Nijmegen is op 19 mei uitgeroepen tot fietsstad 2016. Een van de meest opmerkelijke fietsprojecten is de Snelbinder die het station met de overzijde van de Waal verbindt. Om het water van de Waal meer ruimte te geven, is onlangs het ingrijpende project Ruimte voor de Waal gereed gekomen. Tijd voor een fietsrondje langs de Waal bij Nijmegen.
Dat Nijmegen terecht lijkt gekozen tot fietsstad 2016 ervaren we onmiddellijk buiten het station als we de Snelbinder opduiken: een riant fietspad dat ons geleidelijk en kruisingsvrij naar de spoorbrug over de Waal brengt. Beneden ons loopt de Hezelstraat naar het centrum van Nijmegen. De Snelbinder is in 2004 naast de spoorbrug geplaatst. Dat bleek nog een hele toer, want de fietsbrug had al in september 2003 geplaatst moeten worden. Alle voorbereidingen waren al getroffen, maar wegens een te lage waterstand moest de plaatsing worden afgeblazen. Het duurde lang eer er een nieuwe datum geprikt kon worden, omdat de vier de drijvende bokken die voor het transport ingezet moesten worden, zelden tegelijkertijd beschikbaar zijn.
De Snelbinder verbindt het centrum van Nijmegen niet alleen met de nieuwe wijken aan de overzijde van de Waal maar ook met het fietssnelpad door de Betuwe naar Arnhem.
Vanaf de brug hebben we een panoramacamera blik over de Waalkade, de benedenstad en de Sint-Stevenskerk tegen de heuvel.
Tot 1998 wist men Nijmegen uit de Betuwe te houden. De Snelbinder biedt ons ook een goed overzicht van het project Ruimte voor de Waal, waarbij een nevenstroom is gegraven en een nieuw eiland is ontstaan. Nijmegen dateert uit de Romeinse tijd en was altijd een eenoeverstad . Tot 1998 wist men aan de overkant Nijmegen buiten de Betuwe te houden, maar in dat jaar werd Lent door Nijmegen geannexeerd in het kader van de Waalsprong, waarbij Vinex-wijken werden gerealiseerd. Tegenstanders zagen kans met beroepsprocedures de ontwikkelingen nog wel te vertragen, maar uiteindelijk reden de heimachines en de betonmolens toch de Betuwe in.
Fier en fraai in het rivierenlandschap oogt nog altijd de Waalbrug uit 1936. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog blies de Nederlandse genie de brug op, om een snelle opmars van het Duitse leger te voorkomen. Tijdens de bezetting herstelden de Duitsers de brug en hij kon vanaf 1943 weer gebruikt worden door verkeer. Op 20 september 1944 viel de brug nagenoeg onbeschadigd in de handen van de geallieerden. Toen de tanks van onze bevrijders de brug opreden, gaf de Duitse commandant opdracht de brug op te blazen. Er gebeurde echter niets. Volgens een lezing had verzetsstrijder Jan van Hoof de springladingen gesaboteerd. Helaas liep de geallieerde opmars vast in de Betuwe, zodat de Rijnbrug bij Arnhem niet bereikt kon worden. De parachutisten van Market Garden bleven geïsoleerd en moesten hun strijd om de brug bij Arnhem opgeven. De coördinatie van de geallieerden bij de slag om Arnhem was verre van feilloos en de Duitse spionagedienst had veel waardevolle gegevens in handen gekregen.
We fietsen wisselend over de slingerende dijken en door de uiterwaarden. Regelmatig doemt een hoge schoorsteen van een voormalige steenfabriek op. Stapels stenen staan er ook nog, maar die worden niet allemaal hier gebakken. Steenfabriek de Zandberg in Gendt is echter nog steeds volop in bedrijf.
Aan de overzijde van de Waal blinken de heuvels van Berg en Dal. Voor ons uit het vlakke westen komt toch en beetje over als een berglandschap.Bij Doornenburg steken we met een pontveer het Pannerdensch Kanaal over. Dit kanaal is in het begin van de 18e eeuw aangelegd als verdedigingslinie, maar al snel ontdekten schippers dat deze verbinding veel handiger was de moeilijk bevaarbare Oude Rijn die iets ten oosten lag. De Oude Rijn is later afgedamd en het Rijnwater stroomt nu al weer drie eeuwen door het Pannerdensch Kanaal. Er volgt nu een klein stukje langs de Rijn. Millingen aan de Rijn is de laatste Nederlandse plaats aan de zuidelijke oever van de Rijn. Er gaat hier alleen maar een fietspontje naar de overkant.

