijn uit Alentejo aan het strand en keek naar de zonsondergang. Algarve in 10 tips!

Strand van Monte Gordo
1. Sporthotel The Prime Energize
Mijn uitvalsbasis tijdens deze short break Algarve is viersterrenhotel The Prime Energize in Monte Gordo aan de zuidkust van Portugal. Het dateert uit 2017 en is het eerste hotel van een keten. De Portugezen zijn bezig een tweede en derde hotel te openen elders in het land. Het concept? Sport, wellness en comfort. Bij Fernando van de receptie schrijf ik me in voor de dagelijkse (gratis) sportles, waaronder pilates. Ik geniet van de spa met zwembad, jacuzzi en sauna en boek hier een facial met de heerlijke producten van Elemis. Op het dakterras is ook een zwembad. In het trendy restaurant Fuel van het hotel kies ik met kerst voor geflambeerde prawns en wijn uit Alentejo.


2. Naaldbos en zandstrand van Monte Gordo
De sportclass van vandaag is een boswandeling. Rui is de gids die ons deelnemers op sleeptouw neemt. We wandelen een uur door het naaldwoud. In dit beschermde natuurgebied tussen Monte Gordo en Vila Real de Santo António schijnen vooral veel kameleons voor te komen en mogen geen auto’s komen. In de winter zijn de bossen in trek bij atletiekploegen uit koude landen als Finland en Rusland, zegt Rui. Het campingterrein dat we passeren is in juli en augustus mudvol. Na afloop lunch ik bij Marsalgado, een van de Beach Bars bij de houten loopbrug langs zee en strand. Ik eet toast met bacalhau (kabeljauw). Het zandstrand is op een paar straten van het hotel.



3. Vila Real de Santo António
Vila Real de Santo António, niet te verwarren met studentenstad Vila Real in het noorden, ligt op 2 kilometer van Monte Gordo en wordt van Spanje gescheiden door de Guadiana-rivier. Langs de boulevard staan palmbomen. Het centrum van VRS António bestaat uit kaarsrechte straten, haaks op elkaar, zo ontworpen na de verwoestende aardbeving van 1755. Er is een kerstmarkt op het plein met houten kerstbomen, heel stylish. Eromheen zijn allerlei bars en boetiekjes. Op de landtong die uitkomt bij de Middellandse Zee zit Grand Beach Bar. Achter de witte façade van deze strandbar schuilt een verrassend leuk terras met zitjes, ligstoelen, parasols en een zwembad.


4. Sunset bij Praia Verde
Fernando van de receptie van hotel The Prime Energize komt met een waslijst aan activiteiten, zoals een boottocht naar de dolfijnen of kite-surfen. Ik wil met de auto toeren en ook dat levert een lijst aan tips op van Fernando! Praia Verde, een strand niet ver van Monte Gordo, is volgens hem de ideale plek om de zonsondergang te zien. Hier is het terrasje van de bar Guarita Terrace boven op een soort duin. Ik volg zijn advies en krijg geen spijt. Het is een prettig terras met uitzicht op bomen, strand en zee. Terwijl ik een smoothie drink en geniet van een salade van warme geitenkaas met honing, walnoten en appel, zakt de zon in zee. De lucht kleurt prachtig oranjeroze!

5. Cacela Velha en Vila Nova
Met mijn huurauto kan ik alle kanten op, behalve naar Spanje, want dan moet ik eerst een extra verzekering afsluiten, maar ook dat kan natuurlijk. Vandaag rijd ik naar Cacela Velha, een piepklein pittoresk dorpje op hoog boven zee. Het bestaat uit een kerkje en een paar huizen. Een handjevol mensen komt hier vandaag ronkijken. Een Hongaars koppel maakt een foto van mij en vice versa.
Elke maand de fijne tips van Harmke ontvangen?
Wil jij gratis elke maand deze en andere plekken ontvangen die Harmke heeft bezocht? Laat je e-mailadres achter en krijg elke maand als eerste de insider tips in je mailbox. En Harmke stuurt geen spam!
Er is één café open, misschien wel het enige café van het dorp. Vervolgens rijd ik naar het vissersdorpje Vila Nova de Cacela een halve kilometer verder. Het kijkt uit op de rivier Rio Formosa die parallel aan zee stroomt. Befaamd is visrestaurant Fábrica do Costa aan het water.



