Het nietige bruggetje van Bartlehiem staat bij velen op het netvlies als een van de markante punten tijdens de legendarische Elfstedentocht. In normale omstandigheden doen op Tweede Pinksterdag 15.000 sportievelingen de 235 kilometer op de fiets, maar voor liefhebbers van een kortere tocht is er dit rondje. Natuurlijk proeven we volgens Fries gebruik oranjekoek en de onvervalste Friese nagelkaas.
Het was een lange treinreis naar de hoofdstad van Friesland, dus nemen we eerst plaats voor koffie voordat we op onze fietsen springen. Gebruikelijk nemen we appelgebak bij de koffie, maar dit is Friesland en hier is de lekkernij oranjekoek.
Waar kunnen we beter een koffie met oranjekoek nuttigen dan bij het Oranjehotel tegenover het station van Leeuwarden?
Onze tocht loopt langs de Zuiderstadsgracht. Aan de overkant prijkt de voormalige gevangenis Blokhuispoort uit 1877. Het bolwerk is vooral beroemd geworden door de massale ontsnapping van 51 verzetsmensen tijdens de oorlog. De actie is in 1962 fraai verfilmd onder de titel de Overval. Een andere roemruchte uitbraak was die van meesterkraker Age Meinesz in 1974 met behulp van zijn thermische lans. In 2006 vertrokken de laatste gevangenen naar een nieuw complex. De Blokhuispoort heeft nu een tijdelijke bestemming als cultuurcentrum. Ongeveer 230 culturele ondernemers hebben er een werkplek.
De Groene ster
Monumentale schepen geven de gloriejaren van de Friese binnenvaart weer. Deze vaartuigen hebben nu vooral een woonfunctie. Het lijkt ons een prachtige plek om te wonen.
Eenmaal buiten de Friese hoofdstad is de Groene Ster een langgerekt recreatiegebied met plassen met diverse stranden. De omwonenden hebben het vooral over de Nieuwe Wielen, Nije Wielen op z’n Fries. Een van de stranden is bestemd voor naaktrecreatie. Omdat er mensen zijn die zich hieraan storen, is dit meertje is door een aarden wal onttrokken uit het zicht vanaf de rest van het gebied.
Het fietspad slingert zich langs de plassen. We moeten ook diverse bruggetjes over. Tytsjerksteradiel is van de Friese gemeenten, waarvan de Friese naam de officiële is. Een plaatselijke wegwijzer wijst de weg naar de “sportfjilden” en de “skoale”. Op een konijnenhok langs de weg staat “te keap”. Krijgen we er een konijn bij?
Pure natuur dankzij de heren Ottema en Wiersma
Dit deel van Friesland was ooit een groot laagveengebied. In een ver verleden staakten de monniken van Veenwouden de turf. Dat was echt monnikenwerk. In de vorige eeuw is het grootste deel van het gebied ontgonnen en in cultuur gebracht als weiland. De heren Ottema en Wiersma hielden hun poten stijf. Hun grond werd niet ontgonnen en zo ontwikkelde zich Ut Bûtenfjild een strook natuurgebied met plassen en poelen. De boeren gebruikten Ut Bûtenfjild uitsluitend als hooiland. In de jaren ’60 verlieten de boeren het gebied, want hier zou zandwinning plaatsvinden voor de aanleg voor de snelweg van Leeuwarden naar Groningen. Die snelweg is er nooit gekomen en het terrein werd aan zijn lot overgelaten. De natuur ontwikkelde zichzelf.
Een deel is het Ottema-Wiersma-reservaat, vernoemd naar de heren die hun vast hielden aan hun standpunt. We moeten de fietsen even achterlaten en met een trekpontje naar de overkant. Dit betekent wel even oppassen, want er komt net een kano om de hoek. Ook kanovaren is een leuk idee. Ze zijn te huur. Ligt er natuurijs, dan is dit gebied van plassen en smalle strookjes water tussen de rietkragen een fantastisch decor voor een schaatstocht, maar ook het fietsen is een genot met uitzicht vanaf de houten bruggetjes. Rinsumageest, Broeksterwoude: wie heeft ooit van deze plaatsnamen gehoord?
Water en Friesland horen bij elkaar is onze ervaring. Ieder keer duikt weer een nieuwe plas op. In de verte ontwaren we een zandheuvel. De enorme zandhoop blijkt te zijn gezogen uit het Eelsjemar. We vleien ons neer op het strand en nemen een duik in deze recreatieplas. Wij zijn niet de enigen. Er zijn toiletten en omkleedvoorzieningen, maar géén strandtent met consumpties, zelfs niet eens een ijskarretje. Welke ondernemer duikt in dit gat in de markt?
