Palmbomen en sinaasappelbomen zorgen voor een exotische sfeer. Harmke bezocht de highlights van Sevilla en liet zich verleiden door de tapasbars, waar het ene hapje nog lekkerder is dan het andere. Sevilla is ook de stad van waaruit Columbus Amerika ontdekte.

Metropol Parasol
Metropol Parasol
De binnenstad van Sevilla is een doolhof van smalle straten. Ik logeer in een historisch hotelletje in de Calle Alhondiga en bevind me hier op slechts vijf minuten lopen van dé moderne eyecatcher in de stad: Metropol Parasol. Dit opmerkelijke bouwwerk is gemaakt van gebogen platen hout en heet in de volksmond Setas de Sevilla (paddenstoelen van Sevilla). Het ontwerp van de Duitse architect Jürgen Mayer Hermann vormt een soort parasol boven de straat en het aangrenzende plein. Bovenop is een wandelpad, binnenin zijn er winkels en vind je tapasbar Malavida.
setasdesevilla.com

Puente de Isabel II
Dwars door Sevilla, van noord naar zuid, stroomt de Guadalquivir, het is de enige bevaarbare rivier van Spanje. Je kunt er roeien en kanoën. Vanaf deze Rio Guadalquivir vertrok Columbus naar Amerika. De naam is ontleend aan het Arabisch en betekent grote rivier. Andalusië inclusief Sevilla was tot eind 15e eeuw Moors. Als ik ’s morgens langs de rivier loop, blinkt de beroemde boogbrug in de zon. Deze Puente de Isabel II dateert uit 1852 en is de oudste metalen brug van Spanje. De brug staat bekend als de Triana-brug, naar de volkswijk aan de overkant.

Torre del Oro
Tijdens mijn ochtendwandeling langs de Guadalquivir-rivier stuit ik op een twaalfhoekige toren. Het is de Torre del Oro, de toren van goud. Ook deze geeft een gouden gloed af in de zon. Van oorsprong was het een uitkijkpost om vijandige schepen te signaleren. Ook diende de toren een tijdje als gevangenis. Nu is het een maritiem museum. Er zijn onder meer scheepskaarten en navigatie-instrumenten te zien. De toren maakte deel uit van de Moorse stadswallen. De spits is er pas in een later stadium bovenop gebouwd. Eromheen staan ranke palmbomen te wiegen.

Real Alcázar
Vanaf Plaza Triunfo kijk ik naar de muren met kantelen van Real Alcázar, het koninklijk paleis. Het stemt me nieuwsgierig. Wat ligt er achter die immens hoge muren verborgen? De Leeuwenpoort voert me naar de paleistuinen, waaronder de Tuin van de dichters en de Engelse tuin. De binnenplaatsen in Arabische stijl hebben Moorse tegels en er is een onderaardse ruimte met Gotische gewelven. Een deel van het paleis is naar verluidt nog steeds door de Spaanse koninklijke familie in gebruik. Tip: koop van tevoren online een kaartje, de wachtrijen zijn lang!
alcazarsevilla.org

Gotische kathedraal
Een gigantisch bouwwerk is de kathedraal van Sevilla. Het zou dan ook de grootste Gotische kathedraal ter wereld zijn. De toren van de kathedraal heeft 25 klokken. Ze representeren de 25 katholieke kerken in Sevilla. Het is dan ook niet verbazend dat ik tijdens mijn dwaaltochten door de stad de ene na de andere kerk ontwaar. Bij een van de poorten staat een sinaasappelboom die volhangt met ‘bitter oranges’. Op de muren van de kathedraal is graffiti aangebracht. Nee, geen hedendaags vandalisme, maar daterend uit de zeventiende eeuw, vertelt stadsgids Rubén.


Fabrica Real de Tabacos
De oude tabaksfabriek is ook al zo’n enorm gebouw en biedt nu onderdak aan de universiteit. Het neoklassieke gebouw dateert uit MDCCLVII, 1757. Fabrica Real de Tabacos staat in de gevel gegrift. De opera Carmen van Bizet, naar het boek van Prosper Mérimée, speelt zich hier af.
Carmen valt voor de charmes van een stierenvechter, al gaat ze niet direct op zijn avances in.
Staand op de binnenplaats denk ik terug aan mijn zanglessen: “L’amour est enfant de Bohême, Il n’a jamais, jamais connu de loi, Si tu ne m’aime pas, je t’aime, Si je t’aime, prend garde à toi!”

Plaza de España
Plaza de España werd ontworpen ter gelegenheid van de Spaans-Amerikaanse tentoonstelling uit 1929. Het plein heeft de vorm van een halve maan met daarlangs paleisachtige gebouwen. Over het ondiepe kanaal rond het plein kun je met een bootje varen. Een tourist trap van jewelste als je het mij vraagt, maar vooral veel Aziaten lijken er oprecht van te genieten. Midden op het plein spuit een fontein een haag van water. De gebouwen zijn onder meer voorzien van azulejos, Moorse tegels. Bedenker van het geheel was architect Aníbal González (1876-1929) uit Sevilla.

