Smokkelen was vroeger een dagelijkse bezigheid voor veel inwoners van het uiterste zuidoosten van de provincie Noord-Brabant pal tegen de Belgische grens. De streek was dun bevolkt en lag een beetje buiten de grote routes. Het landschap was ruig met veel heide en bossen. Een ideaal terrein om te smokkelen. Het Fietsrondje van de maand juni brengt je over dit smokkelpad.
Stap op de fiets en beleef het verhaal van de commies (douanier) en de smokkelaar rondom De Groote Heide in Noord-Brabant.
Kort na vertrek in Maarheeze constateren we dat de A2 het dorp als het ware in tweeën heeft gesneden. Hierdoor is de oude kern met kerk geïsoleerd geraakt ten opzichte van het nieuwere deel van het dorp.
Prominent staan de twee robuuste torens van de neogotische Sint-Gertrudiskerk in het landschap. Opmerkelijk in de oude kern is de trapgevel met de sierlijke golven van de spierwitte teutenboerderij uit 1779.
Diverse bewoners uit deze streek trokken destijds rond met ambulante handel. Marskramers is een andere naam. Diverse teuten verdienden hiermee aardig wat geld. Dat valt aan dit riante pand ook wel te zien.
Door het groene landschap zoekt de Buulder Aa zich al slingerend de laagste weg. Het water komt via de Dommel bij Den Bosch in de Maas terecht. Op weg naar de Noordzee.
Ooit was het zuidoosten van de provincie Noord-Brabant een groot heidegebied. De mijnbouw in Limburg had veel dennenhout nodig voor het stutten van de mijngangen. Tussen de beide wereldoorlogen was veel werkloosheid. Als werkgelegenheidsprogramma plantte men hier talrijke dennen.
Ook werd steeds meer grond in cultuur gebracht voor de agrarische sector. Het resultaat is nu dat we wisselend fietsen door het Leenderbos, het natuurgebied Putberg en landerijen met de kenmerkende Brabantse langgevelboerderijen.

Het Leenderbos
Ook water ontbreekt niet in de vorm van de Soerendonkse Goor. Deze plas is het brongebied van de de Strijper Aa. Het drassige gebied is ideaal als broedgebied voor vogels. In 1957 kwam daar voorlopig een einde aan. Ondanks protesten werd het meer drooggemalen, om de grond in cultuur te brengen. Het werd een mislukking. In 1977 kwam een einde aan de bemaling. De natuur nam de Soerendonkse Goor langzaam terug.
Het reservaat valt nu onder Staatbosbeheer. Vogelaars volgen onze gevederde vrienden vanuit een speciale hut.
Actief Gastel
Interessant is het fietsen precies op de grens van de natuur en de velden. Rechts het bos en links de uitzichten over de akkers.
In deze omgeving leeft de zeldzame knoflookpad. Deze amfibie scheidt bij gevaar een penetrante knoflookgeur af. Het gebied heeft dan ook de status van stiltegebied.
Dwars door de akkers bereiken we het nietige dorp Gastel. Dit dorp was in de gloriejaren van het Rijke Roomsche Leven een bedevaartplaats. Op een grasveld staat het witte kapelletje van de heilige Cornelius.
Bedevaartgangers uit de ruime omgeving stroomden toe om bescherming te vragen tegen veeziekten en keelaandoeningen bij kinderen. Al die bezoekers moesten natuurlijk ook eten en drinken. Gastel voer er wel bij. Het vlekje op de kaart had maar liefst 6 cafés. Die zijn inmiddels allemaal gesloten.
Het bisdom heeft zich van de kapel afgetrokken, maar een groep bewoners organiseert nu zelf ieder weekend een dienst van woord en gebed. De kapel is dagelijks open. Achter het altaar is een sprekende muurschildering: Gastel met boven de donkere wolken Cornelius als beschermheilige.
De inwoners van het kleine dorp zijn vrij actief. Hun gemeenschapshuis de Schaapskooi barst uit zijn voegen. De eigenaar van het restaurant-partycentrum de Cranehoeve tegenover de kapel had al jaren geleden aangekondigd te willen stoppen. Er diende zich echter geen opvolger aan, maar de gemeenschap van Gastel wenste in het pand hun gemeenschapshuis. De gemeente wilde wel financieren, maar raakte met de eigenaar in de clinch over de aankoopprijs. Verbouwen naar een aantal wooneenheden leek een voldongen feit. Uiteindelijk kwam het na jaren bloed zweet en tranen de aankoop door de gemeente toch voor elkaar: de toekomstige bestemming is gemeenschapshuis. De voormalige eigenaar is inmiddels overleden.