Genieten van streekproducten
We moeten voor een natje en droogje nog even wachten, maar in Burdaard treffen we het gezellige “Bakkerswinkelstje”. Ineke en Otte heten fietsers hartelijk welkom. We treffen er zalige streekproducten als boerenzuivel en Friese boerderijkaas uit Ryptsjerk. Otte beveelt ons Bonifatiusbier aan uit de piepkleine ambachtelijke brouwerij in Dokkum. Dit soort dorpswinkeltjes moeten we koesteren.
Het bruggetjes der bruggetjes
Burdaard kruist de Dokkumer Ee. De beruchte vaart in de route van de Elfstedentocht bij een noordooster wind. Bij het legendarische bruggetje van Bartlehiem is het rechtsaf nog maar 11 kilometer naar de finish in de Friese hoofdstad met de wind in de rug, maar na een zware schaatsdag moeten de rijders eerst linksaf tegen de wind in naar Dokkum om vervolgens weer om te draaien richting Bonkevaart. De Dokkumer Ee heeft de bijnaam “de hel van het noorden.” Voor veel late schaatsers wachtte in Dokkum een diepe teleurstelling, als de stempelpost inmiddels gesloten was. Géén Elfstedenkruisje dus en daar doe je al die inspanning toch voor. De Dokkumer Ee is het tegenovergestelde van saaie, rechte vaart, want het water slingert zich door het Friese landschap.
De pleziervaartuigen gaan af en aan. Dit geldt ook voor fietsers op het voormalige jaagpad langs de vaart. Dan is er hét moment van deze tocht. Voor ons ligt het bruggetje der bruggetjes. Fietsers afstappen geeft de waarschuwing aan, want het “Alvestêdebrechje” is voor veel fietser te steil. De skyline van Leeuwarden komt langzaam op ons af. We pakken nog een extra lus door de nauwe straatjes en langs de smalle grachtjes in de oude binnenstad. Leeuwarden heeft iets knus en kneuterigs, zoals de Waag uit 1598. De skyline wordt echter gedomineerd door bijna 115 meter hoge de Achmeatoren. Uiteindelijk zoeken we weer een plekje op een van de terrassen pal voor het monumentale station.
We nemen alle tijd om het station te bewonderen. Het gebouw is oorspronkelijk uit 1866, maar daarna voortdurend uitgebouwd. De monumentale stationshal met de fraaie Jugendstil tegeltableaus dateert uit 1904.
Routeinformatie
Fietsroute: Leeuwarden-Bartlehiem
Land: Nederland
Provincie: Friesland
Lengte: 51 km
Beginpunt: station Leeuwarden
Eindpunt: station Leeuwarden
Route beschrijving met knooppunten
Ga met je rug naar het station naar rechts het fietspad op. Knooppunten 62, 19, 86, 74, 49 *, 48, 46, 45, 44, 68, 58, 57, 59, 83, 54, 52, 51, 32, 12, 11, 9, 12, 36, 4, 22, 24, 85, 64, 91,26, 62. Je komt weer bij het station van Leeuwarden.
* Let op: tijdens grote evenementen in het recreatiegebied de Groene Ster kan de route afgesloten zijn. Ga in dat geval bij knooppunt 49 niet linksaf richting 48, maar ga rechtdoor de Woelwijk op. Dit is een langgerekte weg die ook voor auto’s is opengesteld. Verderop is voorbij de golfclub wel een knip voor auto’s. Nog voor Tytsjerk kom je vanzelf weer op de route naar knooppunt 48
Horeca en winkels onderweg
Let op: er is direct langs de route niet veel horeca. Zeker niet buiten het seizoen. Ook winkels zijn er niet veel. In Leeuwarden is net voor knooppunt 19 een grote AH om voorraad in te slaan.
12 km tussen knooppunt 48 en 46
Ryptsjerk Theeschenkerij de Útspanning. Met zelfgebakken appeltaart en sap van eigen appeltjes in een monumentale boerderij. Maandag vanaf 13:00 uur. Dinsdag t/m zaterdag vanaf 10:00 uur. Zondag gesloten.
20 km bij knoopunt 58
Hier kun je even Feanwâlde in. Daar is een bakker en wat horeca.
32 km bij Knoopunt 12
It Postûhs Burdaard, leuk gelegen aan de Dokkemer Ee. Al 375 jaar is dit een herberg. Hier werden de paarden van de postkoetsen verwisseld. Je gaat terug in de tijd. Van oktober t/m maart beperkt open.