6. Kasteelruïne van Castro Marim
Wederom een tip van Fernando is het stadje waar hij zelf woont: Castro Marim, op 4 kilometer van Vila Real.
“Loop naar het kasteel voor het uitzicht,”
adviseert hij en dat doe ik. Castro Marim is een van de oudste plaatsjes in de Algarve en wordt gedomineerd door de kasteelruïne annex vesting hoog op een heuvel. Het kasteel dateert uit de dertiende eeuw. Binnen de muren staan de torens van een ouder kasteel, uit de Moorse tijd nog. Ik parkeer de auto onder aan in het dorp en loop door de smalle straatjes over een pad met kinderkopjes omhoog. Het uitzicht vanaf de Moorse torens is fenomenaal. Onder meer kijk je op de zoutvlakten waar Castro Marim bekend om is.



7. Wit stadje aan de Guadiana-rivier
In het binnenland ligt Alcoutim. De bedoeling is dat ik de scenic route neem langs de Guadiana-rivier, maar ik kom uit op een smalle weg in overigens schitterend glooiend niemandsland vol bomen maar zonder ander verkeer of bereik op mijn mobiel. Help, denk ik, wat als ik pech krijg? Ik keer om en rijd via een drukkere weg naar Alcoutim. Het hagelwitte stadje met rode daken kijkt op een al even wit plaatsje aan de overkant van de rivier, Sanlúcar in Spanje. Ik lunch in Alcoutim bij de simpele bar O Soeiro met uitzicht op de rivier. De geroosterde kip blijkt verrassend goed! Terug slinger ik wél langs de rivier via piepkleine plaatsjes als Laranjeiros met zijn sinaasappelbomen.



8. Gele pousada in Tavira
Ergens halverwege Faro en Monte Gordo ligt de stad Tavira. Het is de stad van de kerken. In het historische centrum parkeer ik op goed geluk bij een fraai geel gebouw. Het blijkt een pousada in het voormalige klooster Convento de Tavira. Het heeft een grote binnenplaats met fontein. In de middag kan ik er terecht voor de lunch, belooft de receptioniste. Eerst dwaal ik door de historische straten langs de witte kerk Matriz de Santiago en boetiekjes. Verbazend wat een mooie producten de Portugezen van kurk maken! Niet alleen onderzetters, maar ook slippers en tassen. Terug in de pousada schuif ik aan op de zonnige binnenplaats voor de lunch en bestel salade met geitenkaas.



9. Roze paleis van Estói
Op de terugweg naar de luchthaven van Faro maak ik een omweg naar het plaatsje Estói. Fernando wees me op het paleis hier dat is omgetoverd tot een historisch hotel. Deze pousada behoort tot de Small Luxury Hotels of the World. Het blijkt een prachtig roze paleisje uit de achttiende eeuw in barokstijl belegd met azulejos. De vertrekken zijn in een overdadige rococostijl gedecoreerd. De tuinen zijn geïnspireerd op die van Versailles. De fontein met een engeltje spuit met veel gekletter waterstralen. In deze pousada gebruik ik de lunch. Ik kies wéér voor salade met warme geitenkaas en walnoten (verslavend lekker) en toast met sardines in de klassieke dinerzaal van het paleis.



10. Stadion Algarve in Faro
Op weg naar de luchthaven van Faro is het een vrijwel onontkoombare blikvanger: Estádio Algarve. Het stadion blijkt de thuisbasis te zijn van het voetbalteam van Gibraltar en ook het Portugese nationale team zou hier weleens een wedstrijd spelen. Het opvallende elegante bouwwerk is bedacht door architect Damon Lavelle uit Melbourne en biedt plaats aan zo’n 30.000 toeschouwers. Research leert dat hij ook onder meer het Olympisch stadion in Sochi/Rusland (2014) heeft ontworpen, Soccer City in Johannesburg/Zuid-Afrika (2009) en het rugbystadion in Cardiff/Wales (1999). Damon Lavelle is aangesloten bij architectenbureau Populous in Londen.

Hoe kom je er?
Ik vloog met Transavia van Rotterdam Airport naar de stad Faro in de Algare, een vlucht van ongeveer 3 uur. Met de huurauto van Sur Price reed ik naar het hotel in kustplaatsje Monte Gordo, vlak bij de Spaanse grens, een rit van ongeveer 60 km.





Elke maand de fijne tips van Harmke ontvangen?
Wil jij gratis elke maand deze en andere plekken ontvangen die Harmke heeft bezocht? Laat je e-mailadres achter en krijg elke maand als eerste de insider tips in je mailbox. En Harmke stuurt geen spam!