Op de plaats van de kapel stond een school. De huidige basisschool heeft slechts 65 leerlingen, maar de school scoort hoog op de lijst met gelukkige leerlingen. Het is zalig rusten op een bankje van het grasveld bij de kapel van Gastel. Hopelijk kunnen fietsers in de nabije toekomst een kopje koffie drinken op het terras van het Gemeenschapshuis.
De Doodendraad
We komen weer in de natuur, maar de rust lijkt angstaanjagend verstoord door een replica van een stukje “Doodendraad” uit de Eerste Wereldoorlog. Aan de draad op de grens tussen Nederland en België hangt het verhaal van Pater Ballings, Burgemeester Keunen en juffrouw Vekemans die een Duitse grenswachter hadden omgekocht. De grenswachter meldde het echter bij zijn superieuren: Befehl ist Befehl!
Het blauwe fietsknooppuntenbord duidt erop dat we nu in België zijn, maar dat is slechts voor enkele tientallen meters. Later komen we deze borden wel weer tegen, als we een heel stuk door België fietsen.
Eerst krijgen we een stukje Groote Heide. Zo moet het hele zuidoosten van Brabant er ooit hebben uitgezien met ook stukken stuifzand. Het stuifzand ontstond door overbegrazing.
Abdij op de grens
Ook voor de voormalige Trappistenabdij de Achelse Kluis is een stukje Doodendraad. We zijn bepaald niet de enige fietsende terrasbezoekers op de binnenplaats.
Ondanks dat het geen Trappistenbier meer mag heten, smaakt een kostelijke kelk gevuld met het bier van Achelse Kluis uitstekend. De portie serranoham met abdijbrood is ruim. Ondertussen kijken en we uit op de lagertanks veilig achter glas, waarin het bier de tijd krijgt om te gisten en te rijpen. In de abdijwinkel staat een scala aan heiligenbeelden te koop, maar onder het wakend toezicht van grote beelden staat ook een uitgebreide collectie van nog altijd échte Trappistenbieren naast de flesjes van Achel.
De Warmbeek meandert weer
Een informatiepaneel legt ons alles uit over de hermeandering van de Warmbeek. De waterloop van deze deze beek is in het verleden rechtgetrokken en voorzien van dijken om het water snel af te kunnen laten vloeien. Over water denkt men nu anders.
Water is een kostbaar goed, dat je ook een tijdje kunt vasthouden als berging, voor het landschap en voor het welzijn van de vissen. De beek kreeg in 2022 de oude loop terug en slingert zich weer door het landschap. Door de meanders is de Warmbeeknu 700 meter langer.
Spoortje naar Achel en Hamont
Tot 1985 had Eindhoven een spoorverbinding met België, maar er rijden al sinds 1957 geen personentreinen meer. Op delen van dit voormalige spoor ligt nu een fietspad, zoals als hier bij Achel. Een lange rij bomen en ander groen markeert het spoor door de velden.
De rijke teuten van Achel
Hoe rijk de teuten hier in Achel waren, toont het riante woonhuis van Willem Simons uit 1875. Net als de andere teuten trok Simons met zijn handel naar het Noorden. De teuten waren vaak langere tijd van huis. Als zij weer thuis kwamen, waren hun zakken dik gevuld met geld. Achel vierde deze thuiskomst met de Teutenkermis. De teuten stonden hier hoog in aanzien. De burgemeesters kwamen uit hun kringen.
Van 1944 tot 1945 was het Simonshuis het hoofdkwartie van de Britse generaal Miles Demsey. De latere Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower en de Britse veldmaarschalk Bernard Montgomery kwamen hier op bezoek. Nu is in het huis het Grevenbroekmuseum met een interessante collectie uit deze rijke historie.
Ook de toeristische dienst zetelt in het Simonshuis. Rondom het huis staan in de tuin panelen met informatie over belangrijke plaatsen in de omgeving. Voor de kerk van Achel vloeit het water sierlijk vanuit een lier in de vijver.