Heen en weer
Jarenlang bracht de Heen en Weer V voetgangers en fietsers naar de overkant, maar het vaartuig met een capaciteit van 50 personen op dagen met zalig fietsweer de stroom niet meer aan. Sinds 2012 is de Rhenus Vahalis in de vaart. Deze pont kan in een keer 130 mensen naar de overkant brengen. De Heen en Weer V ligt nog altijd stand-by als reservepont. Bij het waarnemen van deze naam op de pont komt bij ons onmiddellijk het lied van Drs P op.
Hoe de overtocht in werkelijkheid gaat zie je hieronder

Nog even langs de Rijn, maar snel buigt de Waal van de Rijn af. Het meeste water uit de Rijn volgt via de Waal zijn weg naar de Noordzee. Vanaf de Waaldijk zijn in het noorden de contouren van de Veluwezoom duidelijk zichtbaar. Bij fraai zomerweer nodigt het strand van de Bisonbaai in de Ooijpolder uit voor een aanloop naar een frisse duik. Slingerend over de Waaldijk komt Nijmegen weer in het vizier. Een bezoek aan de fietsstad van 2016 kan natuurlijk niet zonder blik op de historische rijwielen in het fietsmuseum Velorama aan de Waalkade. De terrassen op deze kade bieden nog een keer het genot van een blik over de Waal met aan de overkant Ruimte voor de Waal.
Routeinformatie
Fietsroute: de Waal bij Nijmegen
Land: Nederland
Provincie: Gelderland
Lengte: 37 km
Beginpunt: Nijmegen-station
Eindpunt: Nijmegen-station
De route
Ga het station uit en voor het station met je rug naar het station het fietspad op richting links naar het politiebureau. Knooppunten 19, 20, 36, 35, 34, 33, 32, 25, 97, 88, 85, 79, 80, 88, 89, 81, 94, 72, 77, 95, 49, 48, 16, 2, 20, 19, naar het station.
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
De Amstel
Je zult onderweg voldoende horeca tegen komen met sfeervolle terrassen aan het water. Tussen Millingen aan de Rijn en Nijmegen is dat wat minder. Halverwege is alleen het nostalgische Hotel-Café Oortjeshekken bij de Bisonbaai.
Ruimte voor de Waal
De Waal bij Nijmegen kent een scherpe bocht: een soort kromme flessenhals. Bij hoog water was hier nauwelijks ruimte. Op de Waalkade van Nijmegen hield men de voeten dan niet droog. De Waalkade is opgehoogd en er zijn andere voorzieningen getroffen. De klimaatsveranderingen maakten verdere maatregelen noodzakelijk. Dit monde uit in omvangrijke project Ruimte voor de Waal, waarbij de winterdijk van de rivier aan de noordoever van de Waal 350 meter werd terugplaatst om de rivier meer ruimte te geven. In het vrijgekomen gebied is een nevengeul gegraven van vier kilometer lengte, die de bocht afsnijdt. Om te voorkomen dat al het water zich door de doorsteek zou persen is de doorsteek afgedamd. Bij hoog water kan het water over deze dam heen stromen.
In de Waal bevindt zich nu een langgerekt eiland, maar eigenlijk is dit vanwege de dam een schiereiland, behalve dan bij hoog water. Drie jaar lang is aan het project gewerkt, waarbij getracht is een zo fraai mogelijk rivierlandschap te creëren. Een paar kunstig vormgegeven bruggen verbinden het eiland met de noordoever. Je kunt ook over de dam fietsen. Het eiland heeft voor een belangrijk deel een recreatieve functie, maar er komen ook woningen en deel is bestemd voor horeca. Kunst, cultuur en festivals krijgen eveneens ruimte op het nieuwe eiland, dat een brugfunctie wordt tussen het centrum van de stad en de nieuwe wijken die worden gebouwd op de noordoever in het kader van de Waalsprong. In 2011 won het project de Waterfront Aword in New York.

Veel weerstand
Ruimte voor de Waal kent een lange voorgeschiedenis die teruggaat tot 2000. Er was veel maatschappelijke weerstand tegen het plan. Gemeente en burgers bedachten alternatieve plannen, maar de Tweede Kamer besloot in 2008 dat het toch moest gebeuren zoals het inmiddels is uitgevoerd: met een nevengeul door de dijk bij Nijmegen-Lent 350 meter landinwaarts te verleggen, waarvoor vijftig Lentse woningen en bedrijven moesten wijken. Uiteindelijk heeft de gemeente zich achter het plan geschaard en gesteld dat als de landelijke politiek dit zo heeft besloten, dan maken wij er ook wat moois van.