Mercado Artesania
In de Calle Adriano bezoek ik de artisanale markt. Deze zit in een gebouw van drie verdiepingen met een torentje. Mercado Artesania Sevilla El Postigo staat er boven de ingang vermeld. Het is een voormalige vismarkt die is omgetoverd tot een soort soek annex kunstgalerie met lederwaren, keramiek, tekeningen, glaswerk, juwelen, schoenen: ambachtelijk producten gemaakt door kunstenaars uit Sevilla en omstreken. Het verbaast me hoe rustig het is op het tijdstip dat ik er ben, want er zijn veel mooie dingen te koop, zoals kleurrijke zachtleren portemonnees.
mercadodeartesaniaelpostigo.com

Museo del Baile Flamenco
Het flamencomuseum van Sevilla biedt exposities over flamencodans met foto’s, beeldjes van dansers en flamboyante schilderijen. Ook zijn er flamencoshows. De dansers die optreden zijn opgeleid door flamencodanseres Cristina Hoyos, een levende legende. Ik ben ruim op tijd voor de voorstelling en toch zit de zaal al bijna vol. Gelukkig kan ik een plekje veroveren in de bar met goed zicht. Glas rode wijn erbij. Twee gitaristen, een zangeres en drie dansers – twee mannen en een vrouw – treden op. De show is meeslepend, dynamisch en bij tijd en wijle vol weemoed.
museodelbaileflamenco.com

Ontbijttips
> Taberna León de San Marco (Calle Vergara 3) naast de San Marcos-kerk ziet er knus uit. Het Engels van de man achter de bar is moeizaam, maar ik kan hem duidelijk maken dat ik toast met ham en tomaat wil. Er komt een heerlijk ovenvers broodje op tafel en een goede cortado.


> Pikislabi (Calle Alfonso XII 34) is net twee weken open als ik er ben. Het is een gezellige bar waar een swingend muziekje uit de boxen klinkt. Veel zoetigheden hebben ze, Spanjaarden zijn er dol op, maar ook getoaste broodjes, bijvoorbeeld met avocado en zalm. Een goed ontbijtadres.

> Paradas (Calle Marquéz de Paradas 7) oogt verzorgd. Het zit in een oud pand dat vanbinnen een ietwat industriële maar warme look heeft. Houten tafels en een hoog houten plafond. Op de kaart fruitsap, wortelcake, toast met Serranoham en manchego, bagels met humus, enzovoort.

Tapastips
> Taberna La Auténtica (Calle Felipe II 6) heeft een leuk terrasje op de stoep. De schattige ober neemt alle tijd om het menu toe te lichten. De spinazie met kikkererwten is heerlijk, daarna bestel ik pintxos (Baskische tapas): toastjes met sardine en tomaat en toastjes met tonijn en mayo.

> La Orgánica (Calle Jesús de las Tres Caídas 8) is een tapasbarretje in de buurt van het flamencomuseum. Ze serveren lang niet alles wat er op het menu staat vermeld, als ik de Spaanse ober goed begrijp, maar wel de tortilla en versgeperst sinaasappelsap! Erg lekker.

> Le Grand Bistro (Plaza de la Alfalfa 9) is mijn favoriet. De tapas ogen om door een ringetje te halen en zijn heerlijk. Op het kaasplankje liggen takjes rozemarijn en een walnootschil gevuld met honing. Ook smakelijk is het roerei met burrata en het toastje met truffel en gepocheerd ei.


Logeertip
Sevilla herbergt veel kleinschalige boetiekhotels in historische panden. Ik logeerde bij Casa Boutique La Pila del Pato in Calle Alhondiga, een smalle steeg om de hoek van Plaza Ponce de León. De ontvangst is zeer welkom. De receptioniste geeft uit eigen beweging alle highlights op de kaart aan. Mijn kamer is prettig en schoon, heeft een groot bed en heerlijke douche. De receptie is open tot 6 PM, maar daarna kunnen gasten met hun vragen terecht bij het hotel Corral del Agua, dat wel een 24/7-receptie heeft. Een prettig idee dat er altijd iemand bereikbaar is.
lapiladelpato.com

Huur een fiets
Bij Centerbici (Calle Espronceda 5), niet ver van mijn hotel, huur ik voor een paar uur een fiets, een prima rijwiel met een mandje voorop voor de tas. Sevilla staat redelijk hoog in de lijsten met beste fietssteden ter wereld… Inderdaad zijn er op veel plekken groen geverfde fietspaden aangegeven. Alleen houden ze soms abrupt op en kom je tussen het autoverkeer… maar ach. Ik steek de Guadalquivir-rivier over en verken de wijk Triana. Ook fiets ik een eind langs de rivier tot aan een groot wit-geel gebouw. Het blijkt het conservatorium voor dans te zijn. centerbici.com

Elke maand de fijne tips van Harmke ontvangen?
Wil jij gratis elke maand deze en andere plekken ontvangen die Harmke heeft bezocht? Laat je e-mailadres achter en krijg elke maand als eerste de insider tips in je mailbox. En Harmke stuurt geen spam!
Feel the City Tour
Dagelijks zijn er om 10.30 uur gratis stadswandelingen van 2,5 uur met een gids vanaf de fontein aan Puerta de Jerez. Gids Rubén troont de groep mee langs de hoogtepunten van de historische stad.
feelthecitytours.com/en/seville-free-tour


Hoe kom je er?
Het is tweeënhalf uur vliegen van Schiphol naar Sevilla. Vanaf de airport in Sevilla vertrekt gaat er een bus naar treinstation Santa Justa. Vanaf daar gaan er bussen het historische centrum in.


Elke maand de fijne tips van Harmke ontvangen?
Wil jij gratis elke maand deze en andere plekken ontvangen die Harmke heeft bezocht? Laat je e-mailadres achter en krijg elke maand als eerste de insider tips in je mailbox. En Harmke stuurt geen spam!