De mensen in Soest zijn misschien wel de aardigste mensen van Nederland. Nauwelijks gearriveerd stopt de kaasboer me een stuk kaas toe, krijgt Hond ongevraagd een bak water en biedt een wildvreemde jongen me zijn krant aan. Iedereen zegt gedag en ik word geregeld aangehouden voor een praatje. De laatste keer dat ik zo onthaald werd, was op een eiland in Lake Bunyonyi Oeganda, maar toen was ik de eerste blanke. Zelfs kater Kees, eigendom van het Dierenwarenhuis, gaat ter begroeting over de grond rollen.

De Soester Duinen
Lopen vanuit het villadorp Soestduinen
Ik ben komen lopen uit Soestduinen, een villadorp op de Utrechtse Heuvelrug. Ooit stond dit dorp bekend vanwege het Soester natuurbad, een openluchtzwembad dat in 1933 werd aangelegd in het kader van de werkverschaffing. In 1990 moest het noodgedwongen zijn deuren sluiten. De grond werd verkocht en er kwam een golfbaan en een hotel. Het Hilton Royal Park. En dat is waar ik mijn koffer die ochtend heb neergezet. In dit zakenhotel dat in het weekend de prijzen verlaagt zodat het op zaterdag en zondag vol zit met mensen die net als ik een weekendje over de Heuvelrug willen struinen.
Eerst lopen dan zweten
Hoewel de verleiding groot is om het Romeinse zwembad in te duiken en vervolgens de werkweek er in de sauna uit te zweten, besluit ik eerst te gaan lopen. Links van het Hilton voert een voetpad tot aan het spoor. Direct erna duik ik een boomrijke laan in. Als ik rechts aanhoud kom in het villadorp zelf: een verzameling vrijstaande huizen op grote percelen tussen de bomen. Soms met rietgedekte daken dan weer met gevels van blauw verweerd hout. Van Oeganda ben ik in het noorden van de Verenigde Staten beland.

Links aanhouden
Ik houd echter links aan. Langs het voormalige stationsgebouw, een witte villa, die nu wat verlaten aan het spoor staat. Vlak daarna doemt het bos op. Alhoewel bos? De meeste bomen zijn nog lang niet volgroeid. Het is het 1000-bomen bos, aangeplant in 2008 op het voormalige Kodakterrein. Het bos is het voorportaal van de Lange Duinen, een zandverstuiving die samen met de Korte Duinen de Soester Duinen vormen.
Ik neem een smal pad het jonge bos in, langs een picknickplaats. Het begin van de herfst heeft zich in de bomen genesteld. Bessen zijn vuurrood en de eerst bladeren zijn gevallen. En dan ineens houdt het smalle pad op en sta ik oog in oog met de woestijn. De Soester Duinen zijn indrukwekkende zandbergen. Hier en daar worden de zandbulten onderbroken door een vennetje of een boom.
Kees
Een man met een hond loopt met me op. “Kees”, zo stelt hij zich voor. Ik vraag me af of alle levende wezens in Soest Kees heten. “De duinen”, vertelt hij, “zijn eigenlijk het resultaat van slecht natuurbeheer. Door overbegrazing en het afplaggen van de hei kreeg de wind vrij spel en ontstonden zandverstuivingen die steeds groter werden.
Vandaag de dag houden ze dit gebied kunstmatig schraal.” Zandverstuivingen, ontdek ik later, zijn uniek in Europa en komen alleen in Nederland voor. Het is zwaar ploegen door het zand. Ik buig af naar het villadorp en neem de weg door het bos richting Soest.
Openluchttheater Cabrio
Midden in het bos stuit ik op vrouwen in lange jurken met hoge kragen, schijnbaar ontsnapt uit een vorige eeuw. Het hek waar ze tegen leunen is de artiesteningang van openluchttheater Cabrio. Op de tribune zitten mensen te kletsen en te wachten tot de voorstelling begint. Net als het voormalig zwembad werd ook het theater in de jaren dertig gebouwd om mensen van werk te voorzien. Vandaag de dag zijn het vrijwilligers die het theater in leven houden met toneel- en filmvoorstellingen midden in het bos.
Tijd voor het Romeinse zwembad
Het is tijd te gaan eten en ik vlei me neer op het terras van Eetvilla van den Brink. Daar, onder de geknotte esdoorns, krijg ik een Griekse pastasalade voorgeschoteld, vergezeld van een Spaanse verdejo. Ik geniet van het eten terwijl ik kijk naar de mensen die voorbij lopen. Soest is de wereld bedenk ik. Even was ik in Oeganda, Noord-Amerika, de Kalahariwoestijn en nu proef ik de Mediterranee. En dat op één dag. Er rest me nog een ding: het Romeinse zwembad van het Hilton. Als ik terug richting Soest loop, hoor ik gezang boven de bomen uitstijgen. De dames uit de vorige eeuw hebben een lied ingezet. Het heeft iets sacraals.
Op weg naar het Romeinse bad word ik geroepen door de receptionist.
Uw telefoon? Was u die niet kwijt? We hebben hem gevonden en op uw kamer gelegd
Ik zei het toch: de aardigste mensen wonen in Soest.