Dankzij deze positieve instelling is Ruimte voor de Waal nu omarmd door de omgeving. Vrijwel iedereen is trots op het nieuwe stadslandschap. Zelfs voormalige actievoerders zijn om. Zo vroeg de actiegroep GeWa of de kade naar hun alternatieve plan Lentse Warande vernoemd kon worden. De groep had nog een potje over voor juridische hulp, maar heeft uiteindelijke dat geld niet meer ingezet voor protest maar om banken aan te schaffen die langs de kade zijn geplaatst, die nu inderdaad Lentse Warande heet. Op Tweede Paasdag 2016 is Ruimte voor de Waal feestelijk voor het publiek geopend.
De Ooijpolder
Deze polder is een uniek gebied tussen de Waal en de heuvels bij Berg en Dal. Oorspronkelijk was de Ooijpolder een moerasgebied dat vaak onder water stond. De Romeinen ontdekten al de rijkdom van de klei en zo ontstonden de eerste steenbakkerijen die zich ontwikkelden tot steenfabrieken. Je ziet de schoorstenen nog eenzaam in het landschap staan, maar de meest fabrieken zijn gesloten. Wat je verder waarneemt zijn de vele tichelgaten. Dit zijn de meertjes die zijn ontstaan door de winning van klei.

Rond 1300 werden de eerste rivierdijken aangelegd, maar regelmatig stroomde de Ooijpolder nog onder. Juist de dijken zorgden dat tijdens perioden van heftige regen dat het water niet weg kom stromen en vervolgens braken deze dijken door.
Het leven in de polder was bepaald geen pretje. Men sprak over een haat-liefde verhouding met de Waal. Zonder de rivier zou de polder helemaal niet bestaan, want juist door de regelmatige overstromingen zijn er grote pakketten bruikbaar zand en vruchtbare klei neergelegd. Maar tegelijkertijd is de rivier ook de ergste vijand. Soms waren de overstromingen echte watersnoodrampen. In de vele eeuwen strijd tegen het water hebben honderden mensen het leven gelaten en zijn hele dorpen weggespoeld. Zo werd in 1809 het dorp Persingen door een grote overstroming vrijwel geheel weggevaagd. Persingen is niet meer echt herbouwd en wordt nu beschouwd als het kleinste kerkdorp van Nederland. De littekens uit het verleden zijn nog overal in het landschap te vinden. Meerdere archeologische terreinen in de Ooijpolder bevatten resten van vroegere bewoning die door het water verzwolgen zijn.
Pas in 1933 werd de waterhuishouding pas redelijk geregeld door het Holland-Duitsch gemaal bij Nijmegen.
Noodoverloopgebied
Tot 2005 was de Ooijpolder nog aangewezen als noodoverloopgebied bij extreem hoogwater in de Waal. Nu is dat niet meer wenselijk vanwege de toch wel redelijke bevolkingsdichtheid. Het project Ruimte voor de Waal bij Nijmegen moet zorgen dat het water bij hoge waterstand gemakkelijker kan wegstromen richting de zee.
Het natuurgebied Ooijpolder wordt beheerd door Staatsbosbeheer en staat bekend om de rijkelijk gevarieerde vegetatie. De hoger gelegen delen, die uit zandgrond bestaan, zijn begroeid met struikgewas. Op de lager gelegen delen heeft men te maken met kleigronden met vooral grasland.
Door het water beheer is de oorspronkelijke moerasgrond aanzienlijk verdroogd en gedijen steeds meer bomen in de oorspronkelijk kale polder. Dit zijn ooibossen: bomen bestand zijn tegen hoog water. Deze begroeiing heeft ertoe geleid dat de populatie van vogelsoorten en andere dieren is veranderd. Vogelaars vinden er echter nog steeds de zwarte stern, de roerdomp en de grote karekiet. De aantallen zijn nu echter duidelijk minder.
De Ijssellinie
Tijdens de Koude Oorlog werd de IJssellinie gebouwd om een deel van Nederland onder water te laten lopen bij een Russische invasie. De Rijn zou bij een Russische val de uiterste verdedigingsgrens zijn van de NAVO. Een deel van ons land zou daar dus buiten vallen. Dus creëerde het Nederlandse leger een aansluitende linie. Ook de Ooijpolder was onderdeel van deze linie. In noodgevallen kon de Waal met een stuw worden afgesloten. Een klein deel van de Ooij zou dan als een eiland uitsteken boven een enorme watervlakte. Pas na 1965 verdween de betekenis van de IJssellinie. Nog altijd liggen hier resten van tankkazematten, commandoposten en een noodhospitaal.