Het kunstwerk dateert uit 1976. Dat is het jaar waarop de voormalige gemeente Achel een fusie aanging met Hamont. We kijgen dorst van het stromende water, maar even verder is er melk uit de automaat.
Overigens is onderweg geen gebrek aan agrarische producten: te koop vers van het land. Tot 23 juni is het aspergestijd, maar het aardbeienseizoen gaat nog even door.

Aspergevelden
Aan de muur van fietscafé de Burg in Hamont hangt een antiek rijwiel met hulpmotor.
De grens komt weer dichtbij. Een voormalig smokkelpad brengt ons naar de Nederlandse zijde.
Bier en smokkelen
Budel stond bekend om de smokkelarij. Het smokkelmuseum op de Markt brengt het kat en muisspel tussen de commiezen en de smokkelaars sprekend in beeld. Voordat we op de Markt arriveren passeren we de Budelse brouwerij.
Dit is de laatste der Mohikanen onder de talrijke kleine, traditionele familiebrouwerijen die Brabant ooit bezat. Na de Tweede Wereldoorlog waren er nog ongeveer 20 actief. Deze moesten het allemaal afleggen tegen de grote jongens. Bavaria van de familie Swinkels is nu zelf een van de groten,
Gerard, Carine en Harry Arts vormen de vierde generatie van de brouwerij. Budels brouwt maar liefst 24 verschillende soorten bier, waarvan 14 met het label biobier. De bierwinkel van de brouwerij tracht ons te verleiden tot het kopen van een aantal van hun specialiteiten.
Sinds 2008 heeft Budel ook de minibrouwerij de Pimpelier. Deze stoombrouwerij produceert een speciaal smokkelaarbier.
Op de kop van de Markt staat het Schepenhuis uit 1771. Gebouwd als gemeentehuis van Budel. Het Schepenhuis is in de loop der jaren wel aanzienlijk veranderd. Ze stond er oospronkelijk geen hoge stoep voor de gevel, maar was er een statig balkon. Goed voor een balkonscene.
In het Schepenhuis vinden allerlei activiteiten plaats van de actieve gemeenschap in het dorp. Op de begane grond is de lunchroom/snoepwinkel het Kluutje met een leuk terras voor de deur. Een specialiteit is het smokkelgebak.
“t Kluutje is een fijne plek waar ‘gewoon’ en ‘anders’ hand in hand gaan. Nostalgie en modern, winkel en horeca, ontspanning en werk. Maar ook werken met een beperking en het hebben van een normale baan. ’t Kluutje is er voor iedereen. ’t Kluutje biedt arbeidsmatige dagbesteding in de horeca en retail, voor jongeren met een lichte beperking vanaf 18 jaar, “ aldus Daisy Kwaspen van ’t Kluutje.
De naam komt van het bronzen kustwerk aan de gevel van Markt 26. De ontwerpster woont in Budel.
Water over de weg
Een van de meest karakteristieke Brabantse langgevelboerderijen is de Keunenhoek net 2 km voorbij Budel. De hoeve dateert uit 1756, maar ligt er in de puntjes bij.
Op het erf is nog een waterpunt uit de tijd dat waterleidingen nog onbekend waren. Centrum voor Filosofie & Kunst staat op de deur. We komen weer in het stroomgebied van de Buulder Aa.
Het landschap wordt drassiger en de weggetjes avontuurlijker. Het water stroomt zelfs over de onverharde weg. We hoeven echter niet door het water, want speciaal voor fietsers is naast de doorwaadbare een smal houten bruggetje. Slim gedaan!
Baronie Cranendonck
We vroegen ons af waarom de naam Cranendonck is gekozen voor de fusiegemeente. In het hart van het Landgoed Cranendonck wordt ons dat duidelijk. Ooit was dit de Baronie Cranendonck. Het huis van Oranje had hier sterke banden mee. Een van vele titels van Koning Willem-Alexander is Baron van Cranendonck. Op het keurig gemaaide grasveld treffen we diverse panelen met veel informatie. Picknicktafels nodigen uit om even plaats te nemen. In Cranendonck weet men wat fietsers toekomt.