In Burdaard is de dorpswinkel het Bakkerswinkeltsje met ook levensmiddelen. Zondag gesloten.
43 km bij knooppunt 36
Aan de overkant met het pontje is Eetcafé de Winze. Maandag altijd gesloten. Buiten het hoogseizoen beperkte openingstijden. In het centrum van Leeuwarden is keuze genoeg. Tegenover het station is naast het Oranjehotel Loetje, bekend om de biefstukken met jus.
Oranjekoek
Oranjekoek, oranjekoeke in het Fries, hoort net zo onlosmakelijk bij Friesland als het water, het schaatsen en het skûtsjesilen. Deze Friese lekkernij dankt zijn naam aan de gekonfijte dunne snippers sinaasappelschil, die in de koek zijn meegebakken. Oorspronkelijk was de oranjekoek een feestkoek, die alleen voor bijzondere gelegenheden werd aangesneden. Al in de tijd van de oude Germanen waren er in Friesland rituelen met feestkoeken.
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
Dat konden nooit oranjekoeken geweest zijn, want tot de 17de eeuw kende Nederland nog geen sinaasappels. Het oudste recept dateert uit 1753. In de loop de eeuwen is de oranjekoek voortdurend veranderd en zijn er ook tal van varianten ontstaan. De oranjekoek smaakt overal in Friesland anders. In iedere plaats krijg je het verhaal dat hier toch wel echt de lekkerste oranjekoek wordt gebakken. Er zijn ook allerlei discussies over wat hoort wel en niet op oranjekoek, zoals slagroom. Behalve sinaasappelschillen worden tegenwoordig ook tal van andere vruchten als opmaak toegevoegd. Door alle opmaak zie je vaak de kleur oranje niet meer. In Friesland zijn nog bijna 100 bakkers die ambachtelijke oranjekoek bakken.
Friese nagelkaas
Friesland kent de nagelkaas met kruidnagelen. Deze werden oorspronkelijk toegevoegd om de kaas beter te conserveren, waardoor dit zuivelproduct geschikt was voor lange scheepsreizen.
Echte nagelkaas wordt gemaakt van magere melk en is dus niet vet, aldus Ineke van het “Bakkerswinkelstje” in Burdaard. Magere melk geeft minder smaak aan de kaas, maar dat wordt gecompenseerd door de kruidnagelen. Helaas is de naam Friese nagelkaas niet beschermd. Iedereen mag kaas onder deze naam produceren en er gelden geen specifieke eisen, waaraan de kaas moet voldoen . Friese “kanternagelkaas” is wel beschermd, maar slechts een paar boerenbedrijven maken deze ambachtelijke kaas. De gewone Friese nagelkaas die in de supermarkten ligt komt niet eens uit Friesland, want in 2011 sloot de laatste grotere kaasmakerij in Friesland. Zuivelgigant Friesland Campina produceert nagelkaas, maar wel in het Overijsselse Rouveen, bij Staphorst.
Kaasboerderij Johannahoeve Ryptsjerk produceert wel de echte Friese Kanternagelkaas. Een groot verschil met de fabriekskaas is het gebruik van rauwe melk zo van de koe. Dit geeft de kaas een bijzonder aroma.
Je kunt de kaasmakerij bezoeken tussen de knooppunten 48 en 46. Er is een winkeltje en je kunt er zelfs overnachten op de boerencamping met ook een chalet en ingerichte caravans te huur.
Verblijf tips voor overnachten in Friesland
Oranjehotel
“Untdek echte gastfrijheid yn it hert fan Ljouert,” zo presenteert het Oranjehotel zich op z’n Fries.
Een traditie van meer dan 140 jaar, maar met een eigentijdse inrichting. De gasten van dit gemoedelijke hotel prijzen vooral het ontbijt. Boek dit hotel op Booking.com.
It Postûhs Burdaard
Een unieke plek om te overnachten in de 375 jaar oude herberg It Postûhs Burdaard aan de Dokkemer Ee, waar de elfstedenrijders van twee richtingen kwamen.
Pech onderweg met de Fiets?
Krijg je pech onderweg met de fiets? De Wegenwacht komt je tegenwoordig ook met de fiets of e-bike helpen met het speciale Wegenwacht Fiets abonnement. Sluit hem nu af voor maar €20 per jaar. Je krijgt zelfs in heel Nederland én België pechhulp van de Wegenwacht voor je (electrische) fiets via de ANWB Alarmcentrale. Ben je betrokken bij een ongeval met je fiets? Dan krijg je zelfs juridische hulp.
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
Meer foto’s die we tijdens het Fietsrondje gemaakt hebben