Naakt en textiel
De Ooijpolder is een populair recreatiegebied voor de inwoners van Nijmegen. Op fraaie zondagen trekt een stroom van fietsers de polder in. Een populaire bestemming is de Bisonbaai. Anders dan de naam wellicht lijkt te vermoeden hebben hier nooit bizons gegraasd. Bison was de naam van een uit de kluiten gewassen graafmachine die hier in de jaren ’50 van de vorige eeuw het zand heeft weg gegraven, waardoor de baai is ontstaan. Het water stond oorspronkelijk in open verbinding met de Waal. Het was de bedoeling dat een projectontwikkelaar een recreatiegebied zou ontwikkelen, maar deze plannen kwamen niet van de grond. De zwemrecreatie ontstond spontaan. Een deel van de Bisonbaai is voor naakt zonnen en zwemmen en een ander deel voor textiel. Seksrecreatie en gluren wordt absoluut niet getolereerd. Wel hebben recreanten kans om oog in oog te staan met paarden en galloway-runderen, die hier zijn uitgezet.
Nationaal Fietsmuseum Velorama
Net voorbij de Waalbrug is in een historisch pand aan de Waalkade het Nationaal Fietsmuseum Velorama. De uitgebreide collectie geeft een goed beeld van de ontwikkeling van de fiets in de 19e eeuw. In 1817 vond Karl Freiherr von Drais de eerste loopfiets uit met een stuurmechanisme. Er zaten nog geen pedalen op, maar door met je voeten af te zetten op de grond kreeg je de wielen aan het rollen. Er waren al eerder proeven gedaan met een loopfiets, maar door het ontbreken van een stuur kon je er alleen maar kaarsrecht vooruit op rijden. Von Drais is ook de uitvinder van de spoorfiets: de draisine.
Pas in 1865 construeerde de Fransman Pierre Michaux de eerste fiets met trappers die direct een het voorwiel zaten. Om snelheid te krijgen werden de voorwielen steeds groter en zo ontstond de hoge bi. De ontwikkeling raakte nu in een stroomversnelling, want in 1868 werd de eerste fiets met een kettingaandrijving gebouwd. De trappers zaten nu niet meer aan het wiel, maar aan het frame. Aanvankelijk werd deze aandrijving op driewielers toegepast. In 1885 bouwde John Kemp Starley de Rover, een fiets met een kettingaandrijving, en een frame uit stalen buizen. De beide wielen waren vrijwel even groot. Dit type fiets werd safety genoemd, omdat het fietsen erop veel veiliger was dan op de hoge bi. In Polen heet een fiets nog altijd Rovero. In 1888 ontdekte John Dunlop de luchtband en sindsdien tijd is er aan het basisontwerp van een fiets eigenlijk niet zo veel veranderd. Er zijn vooral in de dertiger jaren van de vorige eeuw ook fietsen geweest met een cardanaandrijving. Tegenwoordig zijn er fietsen met een riem. Versnellingen zijn ontwikkeld en verbeterd. Er worden andere materialen gebruikt, maar toch lijkt er in 130 jaar niet zoveel veranderd een uit van de meeste vernuftige uitvindingen uit de geschiedenis van de mensheid, die het mogelijk maakt je op menselijke spierkracht vier keer zo snel voortbewegen dan te voet. Velorama toont dus juist die eerste ontwikkelingen met een uitgebreide collectie.
Wim van Est zijn Pontiac liep nog
Verder tref je in het museum een aantal bijzondere fietsen, zoals het verminkte racekarretje waarop Wim van Est in de Tour de Fance van 1951, terwijl hij gehuld was in de gele trui, tijdens afdaling van de Pyreneeën-col d’Aubisque in een ravijn reed. Met aan elkaar geknoopte fietsbanden kwam de huilende Brabander uit de diepte omhoog. “Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep,” lanceerde het horlogemerk daarop als reclameleus. In een van de zalen staat de verlovingsfiets van prinses Juliana en prins Bernhard uit 1936.
Dries van Agt niet in de ministerraad maar bij de Tour de France
In het museum treft je nu ook een expositie van de wielerboeken van Dries van Agt, de welbespraakte oud-premier van Nederland, die zijn hartstocht voor de wielersport niet onder stoelen of banken stak en soms daar zelfs prioriteit aangaf boven het land besturen. Tijdens een belangrijk moment voor het kabinet bleek de minister-president zoek. De andere bewindslieden waren stomverbaasd toen de regeringsleider ineens opdook in televisiebeelden van de Tour de France.
Via de fietsknooppunten zijn nog tal van andere fietstochten mogelijk. Nijmegen is omgeven door een gevarieerd landschap.
Ontvang elke maand gratis het Fietsrondje van de maand
Vul je e-mailadres in om een e-mail te ontvangen als er nieuwe fietsrondjes en verhalen beschikbaar zijn van Bert.
"*" geeft vereiste velden aan
One thought on “Fietsrondje juli 2016: De Waal bij Nijmegen”