Helaas vernielden de Fransen in 1673 na hun mislukte aanval op Nederland tijdens hun terugtocht als wraak het kasteel van de Baron. Als blikvanger blinkt nu het witte landhuis met toren. Op de spits staat geen haan, maar toepasselijk in Cranendonck een kraanvogel.
De twee torens van de kerk van Maarheeze komen weer in beeld. De heerlijke tuin van Fietscafe Borrelbar KikkerOp lijkt ons op te wachten.

KikkerOp is nu een Brabants Fietscafé
Routeinformatie
Fietsroute: Smokkelroute De Groote Heide, Cranendonck
Land: Nederland
Provincie: Noord-Brabant/Belgisch-Limburg
Lengte: 48 km
Beginpunt: station Maarheeze
Eindpunt: station Maarheeze
Route beschrijving met knooppunten
Ga bij het verlaten van het station rechtsaf het fietspad op langs de weg op en direct voorbij het parkeerterrein rechtsaf. Volg de fietsknooppunten 08, 30, 35, 34, 05, 59, 41, 06, 03, 39, 216, 38, 36, 217, 218, 564, 563, 541, 568, 542, 215, 12, 09, 01, 58, 40, 04, 30, 08, richting 84. Je komt weer bij het station Maarheeze. Bij het station Maarheeze is ook ruimschoots parkeergelegenheid.
Let op over de grens in Belgisch-Limburg zijn de fietsknooppuntenborden blauw, zoals je op de foto ziet:

Routebord met fietsknooppunten in België
Meer over de Smokkelaarsroute met ook de smokkelbezienswaardigheden vind je op www.visitbrabant.com/nl/routeoverzicht/911068996/smokkelroute-de-groote-heide-de-smokkelaar-verhalen-aan-de-grens
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
Horeca en winkels onderweg
Maarheeze, bij knooppunt 30
Fietscafe Borrelbar KikkerOp met terras. Open van 10:00 – 20: 00 uur. Op woensdag tot 18:00 uur. Maandag en dinsdag gesloten. In Maarheeze is meer keuze.
Achelse Kluis, bij knooppunt 217
Open van 11:00 -17:00 uur, zaterdag en zondag tot 19:00. Maandag en dinsdag gesloten. Bij de Achelse Kluis is ook een kloosterwinkel.
Hamont, bij knooppunt 568
Fietscafé de Burg.
Budel, bij knooppunt 9
Het Kluutje. Lunchroom/snoepwinkel terras in het historische Schepenhuis op de Markt. Open van 10:00 – 17:00 uur. Op zondag gesloten.
In Budel is nog meer keuze.
Smokkelen
In 1839 werden Nederland en België definitief van elkaar gescheiden. In 1843 verschenen de bekende grenspalen die nog altijd de grens markeren.
Door verschillende belastingtarieven in beide landen begonnen de prijzen voor producten uiteen te lopen. Dit gold vooral voor boter, suiker en zout. Met name de botersmokkel was erg gewild. In de crisisjaren ’30 van de vorige eeuw nam de smokkelarij gigantische proporties aan. Velen uit de grensstreek waren erbij betrokken. De bevolking van de grensstreek was arm. De grens liep door ontontgonnen natuurgebied en de inwoners kenden hun streek op hun duimpje.
De douanebeambten, in de volksmond commiezen genoemd, kwamen in de regel uit andere streken. Vaak werden ze snel weer overgeplaatst naar andere delen van de grens, om te voorkomen dat zij een te innige band kregen met de plaatselijke gemeenschap. Allerlei trukendozen werden uit de kast gehaald om de commiezen te misleiden. Complete koeien gingen heimelijk de grens over. Smokkelen was niet alleen een bijverdienste. Het was ook een spannend kat en muisspel. In de kroegen zongen bij de schuimende potten bier de sterke verhalen rond. De commiezen waren ook niet altijd even zuiver. Hun salaris was zeer bescheiden. Dorpelingen boden de commiezen lekkere likeurtjes aan. Onder invloed van het kostelijke vocht lieten hun tongen het nodige los over de inzet van patrouilles. Kregen de commiezen een buit te pakken, dan werd deze niet altijd gedocumenteerd. De commiezen wisten regelmatig wel een weg, waarbij zij er ook wat stuivers of franken aan overhielden.
