De Caribische zijde van Martinique

Eilanden waarvan de namen alleen al je doen wegdromen vormen, van noord naar zuid, een lange gordel van opeenvolgende tropische stukjes land. Het zijn paradijsjes met namen als Sint Maarten, Antigua, Barbados en Grenada. Zij vertegenwoordigen de natuurlijke grens tussen de reusachtige en ruige Atlantische Oceaan in het oosten en de beminnelijke Caribische Zee in het westen. Eén van die bovenwindse eilanden heet Martinique, een Frans overzees departement.

De vulkaan van 1400 meter hoog

Zwarte en witte stranden

70 kilometer lang is dit overwegend groene eiland dat omringd wordt door helderblauwe zeebodems. In het noorden verhult een nog altijd actieve vulkaan zich in een klein wolkendek dat daar altijd lijkt te hangen op een hoogte van één kilometer en meer. Deze vulkaan is er de oorzaak van dat de stranden in het noordelijke deel van het eiland zwart en grijs van kleur zijn, terwijl ze in het zuiden hagelwit worden.

Anse Céron, zwart strand en de Parel

Martinique biedt een aaneenschakeling van landschappen. Met tropische regenwouden in het noorden, savanne en mangrovebossen in het zuiden en een woestijnlandschap in het uiterste zuiden is er volop variatie. Langs de kust liggen prachtige stranden die vooral in het Caribische zuiden een erg hoog bounty-gehalte hebben. Dat de Caribische kust meer populariteit geniet onder de badgasten dan de oostkust komt omdat het hier rustiger is: minder branding, minder stroming, minder wind.

Het Caribische noorden

In het westelijke noorden ligt de stad Saint-Pierre die ruim honderd jaar geleden werd weggevaagd door een grote uitbarsting van de vulkaan Montagne Pelée. Sommige ruïnes herinneren nog aan die tijd. In een oude gevangeniscel bevond zich de enige man die de natuurramp overleefde. Deze cel staat er nog altijd en is vrij te bezoeken. Iets boven de stad ligt een iconische rots in zee, de Parel genaamd.

Gevangeniscel in Saint-Pierre

Het midden

In het midden aan deze kust ligt de hoofdstad Fort-de-France, waar het Saint-Louis fort, de kathedraal en de overdekte specerijenmarkt echt het vermelden waard zijn. De stad ligt aan een grote baai die omgeven is door toeristische trekpleisters. Duikcentra, restaurants en hotels, rumstokerijen en de mogelijkheid om kanotochten door de mangrovebossen te maken… voor iedereen is er wel wat.

De mangrovebossen

Het Caribische zuiden

Verder naar het zuiden kom je bij het mooiste strand van het eiland: meer dan 1.200 meter warm en wit zand, overal palmbomen, van dat heldere en blauwe water waar je maar geen genoeg van kunt krijgen. Het heet la Grande Anse des Salines. Ook het zuiden heeft zijn eigen rots in de zee: de Diamant. Zou je nog ietsje verder doorgaan, dan kom je bij nog zo’n strand, Grande Terre genaamd, en meteen daarachter ligt de grens met de Atlantische Oceaan en verandert de zee van karakter.

 

 

Grande Anse des Salines

De Diamant

Océane

Eten en drinken moet je zeker proberen op het eiland. Rum is de plaatselijke drank, hetgeen goed te zien is aan de vele suikerrietplantages. Een planteur is overheerlijk: witte rum, bruine rum, grenadine en verse vruchtensap maken dit tot een zoete maar verraderlijke cocktail. Bij het eten wordt vaak de sauce chien geserveerd: een pittige saus die gemaakt is van specerijen die op het eiland worden verbouwd. Om dit alles in een optimale sfeer te proeven is de Snack Océane aan de Plage de 2e Anse in Sainte-Luce echt dé grote aanrader. Aan het strand, onder de palmbomen, met de voeten in de Caribische Zee, kun je hier genieten van lokale gerechten, kreeft, de plaatselijke dranken en vooral een authentiek en warm ontvangst. De tropen en de verleidelijke zee liggen dan nog maar voor het oprapen.

Snack Océane

 

Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?

Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.

 

Comments are closed.