48 uur in Peking. Eigenlijk is dit veel te kort voor de stad waar zoveel te beleven is. Het is een totaal andere wereld. Niet te vergelijken met Nederland en zelfs niet met andere grote steden in Azië die Stefanie al bezocht heeft. De geuren, de lucht, de smog, de mensen en het eten. Het voelt als echt China. Authentiek zonder al teveel westerse invloeden. Er wordt een andere taal gesproken maar de inwoners van Peking blijven behulpzaam en vriendelijk. Stefanie was verrast. Vandaag neemt Stefanie jullie mee op reis. Ga je mee?
Geen visum
We zijn er gewoon, mijn vriendin An en ik. We zijn in China! Na een behoorlijk belabberde vlucht van bijna 10 uur met weinig slaap en slecht eten, komen we ’s ochtends aan in Peking.
ZIE OOK: New Delhi: uitzicht als in een film
Wat ik altijd leuk vind aan een ander land is de geur die je ruikt zodra je de 1e stappen uit het vliegtuig zet. We blijven 48 uur in de hoofdstad van China. Dat kan tegenwoordig zonder visa. Als je er maar voor zorgt dat je binnen 3 dagen het land uit bent.
We hebben een vlucht naar Hongkong en een hotel, wat de voorwaarden zijn voor de toegang. Toch is het stiekem altijd weer een beetje spannend of je het land inkomt. De 1e opmerking die we krijgen is of we geen visum hebben. Uiteindelijk na het afleveren van de paspoorten, het doorgeven van het telefoonnummer van het hotel en het invullen van een hoop formulieren vol Chinese tekens, morgen we dan eindelijk China binnen. We lopen door de aankomsthal en het 1e wat ons opvalt is de smog die in het gebouw hangt.
We pakken een taxi naar ons hotel. We worden direct opgelicht en afgezet door de taxichauffeur. We betalen veel te veel voor een ritje. Ach ja, dat is dan maar zo. De volgende keren zijn we scherp. We zijn blij in ons hotel aan te komen, om even op te frissen en uiteindelijk de stad te ontdekken.
Geen social media
In China zijn heel veel websites geblokkeerd. Waarom en hoe je dit omzeilt, lees je op de website van Yvonne, die in Peking woont. We zijn ook afgesloten van social media. Geen berichtjes lezen op Facebook, foto’s delen op Instagram, of een tweet op Twitter plaatsen. Stiekem is het heerlijk om offline te zijn. Af en toe willen we iets opzoeken op Google maar dat kan ook niet. We ontdekken de stad old school. Met de Lonely Planet in de tas, een kaart in onze hand en gewoon maar wandelen en kijken wat we tegenkomen. Eigenlijk is dat veel leuker dan alles van te voren al helemaal uitzoeken.
Hutongs
Het 1e wat opvalt zij de Chinese tekens. Natuurlijk is dat ook niet zo gek, maar bijna nergens zie je Engelse woorden. We lopen langs winkels en restaurantjes, maar ook langs panden waarvan we geen idee hebben wat voor onderneming het is. We struinen rond door de Hutongs. Kleine straten die kriskras lopen, smalle stegen en doodlopende weggetjes waar je het echte China proeft en ruikt. Letterlijk soms. Boven je hoofd zie je flinke bundels elektriciteitskabels, die af en toe vonken. Niemand kijkt er van op, dus wij doen ook alsof het voor ons de normaalste zaak van de wereld is. En natuurlijk de rode lampionnen die overal opduiken en vlaggetjes die de straten opvrolijken met hun mooie kleuren. An en ik fantaseren direct over een Chinese tuin met tientallen of liever nog honderden van die lampionnen. We laten het overigens bij een fantasie.
Winter
Peking maakt zich op voor de winter. Overdag schijnt de zon en is de temperatuur nog aangenaam. Zodra de zon onder is en het donker wordt, zakt de temperatuur. Je voelt direct hoe koud het hier kan worden. Overal ligt groente te drogen die de inwoners van de stad in de wintermaanden kunnen eten. Ze rijden op scooters ingepakt in een slaapzak. Ik vind het een fantastische uitvinding. Je handen en armen zitten in een handschoen en over je benen ligt een dikke deken. Dit lijkt me ook wel wat voor de winters in Nederland. Pak ik vast vaker de fiets. Hoewel het bij ons natuurlijk niet zo koud wordt. Verre van zelfs.
Hot and sour
Na even gelopen te hebben, krijgen we trek. Dit blijkt onze code zin. De rest van de reis eten we vooral heel veel. Ik vind dat je op deze manier een land leert kennen. We hebben in ieder geval ons best gedaan. We kijken in de Lonely Planet voor een eettentje. Diegene die we op het oog hebben kunnen we niet vinden. Uiteindelijk belanden we bij Red Chili Kitchen. Een website of meer info op Google kon ik niet vinden, maar het adres is 6 Meishuguan Dongjie. Een restaurant vol Chinezen.
We gaan er dus maar vanuit dat het eten dan goed is. Met handen, voeten, een paar Engelse woorden en plaatjes aanwijzen krijgen we het voor elkaar om wat te bestellen. Ik had de mensen norser verwacht, maar iedereen is zo vriendelijk en behulpzaam. An kiest wonton soep en ik een hot and sour noodlesoep. Ik ga voor spicy. En spicy was het, maar wauw wat lekker. In de soep zitten noodles, pinda’s, knapperige boksoy, gember en natuurlijk rode chilipeper.
