De bevrijding van Nederland 75 geleden bracht een hoop vreugde. Maar dat moment stond ook voor een hoop verdriet, niet in de laatste plaats om de 60 miljoen doden die tijdens de tweede wereldoorlog waren te betreuren. Ook de Holocaust was voorbij. Royan van Velse bezocht het vernietigingskamp Auschwitz, een stille getuige van menselijke waanzin.

Treinspoor naar het kamp
Een bezoek aan het massavernietigingskamp Auschwitz kun je niet echt leuk noemen. Het is één van die plekken op aarde waar je stil van wordt. De Spaanse schrijver George Santayana schreef ruim een eeuw geleden al dat ‘wie de geschiedenis niet kent gedoemd is ze te herhalen’. 75 jaar na de tweede wereldoorlog en 75 jaar na de sluiting van het verschrikkelijke kamp is het goed om te zien wat er gebeurd is en vooral om het nooit te vergeten.
Ingebruikname van het kamp
Het kamp werd in 1940 in opdracht van de nazi’s nabij het Poolse Auschwitz in gebruik genomen. Het bestond toen uit een voormalige Poolse kazerne en er werden stenen barakken bijgebouwd. Dit alles kreeg later de naam Auschwitz I en was aanvankelijk bestemd als gevangenis en werkkamp voor Poolse gevangenen. Later diende Auschwitz I vooral als Stammlager, een hoofdkwartier en uitvalsbasis, omdat de aandacht meer en meer kwam te liggen op het nieuwe kamp Auschwitz II, oftewel Auschwitz-Birkenau.

Birkenau werd gebouwd vanaf 1941 en symboliseerde voor de nazi’s de zogenaamde Endlösing: de systematische moord op alle Joden. Deze uitroeiing ving aan in het begin van 1942. De houten barakken boden ruimte aan 100.000 gevangenen en er werden gaskamers met crematoria gebouwd.

Gedeporteerden
Bij aankomst van de gedeporteerden met de trein vond er een selectie plaats op het perron waarna alle persoonlijke bezittingen werden afgenomen. Een deel van de mensen werd meteen vermoord in de gaskamers en vervolgens werden de lichamen verbrand. Het andere deel werd ingezet als dwangarbeiders in Auschwitz III (of Monowitz). Hier realiseerden toonaangevende Duitse bedrijven op misdadige wijze hun productie.

De gevangenen werden onder erbarmelijke omstandigheden ondergebracht in de overvolle barakken. Met weinig voedsel en amper hygiënische voorzieningen was deze hel bijna niet te overleven. Betonnen palen met prikkeldraad onder stroom scheidden de verschillende onderdelen van elkaar en de bewakers waren buitengewoon bruut.

Vandaag nog steeds vraag je je af hoe iemand het daar überhaupt kon redden als je door het verlaten kamp loopt. De uitgehongerde gevangenen droegen slechts dunne lompen en ik liep zelf te rillen van de kou in mijn dikke winterjas.

Het vernietigingskamp nabij Krakau ligt er nog steeds. De vluchtende nazi’s hebben geprobeerd om hun sporen uit te wissen en lieten de gaskamers en crematoria opblazen. De restanten zijn nog steeds zichtbaar. In grote ruimtes liggen stapels koffers en persoonlijke bezittingen van slachtoffers van de Holocaust.

Arbeit macht frei
Foto’s van vermoorde mensen hangen aan de muren. En de tekst “Arbeit macht frei” staat nog steeds misleidend boven de poort, zoals in veel voormalige Duitse concentratiekampen. Het is doodstil in Auschwitz, alsof ook de natuur zich niet meer wil laten horen op deze grond. 1,1 miljoen mensen vonden hier op afgrijselijke wijze de dood. Auschwitz is sindsdien niet enkel een monument maar vooral een getuige.

Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.