Smokkelen werd vaak geromantiseerd, maar in de laatste jaren voor het wegvallen van de grenzen, werd de invloed van harde criminelen steeds groter. In het Smokkel- en Grensmuseum duik je in de wereld van het smokkelen uit de vervlogen jaren. Je maakt kennis met de karakters Cor Commies en smokkelaar Johannes de Vlugge. Het museum staat op de Markt in Budel. Meer over het museum en openingtijden: www.smokkelmuseumcranendonck.nl
Zie ook de volgende video:
Je kunt diverse smokkelproducten proeven en kopen, zoals:
- Speciaal smokkelgebak
- Smokkelbier
- Smokkelkistje van Borrelbar KikkerOp en Brasserie De Kapetulie
- Smokkellikeur van Fruitbedrijf Jan Janssen en snoepwinkel ‘t Kluutje
- Smokkelijs van Mamma Mia
- Smokkelthee van Het Zuyderblad
o.a. in ‘t Kluutje tegenover het Smokkelmuseum in Budel.
De Doodendraad
Op 4 augustus 1914 viel Duitsland het neutrale België binnen en werd België in de Eerste Wereldoorlog meegezogen. Bijna het gehele land werd door de Duitsers onder de voet gelopen. Slechts op een klein strookje land aan de kust wist het Belgische leger stand te houden achter het riviertje de IJzer. Door slim diplomatiek spel wist Nederland aan Duitse bezetting te ontkomen.
Vooral het dreigende bombardement van de stad Antwerpen leidde tot een ware exodus van meer dan 1 miljoen van de destijds 7 miljoen Belgen naar ons land. Deze vluchtelingenstroom zorgde voor enorme opvangproblemen in Nederland dat destijds 6 miljoen inwoners telde. Zo had Bergen op Zoom slechts 16.000 inwoners, maar kreeg ruim 100.000 Belgen als vluchteling in de stad. Ook de voedselvoorziening was een zware klus voor ons land. Door de oorlog was al een schaarste aan diverse producten. Het overgrote deel van de vluchtelingen keerde na de overgave van Antwerpen weer terug, maar daarna bleven tijdens de Eerste Wereldoorlog ruim 150.000 Belgische vluchtelingen in Nederland.
2000 volt
Duitsland was bang dat Belgische mannen via ons land naar Engeland zouden reizen om zich daar aan te sluiten bij de geallieerde troepen. De grens door bewaking echt hermetisch af te sluiten zou te veel Duitse manschappen kosten. Deze waren te hard nodig waren voor de strijd aan het front. Daarom sloot de Duitse bezetter in 1915 de 449 kilometer lange grens tussen België in het geheel af met draden onder stroom.
Deze draden hadden een spanning van 2.000 volt. Dit systeem van draden kreeg de bijnaam de Doodendraad.
Op vijftig tot honderdvijftig meter van elkaar stonden en/of patrouilleerden constant schildwachten. ’s Nachts werd het aantal grenswachters verdubbeld en werd meer gepatrouilleerd. Duitse soldaten kregen de opdracht om na een niet-beantwoorde waarschuwing onmiddellijk te schieten. Alleen mochten zij nooit in de richting van het neutrale Nederland vuren. De soldaten wandelden van het ene schakelhuisje naar het andere. Wanneer twee grensbewakers elkaar halverwege ontmoetten, maakten ze rechtsomkeert. Wachtbeurten bleven tot op het laatste moment geheim. Langs de versperring lagen ook mijnen. Op sommige plaatsen hadden de grenswachters grote zoeklichten opgesteld om ’s nachts de omgeving beter in de gaten te houden. Overdag hingen er luchtballonnen boven de versperring om mensen op te sporen. In de schakelhuisjes stond nog wat technische of regelapparatuur, onder meer een systeem waardoor de grensbewakers konden vaststellen wanneer er sabotage was. In een voorkomend geval moest een grenswachter met de fiets langs de versperring tot op de plaats van het incident rijden en meteen terugkomen om zijn meerderen te informeren. Via een veldtelefoon konden de leidinggevende officieren over de situatie ter plekke geïnformeerd worden.
