Genève is één van de meest internationale steden ter wereld. Veel internationale organisaties, banken en bedrijven hebben er hun hoofdkantoor. Dit is te merken tijdens lunchtijd: overal mannen in pak en vrouwen op hakken. Verder is de stad erg rustig, waardoor Genève ideaal is om een dagje rustig te flaneren tussen oude gebouwen en langs het Lac Léman (de Franse naam voor het Meer van Genève).

Uitzicht vanaf de Saint-Pierre
De Oude Stad
Het toeristisch hoogtepunt van Genève is de Oude Stad, rond de historische Bourg-de-Four. Beklim de Oude Stad vanaf de meerkant en maak een wandeling door het Parc des Bastions. In dit park kun je meteen een blik werpen in de Letteren- en Theologiefaculteiten van de Universiteit van Genève. Je vindt er ook de Mur des Réformateurs, een muur met standbeelden van beroemde reformatoren. Calvijn staat er uiteraard tussen en het zal niet de laatste keer zijn dat je hem tegenkomt in een stad die getekend is door de reformator en zijn ijverige nazaten. Na een flinke beklimming kom je in de Oude Stad, een heuvel vol met bezienswaardigheden. Allereerst de Kathedraal St. Pierre, die je via een verborgen poortje links van het koor kunt beklimmen (en waar Calvijn nog preekte) en het Auditorium van Calvijn dat niet te bezoeken is, maar waar nog kerkdiensten van de Schotse en Nederlandstalige gemeentes zijn.

Iets lager op de heuvel ligt het café “La Clémence”, vernoemd naar één van de klokken in de St. Pierre, waar het tijdens lange zomeravonden goed toeven is. Twee andere kerken die buiten de zondagsdiensten om alleen van buiten te bekijken zijn, zijn de Lutherse kerk en de Madeleine, waar vluchtelingen uit de Lage Landen gedurende de reformatie kerkdiensten hielden. Rondom de heuvel vind je veel wat chiquere winkels. Zo is er naast restaurant Librairie Julien, te mooi om niet binnen te stappen en een paradijs voor liefhebbers van mooie (oude) boeken en landkaarten. Ook zijn er veel exclusieve interieurwinkels en galeries.

Musea
Bij een uitgebreid bezoek aan Genève is het de moeite waard meerdere musea te bezoeken en misschien zelfs een uitstapje naar CERN (van de deeltjesversneller) te overwegen, maar voor de dagjesmensen is één van onderstaande musea goed te doen binnen een uur of twee. De beroemdste musea van Genève zijn waarschijnlijk Le Musée de la Croix-Rouge en Le Musée international de la Réforme. Genèves reputatie als stad van de vrede heeft zij onder andere te danken aan de oprichting van het Rode Kruis. Het hieraan gewijde museum vertelt over oprichter Henry Dunant (die uit een streng calvinistische Geneefse familie komt) en over de humanitaire activiteiten van de organisatie. Het museum bevindt zich vlakbij het Palais des Nations, het hoofdkantoor van de VN in Genève. Het museum van de Reformatie, in de schaduw van de St. Pierre, biedt op speelse wijze achtergrondinformatie over de Reformatie. Er zijn filmpjes, een klein kapelletje waar je psalmen kunt luisteren en een tafel met (virtuele) Reformatoren die iets vertellen over hun gedachtegoed. Alles is (helaas) Franstalig, maar het museum biedt Nederlandstalige rondleidingen aan.

Het meer
Ondanks de grote hoeveelheid monumenten en musea is het meer misschien wel het meest aantrekkelijke deel van Genève. Vooral in de zomer is het heerlijk om langs het water te lopen, te picknicken op een grasveldje of naar straatmuzikanten te kijken onder het genot van een ijsje. De grote Jet d’Eau (fontein) zie je al van verre en biedt een mooie achtergrond voor creatieve foto’s. Aan de oever waar ook de fontein is (rive gauche) bevinden zich ook strandjes waar je goed kunt zwemmen.

Aan de rive droite gaan ’s avonds in de zomer buitenluchtbarretjes open en als je een stuk doorloopt, weg van de Oude Stad, kom je in een schitterend park vol bloemen en Geneefse gezinnen op zoek naar frisse lucht: La Perle du Lac. Geen zin om te lopen maar wel om stranden en parken te zien? Met een OV-kaartje, dat te koop is bij alle haltes, kun je trein, tram èn de boot nemen. Deze mouettes varen de hele dag door heen en weer tussen de verschillende bezienswaardigheden langs het meer en bieden een mooi uitzicht op het water, de stad en de bergen in de verte.

Eten en drinken
Op eet- en drinkgebied heeft Genève voor ieder wat wils. De eetgelegenheden passen bij het internationale karakter van de stad. Rondom de belangrijkste bezienswaardigheden zijn overal cafés, bakkerijen en tea rooms, waar je thee met een (chocolade)gebakje nuttigt. Rondom het meer vind je exclusieve restaurants die zakenlui en VN-werknemers bedienen. Rondom de Oude Stad zijn meer families te vinden. De meeste van deze restaurants hebben een Franse keuken, of serveren fondue, het Zwitserse gerecht bij uitstek. Rondom de verschillende locaties van de Universiteit zijn goedkopere en simpelere tentjes waar je een hamburger, panini of een pizza eet. In de wijken Acacias en Augustins bevinden zich veel pizzeria’s en alle mogelijke andere restaurants waar een divers publiek tussen de middag een menu eet en ’s avonds neerstrijkt voor een souper en een glas wijn uit de regio.
Dit zijn de hotspots van Genève
Ontvang nu handige tips over Genève. Alleen vandaag ontvang je deze gratis!
Voor een kijkje in de andere (armere) internationale kant van Genève ga je naar de buurt Paquis, vlakbij het treinstation. Hier is zichtbaar hoe de stad al generaties lang toevluchtsoord is van Brazilianen, Portugezen, Noord-Afrikanen, Chinezen, Russen… Je eet in dezelfde straat falafel, Pasteis de Nata, sushi, burrito’s of een uitgebreid Libanees menu. Na het eten drink je een cocktail of waag je een dansje in één van de Latino-clubs. De buurt is voor kinderen ’s avonds iets minder geschikt in verband met de prostitutie en zichtbare (min of meer getolereerde) drugshandel.

Ontvlucht de stad
Ben je in Genève maar ben je de kerken en de drukke boulevards een beetje zat? Langs de rivier de Arve ligt de buurt Carouge. Halverwege de 18e eeuw, voor de geboorte van Zwitserland, werd de wijk gebouwd als apart stadje. Al snel werd het een eiland van tolerantie: joden, protestanten, katholieken, vrijmetselaars, iedereen was er welkom. De protestantse en katholieke kerk staan ook nu nog gebroederlijk vlak bij elkaar. Verder staat het wijkje nu vooral bekend om de mooie gekleurde huizen, een ongelofelijk aantal cafeetjes en restaurants en de creatieve winkels. Op woensdag en zaterdag is er een markt met veel (biologische) streekproducten. ’s Avonds openen de wijnbars hun deuren en klinkt muziek uit de populaire kroegen Le Chat Noir en Le Cheval Blanc.

Meer reisverhalen en tips zoals deze ontvangen?
Vul je e-mailadres in om te genieten van nieuwe reisverhalen en tips van onze contributors.