Hurktoiletten
Overal in Peking heb je openbare toiletten. Dat is voor iemand die altijd moet, zoals ik, ideaal. Al wenste ik op sommige momenten dat ik mijn blaas iets meer onder controle had. De hygiëne laat soms te wensen over, maar één toiletgebouw spande de kroon. We stappen binnen in een soort grote doucheruimte. Je kent ze misschien nog wel van vroeger uit de gymzaal. Alleen waren dit geen douches maar hurktoiletten. Geen muren en geen deuren. We treffen een dame al hurkend aan. We kunnen er niets aan doen, maar moeten er als tienermeisjes om giebelen.
Gevulde baos
Ineens ontdekken we een kleine straat vol met slagers, de één verkoopt bereide eend en de ander rauw vlees, verschillende eettentjes, een markt met groente en fruit, bakkers en een hoop bedrijvigheid. De lokale inwoners doen hun boodschappen en praten met elkaar. Zo stel ik me China voor. Er zijn ongetwijfeld meer van dit soort straatjes. Wat ons betreft de moeite waard om door te lopen en lekkere dingen te proeven. We struinen rond en eten wat.
We bestellen zonder te weten wat het precies is. Dat doen we overigens nog vaker de dagen in Peking. Het is iedere keer een verrassing wat je krijgt en dat is toch eigenlijk het leukste? Ons oog valt op een dame die druk bezig is. Ze bakt baos, of in ieder geval iets wat er op lijkt. Voor een paar cent kopen we verschillende bij haar. De broodjes zijn gevuld met varkensvlees gekruid met 5 spices en spinazie met knoflook. Zo eenvoudig, maar zo lekker
Verboden stad
Het straatje heet Shatan Houjie en zit vlakbij de Verboden Stad. Deze toeristische attractie lieten we trouwens voor wat het was. Aan het einde van de middag besloten we er een kijkje te nemen. Drommen mensen die gingen en vertrokken. De Efteling op Hemelvaartsdag is er rustig bij. Het is ongetwijfeld prachtig aan de binnenkant, maar wij namen genoegen met de buitenkant. Durf je het toch aan? Ik vermoed dat je dan het beste heel vroeg kunt gaan.
Dimsum
’s Avonds eten we bij een grote neonverlichte vreetschuur, Jin Ding Xuan. Van een kilometer afstand zie je het restaurant. Al zou je willen, je kunt er niet omheen. Bij Jin Ding Xuan eet je 24 uur per dag dimsum en andere lekkere Chinese gerechten. In Nederland was ik hier nooit gaan eten, veel te hysterisch. We lazen positieve verhalen, dus besloten we om het gewoon te doen. Het restaurant telt 3 verdiepingen en elke tafel is bezet. Het systeem is bijzonder. Buiten, in een verwarmde tent, haal je een kaartje. Daarmee meld je je binnen en daar verwijzen ze je vervolgens naar een tafel. Het klinkt wat omslachtig en dat is het ook. Daarom eigenlijk weer zo leuk.
Dumblings voor ontbijt
We slapen in Xiao Yuan Alley Courtyard Hotel. Op zich een prima hotel, maar niet fantastisch. Het bed ligt wat hard, maar oké. De volgende ochtend bekijken we het ontbijt. We ontdekken al snel dat dit waardeloos is. We gaan er gewoon zelf op uit. Bij een Chinees bakkerijtje kopen we allemaal zoetigheid. Met 6 jongemannen wordt er druk gebakken. Een paar meter verder zien we stoommandjes van metaal op een grote stoof staan. Het dampt en ruikt heerlijk. We lopen verder maar besluiten direct om te draaien. Hier genieten locals van een ontbijt. Dit willen we ook proberen. We kiezen gewoon wat en merken vanzelf wel of het lekker is.
De Chinese Muur
De dumblings en mini baos vallen super goed in de smaak. Nu ben ik dol op een westers ontbijt, maar in een stad als Peking eet ik liever zoals de inwoners. Deze dag staat op de planning waarvoor we in Peking zijn. De Chinese Muur. We kiezen een rustig deel uit, waar amper toeristen zijn. Ook geen ongewilde photo bombers. Zo fijn. De muur is indrukwekkend en een flinke klim. Daar herinneren onze kuiten ons nog aardig wat dagen aan. In een aparte blog vertel ik je er alles over. Welk deel je het beste bezoekt en hoe je er komt bijvoorbeeld.
Onze korte tijd in Peking sluiten we af met een super lekker diner bij Black Sesame kitchen. Een oase van rust in de hectiek van de stad. Ik schreef er al een verhaal over.
Authentiek zonder westerse invloeden
Inmiddels ben ik weer thuis en kan ik Peking en Hongkong met elkaar vergelijken. Eigenlijk is dit gewoon niet te doen. Hongkong is westers en heeft vooral op culinair gebied voor ieder wat wils. Iedereen spreekt Engels, de stad is toegankelijk op alle manieren en zo goed geregeld en geordend. Peking is authentiek, zonder veel westerse invloeden. Niemand spreekt Engels en communiceren doe je met handen en voeten. Ik ben blij dat we dit ook gezien hebben. Het realiseerde me dat China zo interessant en intrigerend is. Ik wil nog meer ontdekken en meemaken in dit land. Het platteland beleven en me laten onderdompelen in de drukte van de andere grote steden.
Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.