Waarschuwing vanaf de preekstoel
Elektriciteit was destijds nog geen algemeen goed. Voor veel kleine dorpen in de buurt van de grens was dit de eerste kennismaking met stroom. De pastoors waarschuwden de gelovigen vanaf de preekstoel voor de gevaren. Toch zijn er ook onachtzame burgers om het leven gekomen, zoals spelende peuters. Er bleven tal van pogingen om te vluchten. Naar schatting zijn ruim 800 Belgen tijdens hun poging de grens over te steken dodelijk getroffen door een stroomstoot.
Kat en muispel
Maar ook vele vluchtpogingen slaagden. Er ontstond een waar kat en muis spel. Grensbewoners verzonnen allerlei technieken om alsnog voorbij de dodendraad te komen. De meest simpele wijze bestond uit het omkopen van de Duitse grenswachters. De soldij was in die tijd bepaald geen vetpot. In ruil voor wat geld werd afgesproken om op een bepaald ogenblik de spanning op de draden gedurende een kwartiertje af te zetten. Velen zijn op die wijze aan de overkant geraakt, maar anderen werden ook verraden.
Daarnaast kon men proberen de versperring te ontwijken door bijvoorbeeld door een riool, afvoerbuis of kanaaltje onder de versperring te kruipen. Vaak maakte men ook gebruik van stokken die aan de bovenzijde een geïsoleerd U-profiel hadden: daarmee kon men de onderste draad een tiental of twintigtal centimeter naar omhoog duwen, zodat er meer plaats was om er onderdoor te kruipen. Sommige probeerden met een ladder over de versperring te geraken. Daar gebeurden evenwel nogal wat tragische ongevallen mee. In de Voerstreek, maar ook op andere plaatsen, sprongen vluchtelingen met een polsstok over de versperring. Soms werd een ton, waarvan onder- en bovenkant waren weggeslagen, onder de onderste of tussen de onderste en de tweede draad geschoven, zodat men er vrij veilig door kon kruipen. Dat gebeurde ook wel eens met een mand waarvan de bodem was weggeknipt of een houten bak zonder bodem.
De handigste variant hierop was het gebruik van een houten fietsvelg
De handigste variant hierop was het gebruik van een houten fietsvelg die tussen de onderste en de tweede draad werd opgespannen: zo ontstond een vrij brede opening waardoor zelfs onervaren lieden vrij veilig door de draden konden geraken.
Elementair was het gebruik van wollen dekens: men wikkelde een deken rond een draad en een ander rond de erboven of eronder liggende draad, zodat men tussen de dekens naar de andere kant kon kruipen. Interessanter was het gebruik van rubber. Wanneer een rubberen mat van één tot anderhalve meter onder de onderste draad werd geschoven, konden vluchtelingen redelijk veilig op de mat gaan staan en door de draden heen kruipen, ze konden de draden zelfs vasthouden op voorwaarde dat ze met de voeten op de rubberen mat bleven staan. Grensgidsen die vluchtelingen of spionnen door de versperring hielpen, beschikten daarenboven over rubberen handschoenen en laarzen, soms zelfs over rubberen pakken. Goed beschermd met rubberen handschoenen gebruikten zij ook vaak een aan de handvaten geïsoleerde hefboomkniptang om de draden door te knippen. Deze techniek was evenwel niet zonder gevaren, want van zodra een draad was doorgeknipt ging er bij de grenswachters een alarm af. Tot slot was er het passeursraam: een houten opvouwbaar raam met geïsoleerde boven- en onderkant.
Dat werd tussen de draden gespannen, waarna de passeur naar de andere kant kon kruipen. De Duitsers reageerden door nog meer draden te spannen, zodat een raam niet meer tussen de draden kon. Nederland keek toe, want Nederland was neutraal.
Achelse Kluis
Dit complex een markant punt op de grens tussen Nederland en België. Officieel is was de Sint-Benedictusabdij. De religieuze functie van deze locatie stamt uit 1656 toen katholieken in het protestantse Nederland hun godsdienst niet mochten uitoefenen en hun kerken ontnomen werden.

Sint-Benedictusabdij
Katholieken van de Nederlandse kant van de grens weken uit naar deze plek net over de grens om de mis bij te wonen. In 1686 ontstond hier een gemeenschap van kluizenaars, vandaar de naam Achelse Kluis. De huidige trappistenabdij werd gesticht in 1846. De monniken kozen deze plaats uit vanwege de rust in het groen. Een klein stukje van de Abdij lag echter in Nederland. Dat had gevolgen in de Eerste Wereldoorlog, waarin Nederland en België hermetisch waren afgesloten door de Doodendraad. Na de Tweede Wereldoorlog is het klooster ingrijpend verbouwd en uitgebreid. Ook eind jaren ’90 van de vorige eeuw is het complex verbouwd, waarbij de voormalige kloosterhoeve een nieuwe functie kreeg. Oorspronkelijk leefden de monniken van de opbrengst van hun landbouwgronden.
