‘Urkki!’ Het is een kreet die weergalmt over de met ijs en sneeuw bedekte vlakte. Het kwik is gedaald tot 36 graden onder nul en de zon doet een verwoede poging om boven de horizon uit te komen. De grote vuurbal geeft een warm en comfortabel gevoel maar over twee uurtjes zal hij weer verdwijnen. Honderden kilometers boven de poolcirkel en midden in de winter zijn de dagen erg kort.

Winterse tocht in Fins Lapland
Sleeën
Urkki kijkt even om met een air alsof hij wil zeggen ’waar bemoei je je mee, ik weet het wel, laat mij maar rennen’. Hij is de leider van zijn team, het baasje over een roedel van vijf husky’s, en met z’n allen trekken ze de slee met een snelheid van tien tot twaalf kilometer per uur door de verse sneeuw. Even is de lucht blauw waarna alles weer wit wordt. Urkki steekt mooi af met zijn zwarte vacht. Karu, Chips, Piki en Rasmus zijn de andere leden van de groep en ze draven erop los.

Een groepje sleeën glijdt geruisloos door het landschap. Het enige wat je hoort is het gehijg van de honden. Ondanks de kou hebben ze het warm. Her en der groeien dennen en sparren. De bomen zijn al oud maar lijken jong omdat ze klein blijven. Het barre klimaat en de slechte bodem in deze streek zijn niet heel bevorderlijk voor ze. Water is er echter genoeg, in de duizenden meren die nu onzichtbaar onder een dikke laag ijs liggen. Sporen van bewoning zijn er amper. Af en toe lijkt er een hutje of een woning bedekt te zijn door een pak sneeuw, maar iedere keer opnieuw betreft het een grote zwerfkei of een groepje bomen.

Een beetje zon
Zo’n tocht in dat hoge noorden van Finland duurt uren en uren, maar je krijgt er niet genoeg van. De kou verdwijnt door de verwondering, de honden geven je energie, soms moet je afstappen om de slee te duwen en ze daarmee een handje te helpen. Midden op deze serene en open vlaktes of tussen de bomen kun je even wegdromen. In het winterse seizoen is Fins Lapland namelijk bijna buitenaards. In een kleine groep en begeleid door ervaren gidsen word je op sportieve manier uitgedaagd en leer je op een andere manier te socialiseren met mens én dier.

Inspannende rust
Na een dag sleeën met tussendoor een rustpauze rond een welkom kampvuur om je op te warmen, wordt er geslapen in een houten hut. Deze biedt genoeg comfort maar moet wel eerst opgestookt worden. Er moet dus hout worden gehakt voor de haarden en de kachels, en ook verdienen de honden een goede verzorging. De buitenactiviteit houdt niet op wanneer je klaar bent met sleeën. Het meer naast de hut biedt kristalhelder drinkwater maar om erbij te kunnen dient eerst het ijs opengebroken te worden. Na 50 kilometer in de sneeuw en een avondvullend min of meer huiselijk programma wordt het al snel stil in de hut terwijl de honden iets verderop aan de ketting liggen en ook onderdak zoeken in hun eigen hokjes.

Kou, warmte en poollicht
Een tweede dag door de sneeuw is al even sfeervol. Voordat de tocht begint staan de honden al te trekken, te blaffen, te janken en te trappelen van ongeduld: ze willen rennen. Sommige van hen willen een knuffel, andere doen alsof ze er niets van moeten hebben. De zon blijft niet zo lang vlak boven de horizon staan maar de schemeringen zijn lang genoeg om veel van de omgeving te zien. Ook in het donker, wanneer de sterren de sneeuw nog wat belichten, kun je nog voldoende waarnemen. Een ultiem moment beleef je wanneer het noorderlicht opkomt vanuit het donker en met groene flarden boven je en om je heen begint te dansen. Dan durf je niet eens meer uit te ademen uit angst dat je dit bijzondere natuurverschijnsel wegblaast. Wanneer na al het moois van die tweede dag de sauna naast de hut wordt opgestookt en je even later met z’n allen naakt door de sneeuw rolt, voel je je pas echt een held. Dat je dit doet bij een temperatuur van bijna 40 graden onder nul kun je je haast niet voorstellen.

Ook de derde dag is fenomenaal. Het landschap verandert niet zo heel veel maar de sensatie blijft aanwezig. Soms heb je het gevoel dat de kilometers te snel voorbij glijden. De vingers worden af en toe koud, zo ook de voeten. Vergeleken met de oneindigheid om je heen, het meest ongerepte wit wat je je maar kunt voorstellen en het enthousiasme van je eigen team, van je husky’s, is die kou niet zo relevant. Daar kun je je tegen kleden. Wanneer die derde en weer pittige dag voorbij is en het eindpunt van de barre tocht wordt bereikt, betekent het ook echt het einde van iets bijzonders.
Afscheid nemen van de sledehonden valt dan zwaar ook al zijn ze jou bij de eerste maaltijd die ze krijgen alweer vergeten. De reis, de sfeer, de indrukken en de groepsbinding blijven je echter voor altijd bij. Zo ook de namen Urkki, Karu, Chips, Piki en Rasmus.
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.