Wanneer je vanuit het noorden van Frankrijk over de A1 afdaalt naar Parijs, kun je niet ver boven de Lichtstad de afslag naar Chantilly amper missen. In de berm kondigen grote bruin met witte borden aan dat er iets bijzonders te zien is in de omgeving. Dit is het moment om de koers te wijzigen en op ontdekking te gaan. Royan nam een kijkje.
Kasteel van Chantilly
Crème Chantilly
De gemeente Chantilly telt slechts 10.000 inwoners maar is niet bepaald onbekend. In de keukens van het oude kasteel in deze plaats zwaaide chef-kok François Vatel ooit de scepter. Prinsen, hertogen en koningen waren hier regelmatig te gast en dit is de plek waar de kok in de 17e eeuw al experimenterend slagroom ontdekte. In het Frans heet het dan ook “crème chantilly”. Vatel heeft niet heel lang kunnen genieten van zijn eigen ontdekking. Tijdens een drie dagen durend banket dat in het kasteel werd georganiseerd voor de Zonnekoning Lodewijk XIV en 300 hoogwaardigheidsbekleders, ging het mis met de aanvoer van verse vis vanaf de Normandische kust. De vis kwam te laat aan op de tweede avond en was niet vers meer. Vatel schaamde zich zo dat hij zelfmoord pleegde.
Het kasteel vanuit de tuinen
Musée du cheval
Chantilly is hiernaast ook bekend vanwege de paardensport. Hier bevindt zich het grootste trainingscentrum van Frankrijk en de grote stallen staan er al sinds de 18e eeuw. Verschillende paardenraces trekken ieder jaar weer ontelbaar veel bezoekers terwijl het paardenmuseum voor de liefhebbers een ware bezienswaardigheid is.
De grote stallen
Le château
Het meest bekende van Chantilly is toch wel het kasteel dat er stond en dat er staat. In de middeleeuwen al stond er een fort en vanaf de 16e eeuw verrees er een kasteel dat gebouwd werd in opdracht van Montmorency, de belangrijkste grootofficier van de Kroon. Onder Condé groeide het in de 17e eeuw uit tot een ontmoetingsplaats voor de high society. André Le Nôtre tekende de tuinen, en later zou hij ook die van Versailles ontwerpen. De machtige Zonnekoning was naargeestig jaloers op dit château en het prachtige park en liet tijdens de aanleg van zijn eigen tuinen beslag leggen op de mooiste en grootste bomen om ze te verplaatsen.
Bibliotheek
Het kasteel stond er en staat er. In 1799, tijdens de Franse Revolutie, werd het vrijwel geheel verwoest. In de 19e eeuw werd het herbouwd, en werden er ook meer tuinen aangelegd. De laatste bewoner van dit kasteel creëerde hier het Condé museum, dat tegenwoordig 550 oude schilderijen herbergt en daarnaast een indrukwekkende bibliotheek huisvest met maar liefst 19.000 werken. De appartementen en galerijen zijn toegankelijk voor het publiek en doen je enerzijds kunst ontdekken, terwijl je anderzijds een nieuwsgierige blik in het kasteel kunt werpen. Er worden ook tijdelijke exposities georganiseerd in de zalen van het gebouw. Zo kun je op dit moment en tot 2 juli 2017 werken van de Italiaanse kunstschilder Rafaël bewonderen.
Het kabinet van de prins
Galerij met schilderijen
Le domaine
Het park heeft een oppervlakte van 115 hectare. Door de geschiedenis heen zijn er verschillende tuinen achter en naast elkaar getekend met daar tussenin grote en mooie waterpartijen. Vanuit de verschillende hoeken zie je het kasteel steeds weer op een andere manier. Beelden van bekende Fransen en zelfs Le Nôtre staan langs de wandelpaden en vertellen je in stilte de geschiedenis van dit landgoed.
André Le Nôtre
Franse, Engelse en Chinese stijlen wisselen elkaar af terwijl de vijvers het wolkendek weerspiegelen. De tuinen zijn groot, en daarom rijdt er ook een klein treintje door het park voor de bezoekers die wat minder stappen willen zetten.
Weerspiegelingen in het water
François Vatel
Na het bezoek biedt de onderste laag van het kasteel een restaurant, la Capitainerie. De ruimtes waar Vatel vroeger zo trots de meest exquise maaltijden bereidde hebben de revolutie overleefd en zijn nog steeds bestemd om eten te maken en te serveren. De gerechten op de kaart zijn zeker koninklijk te noemen. Een ijsje in het park behoort ook tot de mogelijkheden.
La Capitainerie of een ijsje kopen
Vanaf het château ligt het centrum van Parijs op 50 kilometer afstand. Het kasteel is een kleine omweg waard, maar het is geen plek die je in slechts een uurtje of twee bezoekt. Daarvoor is er veel te veel te zien in het domaine van Chantilly.