De abdij kreeg een kloostersupermarkt (ook open op zondag), een religieuze kunstgalerie/boekhandel en een herberg met terras op de binnenplaats van de voormalige kloosterhoeve. Er kwam een feestzaal te huur voor maximaal 100 personen. Net als veel abdijen brouwde de Achelse Kluis ook bier, maar de abdij moest hier in de Eerste Wereldoorlog op last van de Duitse bezetter mee stoppen. De Duitsers onttakelden de brouwerij, want de metalen konden ze goed gebruiken.
Pas in 1998 begonnen de monniken weer met het brouwen van bier. De brouwerij werd een van de elf erkende Trappistenbrouwerijen in de Wereld. Zes van deze brouwerijen waren in België, twee in Nederland, een in Oostenrijk, een in Italië en zelfs een in de Verenigde Staten. Opmerkelijk was dat Achel Trappist ook bier brouwde met 5% alcohol. De meeste Trappistenbieren zijn aanzienlijk zwaarder.
Het aantal kloosterlingen holde echter sterk achteruit. In 2011 werd Achel een bijhuis van de Abdij van Westmalle, maar 2020 vertrokken de twee laatste monniken uit Achel. Het brouwproces stond echter nog onder toezicht van de monniken van Westmalle. Daarom bleef het bier erkend als trappist, maar de brouwerij werd samen met het horecadeel verkocht aan de ondernemer Jan Tormans. Sinds 25 januari 2023 mag het bier de titel Trappist niet meer dragen. Tormans verzekert echter dat de smaak onveranderd blijft. Je kunt de taverne nog altijd bezoeken, of plaats nemen op het grote terras op de binnenplaats. De kloosterwinkel is de moeite waard. Je treft er een uitgebreide collectie van heiligenbeelden en egelen: van groot tot klein.
Fietscafés
Brabant is de provincie van het Bourgondische leven. Een biertje hoort erbij. Net als bij de Legendarische Hertog Jan den Eerste van Brabant. De provincie kent dan ook een scala aan gezellige cafés met voor fietsers riante terrassen: in het centrum van een levendig dorp of midden in de natuur. Steeds meer etablissementen krijgen het certificaat Fietscafé. Zie: https://www.visitbrabant.com/nl/routes/fietsen/brabantse-fietscafes
Fietsen doe je in Brabant
Zo presenteert de provincie zich met een goed onderhouden fietsnetwerk, dat ieder jaar weer opnieuw wordt uitgebreid. Je kunt kiezen uit tal van thema’s zoals Vincent Van Gogh, maar via de fietsknooppunten kun je ook gemakkelijk jouw eigen fietsroute uitzoeken. www.routesinbrabant.nl
Verblijf tips voor overnachten in de regio Cranendonck
B&B Bij Bijnen
Knusse kleinschalige B&B met sauna. Aardige en behulpzame eigenaar. Uitstekend ontbijt met streekproducten.
B&B Op ’t Eikenschoor
Compleet huisje, voormalige aanleunwoning met tuin. Rustig gelegen. De eigenaar verhuurt fietsen. Uitgebreid ontbijt.
Holiday Home Slot Cranendonck
Uitgestrekt complex met kampeerplekken en huisjes met uiteenlopend comfort. Met overdekt en openlucht zwembad. Winkel en bistro.
Pech onderweg met de Fiets?
Krijg je pech onderweg met je elektrische fiets? Met de speciale fietsverzekering voor e-bikes komt er iemand naar je toe. Ben je betrokken bij een ongeval met jouw fiets? Dan krijg je ook juridische hulp aangeboden bij deze verzekering. Al vanaf €2,08 per maand (€2,42 voor e-bikes) ben je verzekerd tegen diefstal. Schade en pechhulp voor je fiets zijn optioneel af te sluiten. Bekijk alle voordelen van Allianz Assistance.